Meekijken bij de boer, dat vind ik al een feest vanaf mijn vroegste jeugd. Het 'maken' van voedsel vind ik fascinerend. De combinatie van natuur en cultuur in haar opperste gelukzaligheid. Tenminste vanaf de buitenkant. In de loop der jaren heb ik wel geleerd dat boer zijn ook keihard is. Vaak ben je volkomen afhankelijk van externe factoren. Het weer is daar natuurlijk de meeste voor de hand liggende van, maar ook overheid, internationale markten, milieuregels, ziektes, etc., overkomen je gewoon als boer. Anticiperen, aanpassen, met alle winden mee kunnen waaien, dat is een belangrijke eigenschap van een goeie boer. Maar het is niet verwonderlijk dat opvolging steeds moeilijker wordt. Wat zou jij als goed opgeleide jongen (en soms meisje) nog moeten zoeken in deze bedrijfstak met zoveel onzekerheden. Iedere keer als ik weer een oogst mag vast leggen in een fotoreportage, dan zie ik toch veel voordelen. Behalve dat het prachtige producten zijn die je kweekt en dat je er een samenleving mee draaiende houdt, is de buitenlucht, de seizoenen, het fysieke werk, de natuur, de vrijheid en kameraadschap een mooi tegenwicht voor al die onzekerheid. Want waar heb je die zekerheden nou wel in deze maatschappij. Mij zie je niet meer in een kantoor en in een file. Veel van boeren geleerd in mijn leven. Voor mij is de boer nog altijd troef!