Bart Fotografie: Blog https://www.bartfotografie.eu/blog en-us (C) Bart Fotografie [email protected] (Bart Fotografie) Thu, 01 Feb 2024 16:10:00 GMT Thu, 01 Feb 2024 16:10:00 GMT https://www.bartfotografie.eu/img/s/v-12/u568216968-o394853103-50.jpg Bart Fotografie: Blog https://www.bartfotografie.eu/blog 120 120 De boer is een ouwehoer https://www.bartfotografie.eu/blog/2023/3/de-boer-is-een-ouwehoer  Mijn hele pubertijd heb ik doorgebracht bij de boer. Het was er een in Polsbroek vlakbij Utrecht. Mijn taken bestonden uit het voeren van de beesten, het rapen van eieren en het ruimen van mest. Veel mest! Soms ook assisteren bij het polieren van kip, lekker op de trekker, Cabalerootjes roken, kratjes bier drinken en achter de boeren meisjes aan. Heb er op mijn 16e ook auto leren rijden. Illegaal uiteraard. Het was een geweldige tijd, met een zwart randje. Maar daar later nog wat over. Deze boer had 500 kistkalveren, 5.000 legbatterij kippen, 300 mestvarkens en een stal vol kalkoenen en nog wat consumptie konijnen. Een heerlijke beestenboel dus. Ik wist nog van niks en vond het er geweldig. Ben er op alle terreinen ontgroend en heb er veel geleerd van het echte leven. Later toen ik groot werd en een fotograaf, heb ik veel fotoreportages gemaakt in de landbouw. Bij en via een bevriende boer bij Biddinghuizen in de polder. Schitterende bedrijfsprocessen om te zien en heb er bijzonder aardige en gastvrije mensen ontmoet. Tot zover niks aan het handje.

Maar de boer is ook een ouwehoer. Zo dat is eruit. Het lawaai is inmiddels wat verstomd en ook die lagere school rijmpjes langs de weg zien we in de kliko verdwijnen. Nu die irritante vlaggenparade nog. ‘Zonder boer geen voer’ vond ik wel de slechtste van allemaal. Zonder boer geen hele lijst van problemen, maar ook daar zo meer over. Het spandoek dat ik hoogstpersoonlijk in de fik heb gestoken, is deze; ‘als de boer sterft, wordt de honger geboren’. Mijn God (het was uiteraard op de Bible Belt) wat een geloofsidioot is dat!

De afgelopen maanden heb ik vooral geluisterd en gelezen. Aan weinig problemen in dit land zitten zoveel kanten. Die wilde ik graag eerst op een rijtje hebben, voordat ik stoom zou gaan afblazen. En dat zouden meer mensen moeten doen. Want de grootste ouwehoer is natuurlijk de gemiddelde consument. Die heeft zo zijn vaste waarden in het leven; ’kom niet aan mijn gehaktbal’ en ‘ik wil graag veel voor weinig’. Want hij/zij heeft stress van van alles en nog wat, onder andere door een besluiteloze regering. Dus dan spannen we de boer maar voor ons karretje om onze onvrede te uiten over veel meer dan alleen die gehaktbal en onze hamsterzucht. De oplossing van de meeste problemen zit aan de vraag kant en niet aan de kant van het aanbod. We hebben sinds het gestage wegkwijnen van het kapitalisme meer een pull economie, dan een push economie gekregen. Hèt wapen tegen onder andere ons klimaat- en milieuprobleem is ‘consumentisme’. Een vraag gestuurde economie is een krachtig wapen, dat zich helaas niet laat mobiliseren. In Egypte gaat men de straat al op als het brood een paar centen duurder wordt. Hier is het voedsel belachelijk goedkoop en er stunt altijd wel ergens een grootgrutter. Wanneer knallen ze trouwens die hamsters van de AH een keer af!

Consumenten hebben helaas maar twee prikkelzones (laten we de erogene even buiten beschouwing laten); hun tong en hun buidel. Die eerste maakt ze verslaafd aan de verkeerde dingen en de tweede moet gevuld blijven om het eerste te kunnen financieren. Korte termijn bevrediging meestal. En daarin gaat hij (vaker een zij) ver, veel te ver. Overconsumptie en overbevolking zijn nog steeds de bron van alle kwaad. Voor die laatste zie ik alleen maar Spartaanse en onconventionele oplossingen. Die zal ik u besparen. Ik stel de vraag, wat daar tegen te doen, wel eens aan de groepen 5 t/m 8. Kun je lachen.
Aan overconsumptie is misschien meer te doen. Hoewel kinderen van de basisschool met hun tablets gaan gooien als je aan ze vraagt om hier en daar wat te minderen. Ook bij die leeftijdscategorie moet je van hun vlees afblijven en een IPhone hoort echt na twee jaar vervangen te worden. Als docent moet je wel vreselijke ambitieus zijn. Of het goede voorbeeld geven natuurlijk. Dat heb ik een keer geprobeerd in een groep acht in Friesland; het goede voorbeeld geven. Iets met vegetarisch en dierenleed. De volgende dag zat mijn hele auto onder de stickers van het FDF en stond er een ronkende 8-pitter naast mijn auto te posten. Je moet dus tegenwoordig ook nog onverschrokken zijn.

De ‘moderne’ boer is ook niet vies van wat demagogie en slechte marketing. Ze leren snel. Framen wij hen als de grote vervuiler, framen zij zichzelf het liefst nog steeds als het romantische familiebedrijfje in schattige boerderijhuisjes, met leuke boerderijkoetjes en een gezellig boeren campinkje. Waar het leven goed is en alle dagen feest. Hoe moderne boerderijen er werkelijk uitzien en in de toekomst waarschijnlijk allemaal, kun je in de polders zien. Vierkante nieuwbouw huizen (verrassend groot) met daarnaast langwerpige blokkendozen. Netjes verspreid over kavels met kaarsrechte sloten en nog rechtere polderwegen. In de polder is niks krom, daar is over nagedacht. Dus daar is niks romantische aan, want dat zijn industrieterreinen van zand en klei. Als je daar doorheen rijdt, waan je je op een andere planeet. Kale akkers (tenzij er iets op groeit), zover als het oog reikt. Ga daar maar eens een week met je caravan staan en je loopt binnen een dag een polderneurose op. En koetjes zul je er ook niet aantreffen op dit nieuwe land, want het is vooral intensieve landbouw. Intensieve veeteelt vind je van oudsher vooral in, of tegen natuur aan; het oude land. Daar is de grond niet geschikt voor landbouw, dus dan maar beesten fokken. De onvruchtbare zandbak, de Geldersche vallei, is daar een voorbeeld van. En daar zit ‘m nou net de kneep. Op die zandgronden staat het vee vooral in stallen. Want als je boeren wilt verplaatsen naar een nieuwe plek, dan moet die nieuwe plek wel bij hun product passen. Dus een koeienboer verplaatsen naar de kleigrond van een polder, dat werkt niet (natte voeten en natte poten). Zeker niet, omdat we die koeien de stal uit willen hebben, vanwege minder stikstof  productie (pies en poep mengsel). En naar bewoonde gebieden verhuizen gaat al helemaal  niet (stankcirkels en fijnstof). En een bietenboer kan niet uit de voeten op zandgrond. Dus moet je boeren verplaatsen naar een gebied waar hun concurrenten al zitten. En die willen ook niet weg. Ik zou wel eens willen weten hoe dat vroeger ging bij de ruilverkaveling. Is ons ook gelukt. Het is kiezen of delen, buigen of barsten. Maar dan moet je wel stevig beleid durven voeren waar geen spelt tussen te krijgen is. En een evident voordeel bieden natuurlijk. Als dat er al is.

Na de Tweede Wereldoorlog zien we twee tendensen in ons politieke bestel. Er moet en zal een VVD-er op verkeer komen en voor landbouw een CDA-er. Sterke lobby’s voor en door hun achterban. En daar laten ze dus ook hun oren naar hangen. Zeker op deze beleidsterreinen is volstrekt onvoldoende oppositie gevoerd. Anders hadden we deze problemen niet gehad, of we hadden ze al opgelost. Oppositie krijg je altijd monddood door twee zoete broodjes met ze te bakken; werkgelegenheid en vage plannetjes. Geldt trouwens ook voor de kiezer. Vanaf de jaren vijftig hebben we Nederland welvarend gemaakt. Tegen elke prijs. Het water, de bodem en de lucht hebben we daarbij verwaarloosd ten koste van het grote verdienmodel. De Boomers hebben er een kolerezooi van gemaakt, verslaafd aan groeizucht en hebzucht. Milieuschandalen als de Volgermeerpolder vielen op en werden gesaneerd. Maar een bedrijfstak die stelselmatig over het gehele land ongeveer hetzelfde heeft gedaan, daar hebben we minder aandacht voor gehad. Gedekt als zij werd door een hele rij malloten van het CDA (gesteund door de VVD die sowieso alleen maar aan geld verdienen denkt), met de grootste milieucrimineel Henk Bleeker voorop. En die is nu weer de maffiabaas van de melkvee sector. Overeenkomst VVD en CDA? De eerste zegt dat je het milieu mag blijven vervuilen, want we gaan in de toekomst toch allemaal elektrisch rijden, de tweede zegt dat we stikstof later wel oplossen als we de landbouw hebben gemechaniseerd (pfas-regeling).
We zijn jaren lang in slaap gesust met goede voornemens en loze beloftes, als we de voedselproductie maar niet in gevaar brachten. Want die was ‘heilig’ bij de Christenen in de politiek (over Rentmeesterschap gesproken). Nooit meer honger in de wereld en Nederland als de redder in nood. Over framen gesproken. Maar eerlijk is eerlijk, we zijn daarin uit gaan blinken en een voorbeeld geworden voor iedere buitenlandse boer. Naast dat we ons voedsel over de hele wereld exporteren, exporteren we ook veel kennis en innovatie. Dat is dan de goede kant van de zaak.

Naast het CDA is er dan natuurlijk die andere demagogen club; LTO Nederland. Die van der Tak is echt niet meer te hebben. Zit die man daar ook gewoon niet te lang? Zijn plaatje blijft hangen. Heeft u zich eigenlijk wel eens gerealiseerd dat ze niet voor niets Land- en Tuinbouw Organisatie heten. Waar is in de naam veeteelt terug te vinden? Dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat er militante zuilen zijn ontstaan als Agractie en Farmers Defence Force. En ik maak me sterk dat ook de Burger Boeren Beweging er vooral is voor de beestenboer. Aardige mevrouw hoor die Caroline, maar een nieuwe demagoog is opgestaan. Boer Koekkoek was tenminste openlijk koekoek. Deze mevrouw is pas echt gevaarlijk voor ons milieu. Als je zegt er voor de Burgers te zijn, waarom leg je dan regelmatig het burgerleven plat? Daar gaat je draagvlak. Wat mij betreft is de Burger de excuustruus om het vooral over de Boeren te kunnen hebben. Want als ze het terloops wel over de Burger heeft in haar tv-praatjes, ook dan wordt weer dat romantische plaatje van een reeds vervlogen platteland van stal gehaald. En waarom slaan ze trouwens die Buitenlui over? Dat zijn wel degenen die straks die failliete inboedel moeten opkopen om er nog een beetje bewoonbare plek van te maken. Al die leuke woonboerderijtjes zijn al opgekocht door vermogende Buitenlui. Ook geen sympathiek volk, want je zult die patsers maar hebben als buurman, klagend over stank- en geluidsoverlast. En dan nog de B van Buitenlanders (sorry, statushouders allitereert niet lekker). Dat zijn tenslotte hun werknemers. Kunnen ze ook niet zonder en moeten ze ook binnen boord zien te houden. Beter betalen en huisvesten zou ook al helpen. Dus als Carolijntje heel Nederland wil veroveren, noem jezelf dan BBBBBB. Maar wacht even, dat is een B teveel. Die is van koeienstront, maar dan in het Engels.

Toen we met z’n allen door kregen dat we meer beesten in stallen hebben staan, dan mensen in huizen, werden deze ‘one issue’ actiepartijtjes ineens wakker. Ze hebben ons door! Daar heeft Marianne Thieme veel energie in gestoken. Zij was echter een roepende in de groene woestijn. En nu is dat Esther Ouwehand. Ik stem al jaren op de PVdD, maar verwacht er eigenlijk wel ietsje meer van. Het is het land van de regerende minderheden. En dat zijn de boeren ook. Wist u dat ze met z’n allen maar een kleine 7% uitmaken van het Bruto Nationaal Product. Dan trekken ze best wel een grote broek aan als je Nederland zo plat legt en gijzelt met je kletspraatjes. Overigens is minder dan de helft van die omzet plantaardig en een dikke veertig procent dierlijk. Het probleem zit hem er vooral in dat boeren maar liefst meer dan de helft van het totale landareaal bezetten, sorry bezitten. En dat geeft ze dus wel een machtspositie. Overigens is maar dertien procent van Nederland bebouwd en slechts een derde natuur. Je kunt dus op je klompen aanvoelen dat met zoveel landbouwareaal in je bezit, je invloed op de omgeving dus ook gigantisch is. Waar je ook gevestigd bent. Bij Arjan Lubach zag ik hoeveel procent van dat landbouwareaal eigenlijk benut wordt. Namelijk vooral voor het verkeerde gras en gemanipuleerd mais om beesten mee te vetmesten. Ruim de helft van het jaar ligt het niks te doen.

De landbouw is voor meer dan de helft verantwoordelijk voor het stikstof probleem. Wat is stikstof eigenlijk? Ik vraag altijd aan de kinderen in de klas of het een stof is waar je van stikt. Voor hun altijd een eye opener als blijkt dat je er juist mee ademt, maar dat er verschillende soorten stikstof zijn. Met name de ammoniak uit mest is naast schadelijk, ook gevaarlijk om in te ademen. Het maakt het er allemaal niet duidelijker op voor kinderen en andere laag opgeleiden. Het is dus vooral een meststof. Als afvalproduct van de uitstoot door verkeer, industrie en de landbouw daalt het neer op de grond. Daar ontstaat niet meteen een probleem door, want sommige planten groeien er enorm goed van. Ze groeien echter zo snel en talrijk, dat ze de omgeving domineren en ‘belangrijkere’ planten geen kans geven. Berenklauw, brandnetel, braam, kleefkruid, bosrank en pijpenstrootje zijn zo van die planten die zijn gaan woekeren. Planten die voor de biodiversiteit (insecten, spinnen, vlinders, vogels) van belang zijn, worden verdrukt.
Stikstof die neerdaalt bij de boer zelf, is een soort van gratis kunstmest. Het wordt pas weer een probleem als diezelfde boer elk jaar opnieuw extra (kunst)mest uitrijdt. Het probleem zit hem dan ook vooral in natuurgebieden die helemaal niet zitten te wachten op die extra ‘bemesting’. Juist schrale natuur is erg bio divers en uniek. Verder verstoort het allerlei belangrijke bodemprocessen.
Kijk maar eens hoe weinig bloemrijke planten en kruiden we nog hebben in de natuur en hoe snel de paddenstoelenstand achteruit holt. En tel de vlinders (aantallen soorten) in de natuur maar eens in de zomer. Je komt bedrogen uit.
De dooddoener van de boer is altijd dezelfde; ‘we hebben al zoveel gedaan’. Maar ‘to little to late’ wat mij betreft. Als iets niet genoeg is, of het werkt niet, hou dan eens op met datzelfde plaatje af te draaien en accepteer de grenzen aan de groei.

De problemen die de agrarische industrie ons oplevert en de kosten die dat met zich meebrengt, tref je hieronder puntsgewijs (22 maar liefst!). Anders wordt het een net zo onoverzichtelijk verhaal als je vaak in de media hoort. Telkens een snipper en nooit het hele velletje. Dat onze agrarische sector de tweede voedselproducent van de wereld is geworden, dat is knap en heel mooi, maar de kosten daarvan worden onevenredig afgewenteld op de samenleving. Dus van die 6 procent BNP mag je gerust de helft aftrekken aan kosten voor de samenleving. Dit zijn de belangrijkste.

1) De torenhoge subsidies die boeren jaarlijks ontvangen, maken een groot deel uit van hun inkomen. Betaalt uit belastinggeld dat via Europa weer terug wordt gesluisd. Wij betalen dus indirect mee aan hun inkomen. Ooit bedacht om de voedselzekerheid te garanderen en te grote schommelingen in de markt op te vangen voor de boer. Wie kent de melkplas en de boterberg nog?

2) De kosten die het RIVM moet maken bij het ontruimen van stallen, na de zoveelste uitbraak van een virus, wordt betaald uit overheidsgeld.

3) De kosten voor de gezondheidszorg bij het uitbreken van de zoveelste Zoönose (dierziekten die overspringen op de mens) zijn enorm. En het wordt allemaal nog erger als er ‘lock downs’ dreigen en de samenleving miljarden aan verliezen lijdt. Dit bedrijfsmodel legt de samenleving keer op keer lam. Teveel dieren op een te klein oppervlakte en veelvuldig gesleep met beesten en dierlijke producten zijn daar de oorzaak van. Wat hebben we al niet te verduren gehad, al dan niet voor ons ziekmakend; varkenspest, gekke koeien ziekte, mond en klauwzeer, vogelgriep, Corona, Q-koorts, Salmonella, etc. En dan hebben we het nog niet over vervuild voedsel dat uit de schappen moet worden gehaald, omdat er weer eens een illegale vermenging heeft plaats gevonden. De NVWA wordt trouwens ook voor een deel gefinancierd door de overheid en dus door ons.

4) Als boeren beregenen en voor een daling zorgen van het grondwaterpeil, heeft dat verstrekkende gevolgen voor de Waterschappen. Die moeten dan bijspringen om de problemen op te lossen en ook die worden betaald, u raadt het al, uit algemene middelen.

5) Natuurherstel als gevolg van de schade door de landbouw aangericht, wordt bekostigd uit de middelen van onder andere Staatsbosbeheer. Gefinancierd door de belasting betaler.

6) Tijdens het oogstseizoen vervuilen de boeren openbare wegen met hun modder en dat mag de gemeente weer opruimen, om de verkeersveiligheid te herstellen. Gemeenschapsgeld wederom.

7) De protesten met hun trekkers en het plaatsen van vlaggen en spandoeken leveren veel rotzooi op. Gemeentes mogen ook dat weer opruimen. Kosten van het herstel van het Malieveld liepen in de tienduizenden euro’s. Opruimen van brandstapels en ander protestafval in de rest van het land nog vele malen meer.

8) Het blokkeren van wegen levert veel economische schade op voor de consumenten van hun eigen producten. Je treitert de verkeerde mensen. Bovendien kost het veel menskracht van de politie, die we elders veel beter kunnen gebruiken. De meeste van die acties (lees verkeersovertredingen) zijn ook nog eens strafbaar en ze komen er nog mee weg ook. Blokkeer Friezen zijn blijkbaar crimineler dan blokkeer boeren.

9) Trekkers rijden allemaal nog op diesel en vervuilen op het eigen erf al behoorlijk, maar als ze voor de lol ook nog eens honderden kilometers voor niets op de openbare weg gaan staan dampen, dan vererger je juist het door hen zelf veroorzaakte probleem. En niet alleen tijdens acties. Boeren scheppen er blijkbaar ook plezier in om juist tijdens de spits met landbouw vehikels het verkeer te vertragen.

10) Nog maar een rijmpje; ‘de boer is een hoer’. In de betekenis dat ze zich voor geld hebben overgeleverd aan de Rabobank, de kunstmest leverancier, de veevoeder bedrijven, Europa, slachterijen, bestrijdingsmiddelen fabrikanten en bovenal de Unilevers van deze wereld. Zij bepalen tegen welke prijs ze moeten inkopen en tegen welke prijs ze mogen verkopen.
Kalvermesters krijgen bijvoorbeeld maar een schamel loontje en zijn in loondienst van een veel te machtig veevoederbedrijf, annex slachterij. En Unilever hanteert wurgcontracten en eist inzage in de boekhouding van boeren. Boeren hebben het ondernemerschap uit hun bedrijf weg laten chanteren. Ze hebben dus eigenlijk helemaal geen invloed meer. Maar zeg dat dan. Allemaal prima als dat je keuzes zijn, maar ga dan niet op televisie lopen zeuren dat je ‘slachtoffer’ bent van het systeem. Want daar ben je zelf onderdeel van. Ze kennen allemaal de collega’s die zich vrij hebben gemaakt van deze maffia praktijken. Maar wat ze vooral zien, is dat zij de eerste vijf jaar moeten sappelen en daarna iets minder verdienen. En ook dat is een keuze. Schaalvergroting leidt in bijna alle sectoren tot de uiteindelijke  ineenstorting van het systeem.

11) De agrarische industrie is maar een hele kleine werkgever. Vaak zijn het familiebedrijven die door vergaande mechanisatie met het gezin en hier en daar een familielid de zaak prima rond kunnen krijgen. De boerenknecht bestaat al lang niet meer en dat waren er vroeger ook al niet veel. De meeste werkgelegenheid zit in de grotere tuinbouwbedrijven (inclusief de bloementeelt). En die gebruiken veel arbeidsmigranten voor dat werk. Die ze vervolgens vaak onderbetalen en het huisvestingsprobleem afwentelen op de samenleving. Zij hebben hele volksstammen deze kant opgehaald (frame; omdat de Nederlander dat werk niet wil doen), omdat de productie zo massaal is geworden dat er in Nederland überhaupt te weinig mensen wonen om dat vele werk te kunnen doen. Bovendien zijn Nederlanders wel kritisch op hun arbeidsomstandigheden en kunnen elders meer verdienen.
De samenleving mag dus al die arbeidsmigranten gaan opvangen en huisvesten, uitkeringen betalen, gezondheidszorg aanbieden, etc. De sector doet er zelf veel te weinig aan om dat intern op te lossen. Wederom een forse kostenpost voor de samenleving. Nog maar te zwijgen over het feit dat onze jeugd achteraan kan aansluiten als het om de toewijzing gaat van het schaarse woningaanbod.
DE olifant in de kamer, ook van het asielbeleid.

12) Waar de kosten nu nog niet van zijn te overzien, is de hoeveelheid illegale dumpingen op het eigen erf en weiland die er zijn geweest de afgelopen tientallen jaren. Asbest is er daar een van, maar ook ruwe olie en kadavers horen daarbij. Bekend is dat er op veel weilanden zo’n klein nog niet omgezaagd bosje ergens achter op het land staat, waar miltvoer in de grond zit. En die zit daar voor eeuwig. Als die ooit uitbreekt bij onteigening van de grond, je houdt je hart vast. Elk boeren erf dat wordt omgezet in een andere bestemming, zal grondig moeten worden gesaneerd, zo vervuilt is de grond.

13) Nadat we de fosfaten uit het oppervlakte water hadden verwijderd (daar was de boer nou eens niet schuldig aan) hebben we de aandacht laten verslappen. Het uitrijden van natte mest dat direct in de sloot wordt geslingerd (gieren), of uitwatert vanuit de grond (injectie), heeft ervoor gezorgd dat er in geen enkele sloot in Nederland nog waterleven voorkomt. Kikkers en salamanders zijn zo goed als verdwenen en er groeien alleen nog maar exoten; waterplanten die hobbyisten hebben gedumpt uit aquaria en vijvers. Het eerlijke verhaal is dat er weer een CDA minister een uitzonderingspositie had bedongen in Europa en de huidige minister terug wordt terug gefloten door datzelfde Brussel. Gelijke monniken, gelijke kappen. Wat elders niet mag, dat mag hier ook niet. Ook al hebben we stront teveel, omdat we beesten teveel hebben. En als je het oppervlaktewater zelf hebt verpest, dan los je het zelf ook maar op. En niet weer de gemeenschap op laten opdraaien voor de sanering van onze watergangen. Want dan ligt de sloot ineens op gemeentegrond.

14) Een beetje vergezochte kostenpost is dat we eigenlijk gedwongen worden biologische producten te kopen. Tenminste als je gezondheid je lief is. Wel weer gunstig voor de bio boer. De agrarische industrie heeft het aantal nutriënten (nuttige voedingsstoffen) in de gemechaniseerde landbouw zover terug laten zakken, dat alternatieve, veel gezondere en voedzamere producten daardoor duurder zijn geworden. Door het uitputten van de landbouwgrond (kostenbesparing, mechanisatie, kunstmest, bestrijdingsmiddelen, etc.) is het onmogelijk om echt gezond voedsel te produceren.
Ik zeg niet dat het ongezond is, maar er zit vrijwel niks meer in. Het aantal voedsel gerelateerde aandoeningen is enorm toegenomen en de weerstand van mensen tegen ziektes wordt ook steeds minder. Uiteraard ook door veel andere oorzaken, maar voedsel speelt daarin een belangrijke rol. Kwantiteit gaat boven kwaliteit, op de grens van het toelaatbare.

15) De maatschappelijke kosten van het gebruik van pesticiden laten zich lastig berekenen. Maar die moeten immens zijn. Naast dat je er goed ziek van kan worden, heeft het de natuur ook om zeep geholpen. De biodiversiteit is achteruit gehold door het massaal afslachten van insecten. 60% is verdwenen in slechts 20 jaar! Als dat dan geen ‘wake up call’ is, dan weet ik het ook niet meer.
We kunnen elkaar wel van alles de schuld geven, maar evident is dat alleen de landbouw deze troep gebruikt. Je krijgt dan het bizarre plaatje dat op een akker waar Glyfosaat wordt gebruikt, kunstmest wordt uitgestrooid en pesticiden worden gespoten, er dan zo’n sneu kruidenmengsel langs de akkerrand wordt ingezaaid. Daar zit dus geen insect meer in. Trouwens ook niet, omdat die nectar nodig hebben en dat zit er vaak helemaal niet in, in die gemanipuleerde sierplantjes. En het mogen ook geen zaaddragers zijn, want dan krijgen we ‘onkruid’ in de akker. Al deze goedbedoelde ‘green washing’ werkt niet (meer). Ze verbinden natuurgebieden niet, dus soorten bereiken ze niet.
Helemaal een gotspe is de campagne van weer diezelfde Albert Heijn. Die plaatst een vaag bord en een insectenhotel vooral goed zichtbaar bij de ingang van het erf langs de openbare weg en beweert dat het dankzij hen een bio boer is geworden. Terwijl het achter de schermen nog steeds hetzelfde niet biologische bedrijf is met hetzelfde wurgcontract. Wanneer wordt iets oplichting vraag ik me dan af. En er zit bij AH ook duidelijk geen insectenkenner in het campagne team. Op die plek gaat er namelijk geen beest inzitten. Maar deze bijzaak terzijde.

16) Stank, fijnstof en lawaai is wat het platteland ook typeert als je er toevallig in de buurt woont. Ventilatoren van stallen die dag en nacht draaien, landbouwwerktuigen die zowat het jaarrond over het land en de rondwegen rijden met diesels die ver boven de geluidnorm draaien. In het Katholieke deel van Nederland ook op zondag na kerk en kroeg. En waarom moet er eigenlijk tot s’ avonds laat nog geoogst worden bij het felle licht van schijnwerpers? Tegenwoordig wordt de mest geïnjecteerd. Maar toen de giertank nog rondreed, was het echt dagen niet te harden van de stank. Nu hebben we alleen nog de stallen waar die vieze lucht uitkomt. En begin nou niet meteen over de luchtwassers, want die hebben de meesten van hen nog niet. Bovendien werken ze maar ten dele. Als je in de buurt van een boeren bedrijf iets wilt bouwen om in te wonen, krijg je te maken met veel milieu belemmeringen. Stankcirkels, luchtkwaliteit, etc. belemmeren je dat. Nog los van de landelijke stikstofwetgeving. Dus nieuwbouw in het buitengebied wordt nogal eens geblokkeerd door regelgeving rondom deze bedrijven. Dat weet minister de Jonge ook, want binnenstedelijk bouwen is het devies. Weer een truc om de problemen te omzeilen. Dan kun je als boer zeggen dat je daar al veel eerder zat, maar het algemeen belang dient zich nou eenmaal aan in een snel groeiend land.
Ik heb het zelf aan den lijve ondervonden. Toen er een woonwijk werd gepland op nog geen vijf meter van de erfgrens van mijn monumentale boerderij (ja, ik was ooit ook een Buitenlui), toen was de bestemmingplanwijziging er snel doorheen. De onteigende boerenbedrijven rondom de bouwplaats kregen flink gunstige uitkoopregelingen ter compensatie. Zoals te goedkope bouwgrond voor wel heel luxe woningen voor hen en hun kinderen. Het is maar wat je principes je waard zijn.
 
En in plaats van dat er een stinkbedrijf strak tegen een Natura2000 gebied aan schurkte, doet dat nu een stinkwijk met 160 woningen. Als je het mij vraagt is stikstofvervuiling ingelost voor milieuvervuiling in de breedste zin. Die ene trekker is nu ingeruild voor 200 auto’s die af en aan rijden en rust heerst er nog veel minder. Liepen er vroeger nog reeën over het land, schreeuwen nu de kinderen op hun trampoos en in hun pop up zwembaden. En het stalfeest heeft plaats gemaakt voor de buurtbarbecue. De vooruitgang zullen we maar zeggen.

17) Krokodillentranen zie ik te vaak op tv. Wij (de stadse mensen) zouden hen (de bewoners van het buitengebied) niet waarderen en begrijpen. Klopt! En daar hebben de oorspronkelijke bewoners van het platteland dan ook flink hun best voor gedaan. De boerengemeenschap is van oudsher een gesloten gemeenschap met zijn eigen kroegen (2 per dorp), kerken (3 per dorp), slagerijen (2 per dorp), voetbalclubs (2 per dorp), crossbanen, bierketen en feeststallen. Keurig netjes verdeeld tussen de Refo’s en de Hevo’s op de Veluwe en de Kato’s in het Zuiden. Een vrije samenleving die zo haar eigen regels en wetten hanteert. Hard werken, lekker zuipen, crossen en feesten. Hebben we nog een festival aan te danken. En als je halsstarrig blijft praten in je eigen vaak onverstaanbare dialect (taal voor de Friezen), dan bevorder je ook je eigen integratie niet. Boeren willen vooral geen inmenging van stadse fratsen. En wat mij betreft ook terecht. Het leven op het platteland is ook veel leuker dan in de Randstad. Ik heb zoals gezegd mijn hele jeugd op de boerderij gewerkt. Heb er helaas ook mijn broertje verloren door een zuipfestijn in combinatie met een wegrace. Dat hoort er blijkbaar ook bij in de boeren gemeenschap; een fors hoger cijfer bedrijfsongevalletjes, of erger dus.

Maar als het aankomt op landelijk beleid dat er is voor alle Nederlanders, dan zijn boeren daar ineens de dupe van vinden ze. Niet de hand in eigen boezem steken, maar voor de slachtofferrol kiezen.
Dan is het wel de hand ophouden om de problemen op te lossen. Ineens hebben ze ‘ons’ wel nodig.
Voor begrip, troost en compensatie. Het wij/zij denken is voornamelijk door boeren zelf gecreëerd. Dat blijkt vooral uit nog zo’n loze kreet op een spandoek; ‘trots op de boer’. Tot wie richten zij zich dan? Is het een commando, een wensgedachte, een vaststelling van een feit, zelfreflectie? Wat moeten wij ermee? We zijn al jaren trots op jullie voor wat jullie voor ons land betekenen, maar blijkbaar twijfelen jullie daar zelf nog aan.

18) Zwarte handel en gesjoemel met voedsel. Vroeger toen we nog geen NVWA hadden en het fokvee nog geen oormerk, of chip had, was er een levendige handel in vlees. Niemand wist precies hoeveel batterijkippen, of kistkalveren er precies opgesloten zaten in die donkere stallen.
En of het veilig vlees was, daar moest je maar op vertrouwen. Ook toen daar maatregelen voor kwamen, schreeuwden boeren moord en brand. Inmenging in hun bedrijfsvoering vonden zij. Je hoort het nog steeds. Boeren schijnen maar niet te willen beseffen dat ze zeer kwetsbare producten maken. Die gaan door onze magen heen en als het ook maar een klein beetje mis gaat, dan vallen er doden. Dus ook daardoor strengere regels en controles. En nog steeds zijn er tientallen voedselschandalen geweest de laatste jaren. Niet altijd op het boerenerf, vaak ook in slachterijen en in de voedsel verwerkende industrie. Je kippenschuur schoon laten maken met een illegaal middel, daar ben je wel zelf bij. En verantwoordelijk voor. En als er weer eens een stal wordt geruimd, ga dan niet op de televisie staan janken dat je dat zo erg vindt voor de dieren, want je was ze al aan het mishandelen en dood moesten ze toch wel. Meer dan een product is het niet voor de boer en dus zijn de tranen vooral voor het verlies van inkomen. Dat die beesten ziek worden, komt door het fokmodel. Teveel beesten op een te klein oppervlak, teveel vervoersbewegingen, te weinig hygiëne maatregelen, het verkeerde voer (dierlijk), etc. Risico van het vak. Kun je je allemaal tegen verzekeren, of met de hele bedrijfstak een fonds voor oprichten. Maar ook nu heeft de natuur het weer gedaan. Die rotganzen ook met hun ziektes.

19) De boer moet natuurbeheerder worden van de overheid, zo is de visie voor de toekomst. Dat is zoiets als aan een pyromaan vragen of hij brandweerman wil worden. Je vraagt aan de vervuiler en stikstofontkenner om zijn zelf veroorzaakte ellende te herstellen. Boeren hebben hun vizier van nature letterlijk staan op het elimineren van natuur. Hazen, konijnen, ratten, muizen, roofvogels, kraaien, roeken, duiven en mollen werden tot nu toe van hun land verwijderd. Die brachten op de een of andere manier schade toe aan hun gewassen. Verder hanteert de boer de pesticidespuit naar hartenlust. Dus met insecten(eters) en vlinders hebben ze ook al niets. De weidevogelstand is hard achteruit gehold. Er wordt al jaren gesoebat wie, of wat daar schuld aan heeft. Feit blijft dat met het huidige business model vrijwel geen weidevogel meer tot een broedsucces komt. Op een enkele bio boer na die het wel snapt. Maar helaas zijn dat hele kleine oases in een gigantische groene woestijn. Verder worden sloten elk jaar op voor amfibieën, vissen en andere waterbeestjes het meest ongunstige moment volledig leeg getrokken. Bomen, struiken en hagen die op, of te dicht op hun akker staan, worden gesnoeid of omgezaagd, omdat ze bladval, zaden en schaduw als negatieve eigenschap hebben. Onkruiden worden bestreden (Glyfosaat) en over de belabberde water- en grondkwaliteit hebben we het al gehad.
Dus dat wordt flink omscholen voor de gemiddelde landbouwer en beestenboer. Wie gaat die bijscholingscursus betalen? Ik schat een of ander ministerie. Dat we dan uiteindelijk voor dat beheer gaan betalen, komt dus ook weer uit de staatskas. Want de natuur is van iedereen. Ik hoor u denken; ‘somebody has to do the dirty job’. Benieuwd wie dat dan weer gaat controleren. Nog een taak erbij voor Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de Landschappen, Vogelbescherming, Vlinderstichting, Zoogdierenvereniging, IVN, KNNV, RAVON, FLORON, SOVON? Mijn hemel wat lopen er een hoop logo’s rond in die 17% natuur!

20) Het gesleep met eten is verre van duurzaam. Dat ruim 60% van wat hier wordt gekweekt en gefokt en over de hele wereld wordt verscheept, is bijzonder slecht voor het milieu. Ons milieu. En dat 70% van wat er in de supermarkt ligt weer uit het buitenland wordt geïmporteerd is helemaal bizar. Sperziebonen uit Senegal en aardbeien uit Israël. Hou op hoor! Dus dat wij honger zouden gaan lijden als er hier een paar boeren stoppen, is een leugen voor de bühne. Wij (de consument) zal veel meer streekgebonden producten moeten gaan kopen, in het seizoen. Dat levert weer extra omzet op voor de boer, die zo zijn gemiste export kan compenseren.

21) Indirect werken boeren mee aan het blokkeren van welvaart in andere Europese landen, met name in het Oostblok. Als daar geproduceerd kan worden wat daar beter thuis hoort, met minder kosten, dan gaan ze daar ook meer verdienen. En blijven die loonwerkers ook daar. Gewassen die het hier niet doen, zijn al weg. Diverse granen bijvoorbeeld. Ik kan me zo voorstellen dat we er hier een groot deel van die beesten uitgooien en op onze mini akkertjes bio gewassen gaan verbouwen, of nieuwe gewassen die passen bij een meer plantaardiger dieet. En dat landen met gigantische oppervlaktes aardappelen, bieten, wortelen, uien, etc. gaan telen. Die moeten dan wel weer deze kant opkomen, maar binnen Europa moet dat kunnen. Mits met schone vervoersmiddelen en niet met lege vrachtwagens rond toeren.

22) En onze grootste kostenpost? Boeren uitkopen, of verplaatsen. En dan ook nog tegen 120% van de waarde met compensatie van alle kosten! Waarom maken we eigenlijk een uitzondering voor deze bedrijfstak? In de geschiedenis zijn al vele industrieën uit Nederland verdwenen, geminimaliseerd, of gewoon opgehouden te bestaan. Textiel, glas, grafische industrie, mijnbouw, tabak, leer, vliegtuigbouw, auto industrie, scheepsbouw, om er maar een paar te noemen. Meestal gewoon door marktwerking en de wereld economie. Daar zijn hooguit wat afvloeiingsregelingen getroffen voor het personeel, maar er is geen cent betaald voor de verdampte goodwill. Dat is de mores van het ondernemerschap. Het risico van het vak zogezegd. Maar het helpt blijkbaar als je jezelf tot slachtoffer maakt van het systeem. Dan voelt het systeem zich ineens verantwoordelijk.
Ten langen leste betaalt ook nu de Nederlander deze regelingen vanuit de Staatskas. Dat boeren slechte ondernemers zijn, dat blijkt ook nu weer uit het feit dat ze anderen hun beleid laten bepalen en dat ze blind waren voor de kansenloosheid van deze manier van ondernemen op de lange termijn. Een echte ondernemer stelt zijn plannen tijdig bij. Dat er voor de meeste bedrijven geen opvolger is, dat zegt denk ik ook genoeg. Er studeert nu een generatie af aan de Land en Tuinbouw (hoge)school die haar kansen wel goed inschat en er dus niet meer aan begint, of op een andere manier. Bovendien kunnen ze elders veel meer verdienen zonder ook nog eens hun gezondheid op het spel te zetten.

Zoals de poëet des vaderland Benny Joling al dichtte; ‘de boer is troef, de boer is troef. De ene dag is hij de koning en de andere dag een boef’. Maak je vrij van toeleveranciers en afnemers en vraag een goede prijs voor je producten. Ga op cursus bij natuurbeschermers, verdiep je in permacultuur en voedselbossen. Stop met het dwars zitten van de Burger, maar richt je pijlen uitsluitend op Boeren Bestuurders. Laat van der Tak, Van der Plas en Bleeker gaan Pim Pam Petten op de eeuwige grasvelden. Reserveer je winsten en boycot de Rabobank. School je om van vlees naar groenten, word imker, start een BSO, word zorgboerderij, leg een pluktuin aan, start een camping, of begin je eigen winkel met biologische groenten en kaas. En als je dan toch niet zonder beesten kunt, maak er dan scharrelvlees van. Wordt het voor jullie ook allemaal een stuk leuker en heb je mij weer terug als klant. Dus minder zorgen, risico’s spreiden en meer verdienen. Dan zijn wij die Burgers die jullie daar maar al te graag bij willen helpen. Daar heb je helemaal geen BBB voor nodig. Want met de BBB wordt het echt niet Beter.
 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2023/3/de-boer-is-een-ouwehoer Tue, 14 Mar 2023 16:50:19 GMT
Kan het een toontje lager alstublieft! https://www.bartfotografie.eu/blog/2021/4/kan-het-een-toontje-lager-alstublieft Hyperacusis, is Grieks voor 'ik hoor teveel'. Mensen die dit hebben, ervaren gewone geluiden als hinderlijk, indringend, of zelfs pijnlijk. Wie overgevoelig is voor geluid, kan het vele geluid dat om ons heen is in de moderne wereld, niet filteren. Dat betekent, dat die mensen de hele dag worden overladen met onaangenaam en meestal onvermijdelijk geluid. De ernst en mate van hyperacusis verschilt per persoon. Hyperacusis komt voor bij alle leeftijden en is meestal chronisch. Iedereen heeft een geluidstolerantiegrens. Geluid boven deze tolerantiegrens is pijnlijk. Bij mensen met hyperacusis is de bovengrens gezakt. Hierdoor kunnen ‘normale’ geluiden onverdraaglijk zijn. De volumeknop van omgevingsgeluiden staat voor iemand met hyperacusis permanent op een te hoge stand. De oren van mensen met hyperacusis hebben een beperking in het zogenaamde ‘dynamisch bereik’. Het dynamisch bereik is het vermogen van onze oren om zich snel aan te passen aan wisselende geluidssterkten. Snelle veranderingen in geluid kunnen door mensen die overgevoelig zijn voor geluid moeilijk worden verwerkt, waardoor geluiden niet worden gedempt en pijnlijk luid, vervormd, of scherp binnenkomen.

Misofonie, is Grieks voor 'haat van geluid'. Mensen met misofonie ervaren extreme walging, afschuw, haat, of woede bij bepaalde 'normale' geluiden. Vaak zijn dit geluiden die door mensen worden gemaakt, zoals adem- of eetgeluiden. Over misofonie is nog niet veel bekend. Het is nog niet duidelijk hoe vaak het voorkomt. Mensen met misofonie hebben zoveel last van de heftige emoties die de betreffende geluiden bij hen opwekken, dat ze die geluiden zoveel mogelijk gaan vermijden. Wanneer mensen met misofonie wordt gevraagd wat zij zich herinneren als ontstaansmoment, noemen zij vaak een herinnering van geluiden aan de eettafel, zoals het smakken of slikken van een gezinslid. Maar lang niet iedereen die zich ergert aan dit soort geluiden ontwikkelt misofonie. Er wordt daarom onderzoek gedaan naar o.a. erfelijke factoren die een rol zouden kunnen spelen.

Tot zover de wetenschappelijke duiding. Heb je daar zoals ik ook nog tinnitus, migraine en chronische Lyme bij, alle drie bekend om hun overgevoeligheid voor geluid, dan heb je een flinke klus te gaan. Sinds mijn jeugd reageer ik naar sociale maatstaven te heftig op lawaai, of bepaalde geluiden. De omgeving reageert dan op zijn beurt weer geïrriteerd, afwijzend, of zelfs geschrokken op mijn uiting daarvan. En die uiting kan soms flink agressief zijn. In de loop der jaren, en zeker na de gedane testen en de diagnoses daaropvolgend, heb ik geleerd het te hanteren en me er zelfs soms voor af te sluiten. Mindfulness heeft me daarbij goed geholpen. En ook cognitieve gedragstechnieken moesten er aan te pas komen. Maar nog steeds moet ik op mijn hoede zijn om daarin niet door te slaan in de aanwezigheid van kwetsbaren en dierbaren.

In de huidige samenleving, die werkelijk hoog zwanger is van geluid, voel ik me opgejaagd door de drang om geluiden te ontlopen. Bij de keuze van mijn woningen bleek dat ook een rol te spelen. In het begin nog onbewust. Het op kamers wonen als student, was gerelateerd aan overlast. Maar dat hoorde erbij. Het studentenleven is nou eenmaal 'dynamisch'. Popconcerten, festivals, sportwedstrijden, theatervoorstellingen, kroegen en disco's, ik kon het allemaal verdragen. Voor even. Je voelt je al gauw een ouwe lul als je klaagt over geluidsoverlast op die leeftijd.
Mijn eerste koopwoning was in een straat in een arbeiderswijk, vlak naast het spoor van Hilversum. Dag en nacht rangeerden daar honderden treinen. Als de grond droog, of bevroren was, lag je letterlijk te schudden in je bed. Overdag ving het dubbele glas voldoende lawaai op, maar in de nacht, als het raam op een kiertje stond voor frisse lucht, hielden de goederentreinen van de VAM en de nachttreinen van de Deutsche Bundesbahn mij uit mijn slaap. De oordopjes deden hun intreden. Ik heb er negen jaar gewoond. Vaak fantaseerde ik in mijn halfslaap dat ik een raketwerper aanschafte en die richtte op de machinist. Of om in mijn blote piemel (ik slaap zonder pyjama) op het spoor te gaan staan en ze tot stoppen te dwingen. En meer van die achterlijke hersenspinsels.

Toen het me eindelijk teveel werd en ik tegelijkertijd ook de vrouw van mijn leven tegen kwam, besloten we een boerderijtje te kopen op de Veluwe. Op zoek naar rust. We werden iets te snel verliefd. Op elkaar en op een monumentale bouwval. In twee uur tijd hadden we hem in ons bezit en 14 jaar verbouwing zou volgen. Al gauw bleek ons monumentje aan een drukke provinciale weg te liggen en grensde aan de andere kant aan landbouwgrond. En die werd nogal intensief bewerkt. Er was altijd wel een machine bezig met grond of gewas. Onze Aardhuisweg bleek een favoriete route te zijn voor zo ongeveer alles wat een groep kon vormen; clubs van gewone old timers, militaire 'keep them rolling' oldtimers, racefietsers, puzzelritten, parades, fanfares, begrafenisstoeten (dat doen ze op de Biblebelt lopend en tranen trekkend traag), protestmarsen, 'trekker trek', claxonnerende vrachtwagen kolonnes met en voor gehandicapten, clubs van 1 type auto en gewone dagjesmensen met hun gewone auto. En het bleek ook nog een sluiproute te zijn tussen de A1 en de A28.
Maar vooral was onze straat populair bij motorclubs. Honderden, vooral op zon- en feestdagen en op alle andere droge zonnige dagen van het jaar. Straks meer vuurspuwende verhalen daarover. Al mijn spaarcenten, bloed, zweet en tranen en een scheiding later, was ook dat voorbij. Ik trok het niet meer. Bovendien werd mijn uitzicht over de landerijen door de lokale akkerbouwer verpatst aan de lokale woningbouwvereniging. Handjeklap, hoezo bestemmingsplanwijziging en inspraakprocedures? Het idee dat er een schreeuwende woonwijk naast mijn geitenweitje (trouwens ook gekmakende beesten) zou komen, werd me teveel. Ik moest afscheid nemen van mijn jeugddroom. De plek waar ik oud wilde worden, had me vijf jaar van mijn leven gekost.

De opbrengst van de boerderij moest mijn spaarpot worden voor later. Maar precies in 2008 kostte de bankencrisis ons 1,5 ton in de verkoopprijs en de helft van de rest ging op aan mijn scheiding. Wat er over bleef, was niet genoeg om weer een huis van te kopen. Bovendien was het crisis en had ik ineens geen reclamebureautje meer. En om die paar spaarcenten in de vrije huur te laten verdampen, daar was ik nog net iets te zakelijk voor gebleven. Betaalbare sociale huurwoningen waren toen ook al vergeven. Wachtlijsten van minimaal tien jaar. Ook voor een alleenstaande vader met twee kleine kinderen. Want urgentieverklaringen zijn er alleen voor moeders.
Ik had in die periode een milde vorm van ontoerekeningsvatbaarheid. In een lawaaistraat wilde ik echt niet meer wonen. Daar zou ik na al die tegenslagen niet van opknappen. Ik kocht dus nogal impulsief een recreatiechalet midden in het bos van Garderen. We noteren de lente van 2009. Het was er heerlijk rustig. Het enige geluid dat je hoorde was van de wind in de bomen en de duizenden nieuwe vogelvriendjes met hun levenslustige gezang. Behalve dan toch weer sommige soorten. Want zo word je toch weer geconfronteerd met je gehoorafwijking. De Gaai trok ik als eerste niet met zijn gekrijs. Ruziënde merels zijn ook vreselijk en de zanglijster kun je na een paar dagen ook wel uit de boom schieten. Maar voor de kenners; de 'rain song' van de vink is echt niet te hebben! Zelfs niet voor een normaal mens. Ik heb ze wel eens met stenen bekogeld. Van alle andere gevederde vriendjes heb ik alleen maar genoten. Zo erg is het nou ook weer niet. Het gehoor is selectief zullen we maar zeggen.

 

In het begin was ik als vijftiger verreweg de jongste op het park. Mijn buren lazen vooral boeken en hadden het al snel te koud. Dus een enerverend buitenleven was er niet. En er waren geen wipwappen, dus voor kinderen ook minder geschikt. Ja, het was er heerlijk rustig. Totdat!
Ineens bleek tweeverdienend Nederland in de eerstvolgende crisis, die van Covid19, het recreatieobject te hebben herontdekt. Deze categorie kopers heeft blijkbaar enkele tienduizenden euro's nutteloos ergens geparkeerd staan. Dus wisselden de meeste chalets van eigenaar. Jonge gezinnen met jonge kinderen, of late babyboomers met neurotische honden. Een van de allerergste geluiden voor een hypergevoelig oor, is de blaffende hond. En je hebt blijkbaar tegenwoordig geen normaal huishouden meer als je niet minimaal twee honden hebt. En aangezien die mensen het allemaal veel te druk hebben met nog meer spaargeld vergaren, slaan ze de puppy training gemakshalve maar over. Het resultaat is, dat er de hele dag honden op elkaar aanslaan. En ook nu weer fantaseer ik van geweren, vlammenwerpers, giftige kluiven en stembandenknipschaartjes. Niet normaal natuurlijk, maar ik heb dan ook een ziekte.
En dan komen er drie droge zomers achteraan en is de aanpalende graszoden boer genoodzaakt om wekenlang (vooral in de nacht) zijn beregening aan te zetten. Lekker monotoon. De meeste mensen vallen ervan in slaap. Ik lig te tellen. En vorig jaar werden we ook al getrakteerd op die mariniers die niet naar Zeeland wilden. Ze kwamen naar Nieuw Millingen en namen hun helikopters mee. Oefenen vooral boven ons park en onze aangrenzende natuurgebieden. Je hoeft er niet heel erg gestoord voor te zijn om het wel te worden. Chinooks die urenlang boven jouw heideveldje hangen om droppings te oefenen. Ik stak laatst mijn middelvingers op en toen vlogen ze als toetje nog een paar keer extra over mijn hut. Zeeland, tel je zegeningen!

Voor veel geluidsoverlast kun je vluchten, of je er voor afsluiten. Zowel mentaal als met oordopjes. Maar er zijn geluiden die je niet kunt ontwijken zonder daar een sociale rel mee uit te lokken. Menselijke geluiden. Al in mijn jeugd was het uitzitten van de warme maaltijd met ons gezin een verzoeking voor mij. Vooral, omdat mijn vader het nodig vond om ons aan tafel het zwijgen op te leggen. Zelf was hij de grootste smakker die ik ooit ben tegen gekomen. Ik heb hem er wel eens van verdacht dat hij er genoegen in schiep om zoveel mogelijk herrie te maken met zijn vreetmachine en dat hij het juist daarom stil wilde hebben. De moorddadige gevoelens die dat bij mij opriep waren echt onbeschrijfelijk. Ik ben wel eens gevlucht met mijn bord eten, of lokte ruzie uit, zodat ik werd weggestuurd. Vooral als we macaroni aten. Dat maakt onbedoeld al een bak binnensmondse herrie. En zodra er ergens zakken chips verschenen, dan droomde ik al van onbewoonde eilanden. Zoutjes leveren sowieso aan beide kanten hoge bloeddruk op. Het zout bij de consumeerder en het geluid bij de toehoorder.
Een bepaald percentage mensen maakt ook enorm veel geluid bij het wegslikken van dranken. Het lijkt wel alsof hun adamsappel struikelt in hun slokdarm. Ook zij kunnen daar niets aan doen. Ik wel; wegrennen. Daarom vind ik uit eten gaan ook zo fijn. Dan vervagen die eetgeluiden in het geroezemoes van het restaurant en in het gesprek dat we zelf voeren. Maar je voelt hem al aankomen; ik hoor alle gesprekken in het restaurant door elkaar en woordelijk. Ik kan de strekking van tenminste drie andere gesprekken inhoudelijk volgen. Tenzij die Hollandse horecaffers met hun serviesgoed gaan staan smijten. Werkelijk een gruwel hoe het in hun werkschema past om juist bij een volle zaak de vaat te gaan herinrichten, terwijl er ook al een kakofonie heerst van babbelende mensen en schuivende stoelen op stenen en houten vloeren (til die dingen nou eens op als je opstaat!). Tel daar dan ook nog bij op de cappuccino apparaten en muziek van het genre Whitney Houston, Celine Dion, Mariah Carey, Laura Pausini, of de Nederlandse Whitney, Glannis Crace en ik ben klaar voor de sloop. Van dat restaurant wel te verstaan. Waarom moeten die vrouwen schreeuwen als ze ‘zingen’ en waarom vinden mensen dat mooi? En wie heeft ooit bedacht dat dit ook als achtergrondmuziek zou kunnen dienen. In de bouwmarkt ben ik geneigd om een hamer ter hand te nemen en op zoek te gaan naar de speakers. Het is hetzelfde als je in iemands oor gaat liggen schreeuwen die net probeert in te slapen. De hel! Lunchafspraken werden dus weer boswandelingen en diners werden gewoon zelf thuis uitgeserveerd. Ik hou daar het gesprek wel gaande en zet een stukkie muziek op. Easy listening meestal.

Er is een menselijk geluid dat sowieso niet onbesproken kan blijven; het snurken. Ook daar kan de afzender niets aan doen, maar het verwoest het leven van de ontvanger. Zeker als je daar tekst aan geeft. Hoe tactvol ook, het levert scheidingen op. De motivatie van de snurker is, dat hij of zij er geen last van heeft en lekker door slaapt. Het wordt pas echt lastig als de oorzaak van dat snurken een dikke nek is, als gevolg van een ongezonde leefstijl. Dan komt er een bespreekpuntje bij. Vaak is slaapapneu ook terug te leiden tot een te zwaar bovenlijf. Dan zou je de snurker kunnen verzoeken af te gaan vallen. Voor zijn of haar gezondheid en voor jouw nachtrust en dus ook voor jouw gezondheid. Ik geef het weinig kans. Besluit je in dit conservatieve en Calvinistische land dan maar apart te gaan slapen, dan wordt dat geheid ervaren als een forse afwijzing, of het voorportaal voor een aanstaande scheiding. Simpele oplossing met een ingewikkelde consequentie. Over het algemeen hebben snurkende mannen minder moeite met de gedwongen logeerpartijtjes van hun vrouwen. Andersom levert het opmerkingen op als; 'je houdt niet meer van me', 'je accepteert me niet zoals ik ben', 'wat hebben we samen dan nog', etc. Voor mij altijd de reden geweest waarom bij een one night stand, de stand geen stand hield. Tenslotte was die toch al niet bedoeld voor de lange duur.

Ik zou nog even vuur spuwen over de motor. Nou heb ik last van elke motor, maar die op twee wielen spant de kroon. En volgens mij heb je daar ook nog last van al ben je slechthorend. Ik denk zelfs dat de rust van een dove nog wordt verstoord door die krengen. Om op de weg te mogen rijden, moet de RDW een vergunning afgeven. En dat doen ze onder andere op basis van het aantal decibels dat een voertuig verspreidt. Voor motoren wordt kennelijk een uitzondering gemaakt. Of zou het zijn dat bijna alle dealers er standaard een knalpijp onder zetten, nadat hij uit de fabriek komt. Als marketing instrument; een motor moet herrie maken, want anders ben je een mietje. BMW bewijst al jaren dat een motor niet meer geluid hoeft te maken dan een auto, maar voor de andere merken kunnen ze niet genoeg lawaai maken. Ik hoorde ooit een strakke meid in een strak leren pak zeggen, dat ze bewust Moto Guzzi reed, want dan stak er tenminste niet ineens wild over als zij er aan kwam scheuren. Want scheuren schijnt er ook bij te horen, anders maakt hij nog te weinig herrie. Overal in Nederland waar je van je rust probeert te genieten, op het strand, de heide, in het bos, op het water, in weilanden, of verzin een natuurgebied, de lucht is tientallen kilometers in de omtrek, meestal zo tussen 11.00 uur en 16.00 uur zwanger van die tering herrie. De dames en heren motormuizen gaan dan toeren. Liefst in grote groepen, lekker achter elkaars uitlaatpijp hangen. De weg versperren, de lucht verontreinigen en benzine verslinden. Fijne duurzame hobby. Aan hun rijtijden te zien, zijn het vaak diezelfde snurkende vetnekken. Flink uitslapen, stevig ontbijten, stukkie lui brommen en dan gauw weer op tijd naar de vette frieten.
Toen ik vroeger een brommertje had, werd ik op weg naar school regelmatig op de rollenbank gezet. Behalve dat ze controleerden of hij niet was opgevoerd, werd ook meteen gecontroleerd hoe het met de decibels zat. Dus of ik er wel een originele uitlaat onder had zitten. Ik denk dat ook dat deel van de wegpolitie is wegbezuinigd. Het zijn tegenwoordig scootertjes en die maken zo mogelijk nog meer lawaai. En dat galmt zo lekker tegen gevels van huizen, flat gebouwen en winkelpuien.

En dan komen we bij de menselijke stem. Met mijn afwijkingen ben je daar meer dan gemiddeld op gefocust denk ik. Dus op voorhand excuses aan iedereen die ik nu gewild of ongewild ga beledigen, kwetsen, tekort doen, of bekritiseren. Het zegt niets over jullie als persoon, maar over jullie geluidsoverlast. Jullie kunnen het ook niet helpen. Ik ben zo benieuwd of anderen dat ook hebben bij deze figuren, maar dan zonder mijn type afwijking. Daar komt in mijn geval nog bij dat ik als tekstschrijver nogal gevoelig ben voor taalgebruik. En hoe lelijker, hoe harder mijn oren moeten werken. Ik kan me helaas niet beperken tot het horen van de techniek van het spreken, zoals dictie, klank, toonzetting, articulatie, of intonatie. Als daar ook nog lelijk taalgebruik bij komt kijken, dan heeft mijn luisterend oor het zwaar. Sommige delen van slecht taalgebruik schurken tegen klanken aan. Het veelvuldig gebruik van het woord uh (uuuuuuuuuuh) valt daar onder. De twee kampioenen daarin zijn Agnes Jongerius (ooit voorzitter van het FNV) en Ingrid van Engelshoven, nu nog net minister van VWS. Die presteren het zelfs om een woord te laten eindigen in een uh. Dittuh issuh dussuh ookuh maaruh un mening uuuh. Zouden die mensen die zo enorm irritant klinken, wel doorhebben dat hun boodschap totaal niet over komt? Hebben die geen mediatrainers?
Stopwoordjes en stopzinnetjes vallen een beetje buiten mijn afwijking, maar zoals gezegd, ze vallen mij meer dan gemiddeld op. 'Zeg maar' staat natuurlijk met stip op één. En verder; ‘ja, weet je, 'heb ik zoiets van', 'bij wijze van spreken', 'zak moar zegguh', 'als ik heel eerlijk ben', 'u heeft gelijk als u zegt' (en dan iets heel anders samenvatten). En tegenwoordig steeds vaker, te pas en te onpas, het woord 'tegelijkertijd'. Zo van, kijk mij eens even lekker genuanceerd zijn. Kampioenen daarin zijn ministers in persco's. En dan laat ik de dooddoeners, platitudes, clichés, verbasteringen, versprekingen, accenten en spraakgebreken maar achterwege. Soms kun je er ook geen vinger achter krijgen en is het waarschijnlijk heel persoonlijk. Dus komt er nu een rijtje namen waar misschien alleen mijn gehoor onwel van wordt.

De heren; Jeroen Grueter (slepend, afgeknepen en maakt zinnen niet af), Paul de Leeuw (gemaakt grappig een onverstaanbaar brabbelend, maakt ook nooit zinnen af), Mathijs van Nieuwkerk (zelfingenomen, elitair en gehaast), Pierre van Hooijdonk (hakkelend en traag sprekend), Gerri Eijckhof (sorry, toch een splaakgeblek), Hugo de Jonge, Wobke Hoekstra en Ferd Grapperhaus klinken als robots. Saai, traag, veel herhalingen, voorspelbaar en nietszeggend. Maar dat zijn er wel meer in de tweede kamer.
De dames; Linda de Mol, Tooske Ragas, Caroline Tensen, Mies Bouwman, Froukje de Both, Brigitte Maasland, Chazia Mourali, Marijke Helwegen, Myrna Goossen, Pernille la Lau, Jojanneke van den Berge (allemaal te hard, te hoog, maar vooral te nep). Misschien komt dat, omdat vrouwenstemmen over het algemeen wat hoger in de octaven liggen en dus scheller over komen. En dan nog Sonja Barend, Talitha Muusse, Fidan Ekiz en Margriet van de Linden (stel eens een afgeronde vraag, laat mensen uitpraten en hou je mening voor je), Marieke de Vries (vooral heel monotoon en ratelt maar door). Maar dat geldt wel voor meer vrouwelijke correspondenten. Ghislaine Plag en Susanne Bosman (rond eens een vraag af en klets niet overal doorheen), Lara Rense (hallo, we zitten niet naar het Jeugdjournaal te luisteren). Marijn Frank spant de kroon met haar nasale kopstem. Die doet echt pijn. Anita Witzier daarentegen kan ik de hele dag wel naar luisteren. En de nacht ook. Ik denk dat ik zelfs haar gesnurk wel zou kunnen hebben. Dat geldt trouwens ook voor Annechien (androchien) Steenhuizen. De net iets te mannelijke vrouw aller vrouwen.

En wat trek ik verder niet aan geluiden; opera's, aria's, kettingzagen, bladblazers, drilboren, rolkoffers, klapperende staglijnen tegen masten, huilende baby's, krijsende kinderen (meisjes vooral), klikpennen, oma’s en moeders met een kopstem, hijgende dikzakken, volkszangers, kakelende huisvrouwen, brallende huismannen, schreeuwende coaches, klapperende deuren, lekkende kranen, piepende banden, slippende v-snaren, verder alle piepertjes en zoemertjes, straaljagers, zuigen op natte stoffen, rappers, doedelzakken, sociaal wenselijk schaterlachen en alle stemmen in alle commercials.    

Ik red het verder prima zonder pillen, dank u. Ik zie het maar zo; het is nooit saai in mijn leven. En ik heb er ook mijn kracht van gemaakt. Ik herken inmiddels alle vogelgeluiden van Nederland en in een groep kinderen hoor ik precies waar de pijn zit. Van echt goeie muziek geniet ik meer dan gemiddeld en fluisteren in mijn gezelschap, dat werkt niet. Het ruizen van de wind en de zee, het zingen van een kind of een vogel, het luisteren naar een podcast, of een lekker stukkie muziek, masseert mijn trommelvliezen. Als het maar niet een te harde massage is.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2021/4/kan-het-een-toontje-lager-alstublieft Sat, 10 Apr 2021 13:52:58 GMT
Het jaar 0 https://www.bartfotografie.eu/blog/2021/1/het-jaar-0  2020, het jaar met maar liefst twee nullen. Nul, niks, niets, leeg, overslaan. Ook in hèt woord van 2020 zitten twee nullen; c0r0na. En met een beetje fantasie zitten ze ook in het woord L0ck D0wn. Voor veel mensen is het een mijlpaal in de geschiedenis, een keerpunt wellicht. Na 2020 zal alles anders worden. Er zijn lessen getrokken en die gaan we terugzien in ons leven na het jaar 0. Althans zo wordt de wens uitgesproken door velen. De velen van het half volle glas. De mensen die geloven dat het allemaal beter wordt en het glas vanzelf weer vol raakt. Zelf ben ik meer van het half lege glas. Het glas dat alleen maar leger wordt. Je bent dan al gauw een pessimist, of een cynicus. Mijn vader zaliger noemde zichzelf dan een realist. Alleen was hij daar net even te weinig man van de wereld voor. De Autovisie, De Lach en de Gooi & Eemlander vormden zijn wereldbeeld. Nog nooit Nederland uit geweest. En de televisie bracht destijds ook alleen maar verzuild en vooral kleinburgerlijk leed. Hij werkte een halve eeuw achter dezelfde machine, onder het juk van een autoritaire vader. Hij maakte één faillissement en twee hartinfarcten mee en verloor een kind. Dus ook hij had levenslessen genoeg. Ik verloor dus een broer, heb zelf twee faillissementen moeten doorstaan en een scheiding. Maar of ik nou wel een man van de wereld ben, dat weet ik niet. Ik lees geen kranten en boeken. Sta al een paar jaar op een streng nieuwsdieet en ben ongevoelig voor meninkjes uit het publieke domein. Heb daarentegen wel een sociaal beroep en reis veel. Ben een gevoelsmens en volgens deskundigen nogal overgevoelig. Als tegenhanger voor totaal ongevoelig denk ik dan maar. Weet niet wat erger is.

In het jaar 0 zijn een paar dingen duidelijk geworden. Nood breekt wetten en die werden met voeten getreden. Ik ben me gaan afvragen of het allemaal wel zo bewust is, of dat de mens toch gewoon een gewoontedier is en telkens bij de les gehouden moet worden. Voer voor massa psychologen en sociologen. Met campagnes en het aanspreken van de eigen verantwoordelijkheid proberen we mensen naar zichzelf te laten kijken. Heb er weinig vertrouwen in. Ik ben zelf meer van de handhaving. Als één ding duidelijk is geworden in deze Covid crisis, is dat ‘zachte heelmeesters stinkende wonden maken’. Ook dit jaar is maar weer gebleken dat de Nederlandse overheid een tandeloze tijger is, die keer op keer achter de feiten aanloopt. Of het nou de stikstof crisis, de PFAS crisis, of de Corona crisis is, het blijft symptoombestrijding wat de klok slaat. En vooral wordt er ook veel naar het buitenland gekeken. Je zou wensen dat ze dan naar de beter presterende buitenlanden kijken en daar hun beleid op afstemmen.
Dit polderende compromissenland kost mensenlevens. Dat is wel duidelijk geworden. Dat er jaarlijks duizenden mensen sterven als gevolg van het verkeer, roken, geluidshinder en fijnstof, dat is niet zo zichtbaar en algemeen geaccepteerd zo lijkt het. Maar nu zien we mensen in korte tijd onder onze ogen aan Covid sterven en vaak, omdat de maatregelen niet worden gehandhaafd. En er sterven mensen, omdat de kabinetten Rutten 1, 2 en 3 de gezondheidszorg kapot hebben bezuinigd. Dus sterven er nu ook mensen die anders geholpen hadden kunnen worden. En als we dan toch verbanden aan het leggen zijn, die steunpakketten uit de diepe zakken van datzelfde kabinet, worden gefinancierd uit diezelfde bezuinigingen uit het verleden. Een sigaar uit eigen doos dus. En de partij die daar vooral voor verantwoordelijk is, staat op ruime stemmenwinst. Geef het volk zijn brood en spelen. Julius Cesar en Johan Cruijf gingen hen voor.

Welke lessen trekt de mensheid uit zijn eigen falen? Doorgaans maar heel weinig en alleen op korte termijn. Het voordeel (glas half vol), maar ook meteen het nadeel (glas half leeg), is dat je het allemaal al eens hebt meegemaakt als je ouder wordt. Ik ben nu (pas) eenenzestig, dus de Tweede Wereldoorlog ken ik alleen uit films. Maar we hebben daarna echt vaker een jaar 0 gehad, of in ieder geval gebeurtenissen meegemaakt waardoor we ook massaal gingen geloven dat alles anders zou worden erna. Na de oliecrisis in de jaren zeventig, de economische crisis en de massawerkeloosheid in de jaren tachtig, operatie Dessert storm tegen Sadam Housein, de genocide op de Balkan, de aanslagen op de Twin towers, de bankencrisis begin deze eeuw en dan nu de Covid pandemie. Ik weet, elke vergelijking gaat natuurlijk weer mank, maar ze hebben in ieder geval allemaal gemeen dat op alle mediakanalen de deskundigen een fundamentele verandering van de samenleving voorspellen. Als ik echter terug kijk op de afgelopen vijftig jaar, dan is er eigenlijk verdomd weinig veranderd. De mens is nog steeds een egocentrische consumptiemachine die het liefst voor de korte termijn bevrediging gaat. Hoezo de generatie na ons? Het oplossen van een crisis is meestal ingegeven door eigen belang. De oliecrisis, want het tanken kostte ons teveel. De financiële crisis, want onze spaarcenten verdampten. De Corona crisis, want we kunnen niet meer drie keer op vakantie. De stikstofcrisis, want we kunnen geen goedkope huizen meer kopen, enzovoorts en zo verder.

Op zich natuurlijk prima dat een perverse prikkel tot het oplossen van een probleem leidt, maar veel problemen zouden juist zonder die perverse prikkels helemaal niet bestaan en daar heb je preventief beleid voor nodig. Wat je krijgt als je dat niet doet, is dweilen met de kraan open. Waar de mens zelf niet toe in staat is gebleken, lukt het een doodeenvoudig virus wel. Omdat er mensen dood gaan. Meestal de beste wake up call voor het aanzetten tot crisisbeleid. In de hoop dat er dan wel gedragsverandering op gang komt. En dan zie je hoe slecht we daarin zijn. Gelukkig zijn we wel weer heel erg goed in het vinden van een oplossing; we ontwikkelen een vaccin in een recordtijd van tien maanden. Maar het is nog steeds een lapmiddel voor een compleet doorgeslagen consumptiemaatschappij. Al die ongezonde lijven (51% heeft overgewicht in Nederland en de cijfers stijgen nog steeds) gaan er bij de volgende pandemie alsnog aan. De belangrijkste discussie is nu ineens dat het weer niet snel genoeg gaat. Want we willen verder met consumeren! Business as usual. Dus kom daarna nog maar eens aanzetten met de cisis aller crises; ons klimaat. Een ramp in slow motion. Daar kan geen virus tegenop en daar is geen kruit tegen gewassen. Zeker niet in dit trage tempo en met deze slappe maatregelen. Polderen en pamperen levert steeds vaker rampen op.

Hoe was het ook alweer zover gekomen? Door overconsumptie van beesten, overmatig reizen en feesten en een overbevolking als pijplijn voor een virus. De wereld tot staan gebracht door onze eigen leefstijl. Wat je dan hoopt en verwacht is dat dit dan die langverwachte wake up call is. Want dit willen we allemaal niet; dode geliefden en een failliete inboedel.
Maar wat je vooral ziet is ontkenning en verzet. De eerste twee fases van rouwverwerking. En dan zijn we pas een jaartje onderweg. Eén jaartje maar op een heel mensenleven en mensen eisen nu al hun rechten op. Als kleine kinderen klagen ze erover dat het allemaal zo zwaar is. 1 jaar geen luxe vakanties, 1 jaar geen feesten, 1 jaar niet naar het theater, 1 jaar niet uit eten, 1 jaar geen geknuffel en gezoen, 1 jaar kleine achterstanden oplopen in het onderwijs, 1 jaar, etc., etc. Allemaal slechts één jaar in je lange leven even wat minder. Afzien dat ziet er echt heel anders uit.
Overigens kun je heel prima ook je eigen leven inrichten met je eigen verantwoordelijkheden. Zo ben ik gewoon blijven knuffelen. Als je namelijk al vanaf twee meter afstand je mond dicht houdt, geen gezichten aanraakt of praat tijdens het knuffelen en daarna van je gezicht afblijft, totdat je je handen hebt ontsmet, dan kan je helemaal niets gebeuren. In de buitenlucht wel te verstaan. Dus ook dat gejank in de media dat mensen al een jaar niet geknuffeld hebben of geknuffeld zijn, vind ik pure stemmingmakerij. Net als het debiele advies om zoveel mogelijk thuis te blijven. Waren daar niet de meeste besmettingen? Lekker naar buiten. Het bos in, of het strand op. Lekker gezond bezig zijn, uitwaaien, je depressie te lijf gaan en je weerstand opbouwen. En ook op die drukke parkeerplaatsen is het bijna onmogelijk om iemand te besmetten. Zag laatst zelfs een bord staan bij Natuurmonumenten waarop mensen gevraagd werd naar huis te gaan vanwege drukte in de natuur. Er werden zelfs natuurgebieden afgesloten voor publiek. Het moet niet gekker worden! Terwijl je ongestraft in de supermarkt over de hoofden kunt lopen. Geen haan die daarnaar kraait. Maar daar moet geld verdiend worden en dan mag alles. En zoals te verwachten heeft het hygiëne probleem van het mondkapje nu ook weer een milieuprobleem opgeleverd. Want behalve dat mensen hun blikjes energy drinks van zich af mieteren, doen ze dat nu ook massaal met mondkapjes.

De televisie wordt steeds meer zeur-tv. Niet zo gek dat bijna iedereen streaming gaat. De hele dag zie je mensen zeiken over hun zware leven. Vooral mensen die nog maar verdomd weinig echte tegenslagen hebben meegemaakt. Vaak ergens tussen de 20 en 40. Nog geen krimp gewend. Alles moet meer en wij zijn de baas. Alles draait om ons en we hebben liever rechten dan plichten. En dat je opa of oma dood gaat, is allemaal heel verdrietig, maar dat waren ze ooit toch wel een keer gegaan. Waarschijnlijk binnenkort en misschien aan iets anders. Dat hoort bij het leven. Tis even wennen, maar daar ben je dan ook nog jong voor. Leren omgaan met tegenslagen. Kleinere auto, minder boodschappen, geen vakantie, of maar een, even geen nieuwe kleren, je spaargeld opeten (daar is spaargeld voor), zelf je kinderen opvangen en opvoeden, het is echt zo erg nog niet. Jij hebt nog keuzes. Afzien, dat is helemaal geen keuzes meer hebben. Dus dat thuis werken zwaar is, dat zal allemaal wel, maar je hebt tenminste nog werk. En als je kinderen geen disciplines aankunnen, dan wordt het tijd dat je eens het heft in handen gaat nemen. Wij hadden de kinderen altijd thuis, met een baan, een eigen zaak, veertig huisdieren en drieduizend vierkante meter grond. En we gingen ook nog op cursus. En anders regelden we opvang, of een schoonmaakster. Meestal gewoon iemand uit de buurt die wel een paar extra centen kon gebruiken. Dus zeik niet over je energy level, maar doe er wat aan. Get organized!

Wat hebben we nog meer geleerd. Er worden draconische maatregelen genomen die best lastig na te leven zijn. De overheid zet ze om in wetten, zodat het een juridische basis heeft. Juridisch wil zeggen, dat er sancties aan te koppelen zijn. En sancties kun je opleggen als er wordt gehandhaafd. Maar waarom wordt er nauwelijks gehandhaafd, de cirkelredenering is weer rond, omdat diezelfde Rutte regeringen het justitieapparaat ook kapot bezuinigd hebben. Er zijn eenvoudigweg geen politieagenten genoeg. Dus rijden we gewoon weer te hard (en door rood) en lappen we massaal de Corona maatregelen aan onze laars. Met als gevolg een nieuwe en langere lock down die ons allemaal financieel onderuit haalt (tenzij je eten verkoopt) en nog steeds onnodige doden oplevert.

Ik zag van de week iemand zonder mondkapje op bij de groenteafdeling. De enige afdeling waar je eten niet is verpakt. Lekker fris. De man werd aangesproken door de bedrijfsleider die zich liet afschepen met ‘bemoei je met je eigen zaken. Ik doe niet mee aan die flauwekul’. Ik hoorde deze bedrijfsleider tegen een collega zeggen; ‘met zo iemand ga ik niet in discussie’. Einde verhaal. Waar in de beleidsmaatregelen heb ik gemist dat een supermarkt pas open zou mogen gaan als ze een kleerkast van een beveiligingsbedrijf voor de deur hebben staan, die erop toeziet dat ook ik veilig kan winkelen. Al die schijnheilige sukkels die samen boodschappen doen en daar dan twee karretjes voor nemen. En waarom niet gewoon een beperkt aantal karretjes. Vol is vol! En waarom geen eenrichtingsverkeer tussen de schappen? En waarom lopen er geen medewerkers rond om mensen op de regels te wijzen. En waarom niet die gescheiden winkeltijden? Allemaal schijtbagger bang voor een grote bek. Supermarkten beleven gouden tijden, dus daar kan best wat extra bewaking vanaf.

Ik logeerde tijdens de feestdagen in een hotel in Kerkrade. Daar was een take away balie ingericht voor het ontbijt en het diner. Het bordje vermelde dat men na het ophalen daarvan de maaltijd diende te nuttigen op de hotelkamer. Corona regels, bedankt voor uw begrip. Een aantal gasten vond het nodig om de veel te kleine koffie kamer (ook afhaal) om te dopen tot eetzaal. Vijftien mens op elkaar gepropt zonder afstand en zonder ventilatie en zeker zonder mondkapje, want dat eet zo lastig. Werkelijk niemand van het personeel die daar dan iets van zegt. Alweer slappe hap. Het probleem zit hem echt in de totaal verloren gegane sociale controle. Mensen zijn bang voor een grote bek, of erger. Daar heb je dus een systeem voor nodig dat die grote bek meteen sanctioneert. Welke agent durft nog iemand aan te houden voor het beledigen van een ambtenaar in functie? Je hoort zo’n diender dan een op de academie ingestudeerd antwoord geven; ’hier gaan wij niet uitkomen meneer (meestal een meneer)’. Ik zie ze dat in ons omringende landen toch anders doen. Meteen tegen de auto, boeien om en brommen zal je met je grote bek! De agressie tegen hulpverleners hebben we voor een belangrijk deel aan onszelf te danken. Zachte heelmeesters, etc.

Wat me ook opvalt in de statistieken, is dat het aantal faillissementen erg mee valt. Gek genoeg worden de verklaringen weer erg macro-economisch en wetenschappelijk geduid door een econoom van een bank. Waarom die toch altijd? Wie betaalt die dikke salarissen van die luxe baantjes? Oh ja, uit het morbide verschil tussen spaarrente en leenlente.
Alsof niemand durft te zeggen wat er echt speelt. Mijn hypotheses? De eerste is, dat als jij een bedrijf failliet verklaart (daar zijn er overigens meerdere tegelijk voor nodig), je zelf nooit iets terug gaat zien van je vordering. Dus als de fiscus, de bank en de bedrijfsvereniging zich koest houden, dan valt het inderdaad mee. Je kunt als huisbaas je huurder er wel uit flikkeren, maar vind maar eens een ander. Ik denk dat er een nog veel logischer verklaring is, namelijk dat een flink aandeel zwart geld in de economie wit wordt gemaakt. Gewoon door boodschappen te doen en je kosten, of verbouwing contant te betalen. Als ik soms zie wat voor dikke auto’s er voor de deuren van bedrijven staan, de bedrijfswagens van de eigenaren die nu noodgedwongen staan te klussen, dan zegt dat meer dan genoeg. Als het eerst niet op kon, dan is er vast nog wel wat over. Dan is de voedselbank nog heeeeeeeeeel ver weg. Mijn zoon is keukenmonteur en die heeft het nog nooit zo druk gehad. Vooral luxe keukens.

Bij het houden van anderhalve meter afstand, moet ik altijd denken aan de tijd voor Corona. Als je door een drukke winkelstaart liep. Ik heb dan altijd het gevoel dat ik degene ben die steeds moet uitwijken voor de ander. Die ander volgt gewoon stuurs zijn eigen pad en verwacht van jou dat jij gaat laveren door de menigte. Probeer maar eens gewoon stoïcijns rechtuit te lopen. Onmogelijk! Ik heb de afgelopen maanden dat gevoel constant gehad. Ik moet afstand nemen, want de ander doet het niet. Ik heb er wel eens om gevraagd en dan kijken ze je heel glazig aan. Helemaal in hun eigen bubbel, afgesloten van de mensheid. Zo van, ik doe mijn ding en de rest houdt daar maar rekening mee. Het is vaak geen opzet, maar puur gebrek aan focus. Of aanwezigheid, betrokkenheid, of alertheid. Mensen doen in het verkeer ook de gekste dingen waaraan je dat kunt relateren. Geen opzet, maar gebrek aan aanwezigheid. Problemen, stress, medicatie, vermoeidheid, of gewoon een suffe kop erop. Je kunt het ze niet eens kwalijk nemen. Wel dat ze er niets aan doen en leunen op de rest. Die lossen het maar op. En voor die kleine minderheid waar het echt kwade opzet is, handhaving! Of een onuitwisbare stempel ontwikkelen. Kom je met zo’n stempel ergens op je lichaam bij het ziekenhuis aan, dan rijden ze je linea recta naar een onverwarmde quarantaine schuur. Mag je daar gaan liggen op britsen uit WOI en word je verpleegd door een Russische verpleegster. Op z’n Russisch.

Bracht het jaar 0 dan helemaal niets goeds. Oh zeker wel! Om te beginnen kreeg ik 10 x een uitkering om door de slappe tijd te geraken. Helemaal top. Maar zoals gezegd; een sigaar uit eigen doos. Goeie sigaar dat wel. We zijn eindelijk gestopt met die drie klapzoenen die meestal niet gemeend waren, of met aandacht gegeven. Hadden we dat maar gehad in mijn jeugd met al die kleffe tantes en oma's. Mathijs van Nieuwkerk verdween eindelijk van de buis, maar helaas aan het eind van het jaar 0 teisterde hij de beeldbuis toch weer even met al zijn Top 2000 spin offs. Met als klap op de verboden vuurpijl en tevens dieptepunt, ’Mathijs gaat doorrr’. Je kan niet alles hebben. Als ze die andere ‘M’ er dan maar vanaf halen, want die is nog erger! De laatste oudejaarsconference van de heer van het Hek was ook een zegen. Nooit gezien overigens, maar hij gijzelde wel het nieuws rond de jaarwisseling. En Donald Trump is ook eindelijk opgesodemieterd, net als de demagoog aller demagogen, de heer T. Baudet. Zijn oude vazallen doen nog een poging, maar daar horen we in 2021 ook niks meer van schat ik.
Netflix en NPO Plus bleken mijn redding in de vele saaie uren. Toch nog ontdekt dat Nederland super mooie televisieprogramma’s maakt. Online bekijken, naar eigen keuze en op jouw moment. ‘In Europa’ van Geert Mak vond ik een hoogtepunt. En in ‘De jaren negentig’ van de VPRO zaten filmische hoogtepunten. En een flink aantal mooie docu’s gezien. Nederlandse series daar doe ik niet aan. Kunnen die Hollandse acteurs niet eens op stage in Scandinavië? En wat was TopPop toch een heerlijk programma vroeger!

Verder heel veel mooie wandel en mountainbike routes gedaan. Die wel weer heel erg druk waren overigens. Tent gekocht en het kamperen omarmd. Ik heb een heel klein beetje geleerd om licht ontspannen en gewetenloos helemaal niks te doen. Van maart tot september heb ik het erg rustig gehad, maar na de zomervakantie nog dik veertig workshops kunnen draaien. In december in een gat gekukeld. Tot maart 2021 he-le-maal niks te doen. Maar daarna staat de agenda weer bommetje vol. Als Corona maar niet weer roet in het eten gooit. De band met mijn dochter is hechter dan ooit geworden. Die van mijn zoon heeft tijd nodig. Drie hele mooie vriendschappen ontstaan met drie hele sterke vrouwen. Helaas heeft er een borstkanker ontwikkeld. Maar dat maakt de band alleen maar sterker. Ze zijn alle drie mijn coaches gebleken. Een goede vriend is naar Curaçao verhuisd. Start van een nieuwe carrière. Petje af! Ook mooi vakantieadres, als we weer mogen vliegen. Met drie puber jongens een start gemaakt met mijn kindercoaching. Mag al aan drie Volksuniversiteiten les geven. Vakantie geboekt voor mei, een hele week orchideeën fotograferen in de Pyreneeën. En verder super veel mooie beelden kunnen maken in 2020. Alle albums op mijn website zijn weer bijgewerkt. Hieronder een gevarieerde slideshow van de hoogtepunten. Alleen voor geïnteresseerden met tijd, geduld en echte aandacht.


Aan het einde van het jaar 0 mocht ik twee dagen voor Kerst ook nog even twee kiezen laten trekken. Gelukkig had ik twee hele zachte kerstdinertjes gepland staan. Ook kwam er een eind aan een moeizame relatie. Het was al wel de tweede keer in 2020, maar nu voorgoed. Er waren vele redenen waarom het niet meer ging. De enige reden die overbleef was, dat we perfect bij elkaar pasten. Maar plus maal min is ook 0. Zij besloot alles opnieuw te gaan doen. Nieuwe baan, nieuwe auto, nieuw huis, nieuwe vriend. Vanaf begin november was het ineens heel stil in huis. Geen humor meer, geen etentjes, geen goeie gesprekken, geen uitstapjes, sfeer onder 0, niks, niente, nada. Had helemaal niets met Corona te maken. Ik ben maar weer gaan daten. Ook geen feest. De vrouwen waar ik aan word gematcht, beginnen steeds meer op mijn moeder te lijken. Tijd zat dus om na te denken en opnieuw te beginnen. Vanaf 0 dus.
 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2021/1/het-jaar-0 Fri, 08 Jan 2021 18:49:52 GMT
Ikke, ikke en de rest kan stikke https://www.bartfotografie.eu/blog/2019/11/de-nieuwe-asocialen  Vroeger, in die gouwe ouwe tijd, herkende je een asociaal al vrij snel. We wisten waar hij woonde en met wie, hoe hij eruit zag, op welke school hij had gezeten, wat voor werk hij deed, wat hij at en dat hij nieuwe asocialen voortbracht. En zij natuurlijk ook. Vroeger was alles duidelijk. Of we maakten het duidelijk voor onszelf. Framen bespaart veel denkwerk. Wat heb je aan nuances. Eén ding stond als een paal boven water, asocialen waren laagopgeleide medeburgers die schijt hadden aan de wereld. Toch?

Voor de nuance heb ik toch maar even Wikipedia erop nageslagen;
‘Asociaal gedrag is een vorm van gedrag waarbij geen rekening wordt gehouden met andere mensen, of de omgeving. Dergelijk gedrag wordt door andere mensen vaak gezien als hinderlijk, zoals iemand die zijn muziek zo hard zet dat de buren er last van hebben, tot zelfs gevaarlijk, zoals een automobilist die geen rekening houdt met andere weggebruikers. In Nederland wordt in het dagelijkse taalgebruik iemand die asociaal gedrag vertoont vaak een aso, hufter, of tokkie genoemd. Asociaal gedrag kan bewust optreden, maar ook onbewust door onwetendheid, of onverschilligheid. Asociaal gedrag heeft vaak vervelende gevolgen voor de directe omgeving van de persoon die dit gedrag vertoont.’ Einde citaat.

De maatschappij is flink van slag. We protesteren er weer lustig op los en we eisen het gelijk van onze bubbel. De anderen moeten maar meebewegen, want het draait allemaal om ons. Overheidsmaatregelen noemen we betutteling, de rechtelijk macht die dwaalt alleen nog maar in onze ogen, we raken onze identiteit kwijt door de anderen, de wetenschap is de weg kwijt en als de wereld vergaat, dan ligt dat echt niet aan ons. De oorzaken van het naderend onheil zoeken we buiten onszelf en we vereren de demagogen en populisten. Ferme taal en harde maatregelen, dat is wat we zoeken. Behalve als het onszelf raakt.

Verbeter de wereld en begin bij jezelf
Hoe was het ook alweer met clichés? Ze zijn altijd waar. Het klimaat is hot. Zowel letterlijk als figuurlijk. Net als de discussie daaromtrent. Er is geen goed nieuws. Slecht nieuws wordt verwerkt volgens het aloude principe van de vijf fases van rouwverwerking; ontkenning, woede, onderhandelen, depressie, aanvaarding. Geen idee in welke fase de klimaatdiscussie zit. Of bij wie. Wat je ziet, is dat iedereen zijn eigen tempo daarin volgt, de politiek voorop. Als je erin berust dat dit proces altijd eerst helemaal moet uitwoeden en dat de aanvaarding uiteindelijk vanzelf komt, dan zou je er vrede mee kunnen hebben. Een normale cyclus duurt gemiddeld vijftien jaar. We hebben deze keer alleen niet zoveel tijd om die uit te zitten. Om de discussie kracht bij te zetten en processen te versnellen, vliegen de noodmaatregelen ons om de oren. Meestal betekent dit, dat we te lang hebben zitten slapen. Voor- en tegenstanders moeten hun zegje kunnen doen. Helemaal voor. Ergens in het midden vinden we elkaar wel weer. Wat je mist, is een podium voor mensen die subjectief de feiten op een rijtje zetten, die de juiste vragen stellen en die niet worden betwijfeld. Bijna ieder medium is gekleurd. Net als politieke partijen. Waar vind ik een gewogen gemiddelde in deze kakofonie van haantjes en hennetjes in het Haagse kippenhok?

Rondom de stikstofmaatregelen stoort mij de discussie van het aandeel verkeer nog het allermeest. Onbetwiste top drie uitstoters; landbouw, verkeer, industrie. Over die laatste hoor je verdacht weinig. De echte maatregelen blijven daar nog uit. Wat roepen de demagogen van rechts die, conservatief als ze zijn, alles bij het oude willen laten; ‘het scheelt niet zoveel’, ‘het vertraagt de economie’, of ‘het kost werkgelegenheid’. De ergste drogreden (zoek die ook maar eens op, is erg in de mode in Den Haag) die ik vaak hoor is, dat het in andere landen veel minder streng is. Wijzen naar een ander en zelf niets doen. De tokkie als asociaal en de zakenmens als weldoener. Honderden jaren heeft de industrie er een puinhoop van gemaakt. Vergunningen stelden vaak niets voor, want de economie stond voorop. Er is wat geloosd, gedumpt en uitgestoten in de jaren na de oorlog. Daar hebben we dan nu die Pfas aan te danken. Dikke deuren die alleen aan winst maximalisatie dachten. Ze hebben hun groei eigenhandig op slot gezet. Hun verweer is nu dat de meetmethoden niet kloppen, dat instituten niet onafhankelijk zijn, dat wetenschappers gesponsord worden, dat Nederland het braafste jongetje van de klas is, dat vervuiling grensoverschrijdend is en dat Donald Trump zo gek nog niet is.

Terug maar weer naar het verkeer
Sinds de tachtiger jaren hadden we als verkeersministers achtereenvolgens Neely Smit-Kroes (VVD), Hanja Maij-Weggen (VVD), Annemarie Jorritsma (VVD), Tineke Netelenbos (PvdA, bijna VVD), Roelf de Boer (VVD, toen nog bij de LPF, dus maar één jaartje), Karla Peijs (CDA samen met de VVD), Camiel Eurlings (CDA samen met de VVD, ‘ik houd van die partij!), Melanie Schultz van Heagen (VVD), en dan nu Cora van Nieuwenhuizen (VVD). Op één na allemaal VVD-ers (Tineke had daar ook bijna voor gekozen, maar dat mocht niet van haar papa) op de plek gehad van Verkeer en Waterstaat. En op één na ook allemaal vrouwen. Camiel kun je toch nauwelijks een echte vent noemen. Heeft nog eens een liberale poging gewaagd om ergens CEO van te worden. Zat hem niet in het bloed. Waarschijnlijk was hij ook niet rechts genoeg.

Wat is dat toch, dat die VVD-diva’s zo knokken om die plek? Heel simpel. De lobby van de auto-industrie is sterk (pk’s zijn een krachtig marketing instrument). Leasend Nederland stemt meestal VVD, de auto-industrie is een grote werkverschaffer, het autobeleid is een stemmentrekker en de auto is een statussymbool van de grootverdieners. De achterban dus. Tegelijkertijd is het de grootste melkkoe voor de schatkist. Dus als je wilt voorkomen dat er nu eindelijk eens drastisch anders naar het wegvervoer wordt gekeken, dan ga je op een plek zitten waar je veranderingen tegen kunt houden. Vooral als je telkens mag mee regeren.

Wat heeft het verkeersbeleid van die verkeersministers opgeleverd in al die jaren? Meer asfalt en minder (gezonde) natuur, (inmiddels weer) meer verkeersdoden en -gewonden, een toenemend aantal files (hardrijders zorgen voor de meeste opstoppingen), minder verkeerspolitie (Rijkspolitie weggesaneerd), toenemende agressie en stress op de weg door de enorme snelheidsverschillen (soms tot 60 km/u), stijgende verkoop van aso bakken (de verkeerde subsidies aan de verkeerde auto's), peperduur parkeerbeleid, een duur en verre van dekkend OV, en de smerigste lucht van heel West Europa.
Waarmee heeft diva Melanie die 130 erdoor gekregen? Er is geen enkel redelijk (economisch) argument dat die maatregel staaft. Het was puur een verkiezingsstunt en meer niet. Een cadeautje voor haastig Nederland. En ik hoor haar nog zeggen; ’dat kan nu best, want we gaan toch allemaal elektrisch rijden’. Hoe kortzichtig wil je het hebben. Uit alle berekeningen blijkt dat het geen enkel tijdvoordeel oplevert. En als het al een paar minuten scheelt, dan heeft de gemiddelde chauffeur in zijn krijtstreep minstens tien minuten nodig om met een bak koffie en een slap lulverhaal over zijn skivakantie ‘to the point’ te komen. Even de speedstress uit het leaselijf.

Snelheidsbeperkingen hebben we niet voor niets democratisch en wettelijk vastgelegd. Als er ergens 80 gereden moet worden, dan hebben we dat besloten om de omwonenden van die snelweg een gezonder leven te laten leiden. U weet wel, fijnstof. Je kind zal maar astma hebben. Vrijwel niemand houdt zich op die trajecten aan die snelheid. Ook op andere trajecten is naast de verkeersveiligheid, de luchtkwaliteit een argument om de snelheid te temperen. Rijd je op de rondweg rond Amsterdam, dan rijdt minimaal 75% veel harder dan 100 km/u. En waarom doen mensen dat? Is het bewust, dan zijn dat de nieuwe milieuasocialen. Zie de definitie. Zij dragen indirect bij aan het vroegtijdig overlijden van hun medeburgers die naast die snelweg wonen. En hardrijders zijn echt niet echte boeven. Gemiddeld 40% van alle weggebruikers is in permanente overtreding. Hele gewone ‘brave’ mensen dus. Letten die überhaupt niet op de snelheid, dan zou ik de Pearl adviseren.

De voornaamste reden is natuurlijk dat er vrijwel geen handhaving meer plaats vindt. Weg bezuinigd. Door welke partij ook alweer? Het argument was dat we op snelwegen minder doden vallen te betreuren dan op provinciale wegen. Nu er naast verkeersveiligheid ook de leef veiligheid in het geding is, ben ik benieuwd of de dames en heren van de vroem-partij bereid zijn om de handhaving fors op te krikken. Ik ben zelfs van mening dat als ze zonder het aanpassen van de maximum snelheid daar vandaag nog mee zouden starten, het grootste deel van de doelstelling al wordt gehaald. Mensen houden zich toch ook niet aan de nieuwe snelheden. Zou dat de reden zijn dat er nauwelijks weerstand is vanuit rijdend Nederland? Over zoiets onbenulligs als zwarte piet maken meer mensen zich kwaad. Terug naar 100 is de oplossing niet. Je aan de wet houden wel. En als je wetten niet kunt of wilt handhaven, hef ze dan op. Anders zijn het weer eens praatjes voor de bühne.

Wat ik eng vind, in beide betekenissen van het woord, is dat het de beleidsmakers lukt ons af te afleiden van het eigenlijke probleem. De argumentatie gaat bijna altijd richting geld verdienen, geld besparen en het winnen van de juiste zieltjes. Vrijwel nooit over het algemeen belang, welzijn, gezondheid en beschaving. Vroeger heette dat moraal. Een liberaal vindt dat moraal al in het individu aanwezig moet zijn en wordt aangesproken wanneer het nodig is. Aan mu hoela! Ze hebben daar niet voor niets een integriteitscommissie in het leven geroepen. Bij de nieuwe asocialen is de moraal; ‘ikke, ikke en de rest kan stikken’. In stikstof, fijnstof, koolstof en in een dikke vette biefstuk.

Sowieso is het huidige snelheidsbeleid ontzettend arbitrair. Wanneer wel en niet hard rijden wordt toegestaan, heeft vaak geen enkele legitimatie. Zo mag je op de A28 geen 130 meer, want daar ligt links en rechts een natuurgebied. Maar op de A1 bij Amersfoort, mag je wel weer 130 scheuren dwars door een aantal nieuwbouwijken. Terwijl je bij Zwolle op een exact vergelijkbaar traject maar 80 mag. Hetgeen werkelijk helemaal niemand doet! En waarom 130 tussen weilanden door, als daar de boeren al teveel stikstof uitstoten. Zij moeten daar minderen en wij mogen er langs scheuren. En hoezo dwarrelt stikstof alleen naast de snelweg neer en wordt het niet door de lucht in de hele omgeving verspreid. Dat doet CO2 en fijnstof dus blijkbaar wel, maar stikstof is te zwaar om te zweven? Als het de tegenstanders uitkomt, gebruiken ze wel het argument dat wij de stikstof van de buurlanden binnen krijgen. Ruim 30 % wordt beweerd. Dus dan komt het ineens wel van ver weg. Nu hebben we weer een typische polderoplossing bedacht. Je mag als het donker wordt wel gewoon hard rijden. Dan slaapt de natuur en heeft geen last van onze troep? Elke agent zal je kunnen vertellen dat ze s’nachts de meeste doden van het asfalt schrapen. En daar horen ook heel veel nachtdieren bij.

Maatregelen die helpen
Naast handhaven, ook zo snel mogelijk bekeuringen inkomensafhankelijk maken. Sancties moeten pijn doen en gedrag corrigeren. Daar zijn ze voor. Al die dikke deuren voor wie het slechts declareerbare kosten zijn, die pak je daar mee. Maar dat willen ze helemaal niet bij de VVD. Want zij houden de economie aan de praat. Vrij baan voor de zakenman. Ik hoorde er laatst een zeggen op de Nationale televisie nota bene; ‘Ach we kunnen het betalen en dragen zo ons steentje bij aan de schatkist’. Wat een bizarre omkering!
Zo snel mogelijk het puntensysteem invoeren. Elke verkeersovertreding telt mee en kom je boven de grens, rijbewijs inleveren. Dat gaat pas zeer doen.

Rust alle notoire overtreders uit met een verplichte dashcam. Ten eerste ziet iedereen dat zij zo’n verkeersasociaal zijn (geweest) en ten tweede laat je ze zo bijdragen aan het betrappen van de collega asocialen. Bovendien kan de dashcam meteen registreren of zij hun leven wel hebben gebeterd.

Laat honderd stillen rond rijden in neutrale auto’s met een ‘lease look’. Je kunt op elk moment gesnapt worden met je huftergedrag. Was ooit een idee van, ja echt, de VVD. Heeft het uiteraard niet gehaald, want dat heet een proefballonnetje. Weer helemaal in ere hersteld door de heer Dijkhof.

Waarom verkoopt de industrie vervoersmiddelen die harder kunnen dan door de wet is toegestaan? Als we vrachtwagens kunnen begrenzen, waarom dan niet personenauto’s? Dat moet dan wel Europees gebeuren, ‘want in Duitsland kun je zo lekker scheuren’. Daar geldt overigens nu nog een ‘richtsnelheid’ van 130 km/u en op steeds meer trajecten wordt dat de maximum snelheid. En voordat er weer een drogreden opduikt; wij zijn een ander land! In zo’n groot land met lange reisafstanden als in Duitsland, kan het wel een tijdsvoordeel opleveren. Alleen of het de risico’s waard is? Ook daar begint de urgentie voor verandering door te dringen met steeds grotere aantallen voertuigen en een record aantal verkeersslachtoffers. Maar waarom houden Duitsers zich dan wel weer aan de aangegeven maximum snelheid, zeker bij wegwerkzaamheden; juist ja, controles en hoge boetes. Hier in Nederland wordt het door de meeste automobilisten gezien als een irritante adviessnelheid.
Gisterenavond, wegwerkzaamheden A1, wegversmalling, gebodssnelheid 70 km per uur. Daar staan wegwerkers hun leven te wagen. Wat zie je; wegmisbruikers die zo lang mogelijk op het rode kruis blijven rijden, je rechts inhalen met dik 100, gaan naaien, met hun mistlampen knipperen, je gelooft je eigen ogen niet. Wat zit daar achter het stuur?! Bij elke klus aan de weg, standaard een motoragent parkeren, of een mobiele flitspaal.

Cruise control koppelen aan de gps van de Tommie. Die ziet op welke weg je rijdt en schakelt de maximum snelheid automatisch in onder de gasplank. Je kunt trappen wat je wilt, hij doet het gewoon ff niet. Is technisch op te lossen, want de auto-industrie heeft zelfs een zelfrijdende auto kunnen ontwikkelen. Kwestie van prioriteiten. Dat scheelt ook enorme aantallen verkeerscontroleurs en dat geld kan dan weer gestoken worden in andere milieumaatregelen.

Ontwikkel een stimuleringsbeleid waardoor de elektrische auto zo snel mogelijk bereikbaar wordt voor iedere Nederlander. Dan zal de uitstoot meteen naar 0 kunnen. Als de industrie ergens hun ‘dirty footprint’ kan compenseren, is het om zo snel mogelijk betaalbare elektrische eco-wagentjes op de markt te brengen. Die overigens niet hard kunnen en dus energie besparen. Want ook stroom opwekken geeft milieuschade! En misschien kunnen gewone consumenten dan ook eens gecompenseerd worden en niet alleen subsidieregelingen verstrekken op dure leasebakken. Hoorde ooit zo’n bezitter zeggen; ‘kerel, ik rijd niet alleen milieuneutraal, maar vooral kostenneutraal. Puike regeling hoor!’

Rust alle snelwegen uit met een camera. Palen genoeg zo langzamerhand langs alle wegen. Sluit die aan op één centrale en iedereen weet zich bekeken. In steden werkt het prima tegen straattuig. Dus op snelwegen moet het ook werken tegen snelwegtuig. En doe er dan ook meteen een op elk stoplicht, want door rood rijden lijkt tegenwoordig ook een nationale volkssport te worden.

Tijdelijk alternatief; overal zoveel mogelijk trajectcontroles invoeren. Al zet je alleen maar een bord en een paar nepcamera’s neer. Op delen van de A12 zie je niemand meer te hard rijden.

Ga nou eens kilometers beprijzen. De vervuiler betaalt. Veel mensen zullen de auto minder gebruiken en vaker helemaal laten staan. En als je de auto laat staan en het OV gebruikt, dan krijg je daar een stimuleringskorting voor. Bedrijven zou je kunnen verplichten een OV kaart te regelen voor hun werknemers als secundaire arbeidsvoorwaarde. Onbelast uiteraard.

Stimuleer (elektrisch) auto delen fiscaal. Als meerdere bezitters op één kenteken kunnen, dan zou je mensen in hun loon- en inkomstenbelasting kunnen compenseren, of helemaal geen wegenbelasting meer laten betalen.

(Her)introduceer massaal de lease e-bike van de zaak. Met alle fiscale voordelen die de leasebak nu ook heeft. Dus weinig, of helemaal geen bijtelling en zonder kilometerregistratie.

Hef meer belasting op diesel en benzine. Ook op de wegenbelasting. Er zal eerder tot elektrisch rijden worden besloten. Daar waar het nog niet kan, of nog zeer verliesgevend is, kun je tijdelijk ontheffing aanvragen.

Belast vervuilende en slurpende auto’s met een extra hoge verbruiksbelasting, wegenbelasting, leasetarief, etc. Of kom met een forse importheffing, of zelfs importverbod. Rem de verkoop van diesels.

Auto’s en motoren met een bouwjaar ouder dan 20 jaar, mogen maar een beperkt aantal kilometers op de weg per jaar en/of gaan meer wegenbelasting betalen. De vervuiler betaalt.

Daar waar ik vergeten ben de motorrijders te noemen; voor hen gelden nog strengere maatregelen. Kwetsbaar als ze zijn. En we gaan ook eens het aantal decibels strenger controleren als we toch bezig zijn. Want lawaai is ook milieuvervuiling.

En tenslotte, het is ook verkeer, hef nou eens btw op kerosine en laat vliegtuigmaatschappijen fors bijdragen aan het milieuvraagstuk. Ook even Europees regelen, anders krijgen we dat gezeur weer over concurrentiepositie. Wie zorgt er toch steeds voor dat Schiphol buiten schot blijft? Iets met twee keer een V en een keer een D.

Verkeer is levensgevaarlijk
Hard(er) rijden is best lekker, maar niet meer van deze tijd. Je bent nu een regelrechte asociaal als je dat doet. We moeten de auto gaan zien als slechts een van de vervoersmiddelen om van a naar b te komen en niet meer als een statussymbool, een toy for boys (steeds vaker ook girls), een scheurijzer, een afreageer middel, een competitie element, etc. Haal die elementen eruit en het zal allemaal veel relaxter, vriendelijker, beleefder, toleranter, veiliger en schoner worden op de (snel)wegen. Hoewel liberalen meer zijn van het recht van de sterksten, nemen ze ook zo’n 700 verkeersdoden op de koop toe. Dat zijn er tienmaal zoveel als bij een vergisbombardement hier heel ver vandaan. En hebben ze wel eens uitgerekend hoeveel geld verkeersgewonden en -invaliden de staat kosten?! Geld blijft helaas de enige (perverse) prikkel die werkt om in het verkeer van a naar beter te gaan.

Toen ik op zeventienjarige leeftijd mijn broertje van veertien verloor door het gedrag van een verkeershufter, lag ons leven in puin. 160 km per uur met 20 bier op over een smal dijkje waar je 80 mocht en kon. Ook Mercedessen kunnen niet vliegen. En zoiets gebeurt elk jaar weer bij 700 gezinnen. De oorzaken zijn divers. Drank en drugs, smartphone, onervarenheid, weersomstandigheden, vergrijzing, nieuwe type vervoersmiddelen, het kan allemaal een oorzaak zijn. Maar snelheid speelt bijna altijd een rol in die omstandigheden. Het had niet zo hoeven eindigen.
Ik stak vorige maand over met een groepje kinderen. De weg was vrij. Net toen het laatste kind was over gestoken, scheurde er een verkeerspuber met zo’n gepimpt jaren tachtig karretje met dik 80 achter ons langs op een 50 km weg. Er is iets gruwelijk mis met zo’n chauffeur. In mijn ogen is dat een potentiële moordenaar. En dat rijgedrag verdient een hele pittige straf. In het verkeer zien we wat er onder ons leeft. De nieuwe asocialen hebben weer een gezicht. Geachte verkeersminister, haal ze er voor ons uit. Van welke partij je ook bent.
 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2019/11/de-nieuwe-asocialen Sun, 17 Nov 2019 20:27:43 GMT
De pijn van augustus https://www.bartfotografie.eu/blog/2019/8/de-pijn-van-augustus Tijdens mijn vakantie in Friesland las ik een advertentie in de Leeuwarder Courant. De lokale grootgrutter had een Wauwgustus actie. Meestal betekent zo’n reclame uiting dat het niet best gaat met de omzet. Dus zijn wauw-effect zal hij als alles mee zit pas in september gaan voelen als de omzetcijfers bekend zijn. In augustus gonst het ook alweer van de geruchten over de miljoenennota (wanneer gaan we dat ding nou eindelijk eens de miljardennota noemen) en mept het journaille je om de oren met demotiverende koopkrachtplaatjes. Nee, augustus is niet mijn maand. Zo eindigde deze maand mijn alweer vijfde poging om mijn ‘man cave’ te delen met een vrouw. En bij mijn weten eindigden de vorig vier ook zo’n beetje in deze pijnmaand. Geen idee wat daar de rode draad in is, behalve dan dat het aan mij ligt. Is het de zomer die we te dicht op elkaars lip hebben gezeten, zien we de donkere dagen samen in één hok niet zitten, het zou allemaal kunnen. Feit is wel dat het nog steeds flink au doet.

Wonen in OostenrijkWonen in Oostenrijk    Wonen in FrieslandWonen in Friesland
In de natuur is het al niet beter. Onze zangvogeltjes doen er massaal het zwijgen toe, of zijn zelfs alweer naar huis. Meestal ergens in Afrika. De laatste vlinder is op zoek naar de laatste nectar op de laatste bijna uitgebloeide bloem. Extra zijn de muggen die je nu uit je slaap houden. Het is een nikserige maand zo tussen zomer en herfst in. De temperaturen zijn nog verleidelijk zomers, maar worden al afgewisseld door miezerige, sombere dagen. Hèt stopwoordje van onze weersvoorspellers als ze het zelf ook niet meer weten, luidt dan ook; wisselvallig. En dat is zo’n typisch augustus woord. De dagen worden voelbaar en zichtbaar korter. En het is de oogstmaand. Als de oogst al meevalt na een veel te droge zomer, levert het in ieder geval weer kale akkers op en wordt dit vlakke land weer wat het is; kaal en vlak.

Begraven in OostenrijkBegraven in Oostenrijk    Begraven in FrieslandBegraven in Friesland
Het bedrijfsleven komt langzaam weer op gang, net als de files. Hebben we het heerlijk rustig gehad hier, omdat goed verdienend Nederland elders verbleef, mogen we nu weer aansluiten in de rij. En de scholen beginnen ook weer, dus schreeuwende schoolpleinen en slingerende fietsertjes. Het is weer opletten geblazen in het openbare leven. Ik denk dat het allemaal meer opvalt na een vakantie in een doorgaans veel rustiger en vooral toleranter buitenland. Dit jaar mocht ik een week naar Oostenrijk en daarna een weekje Friesland. Tussen beiden zit wel vijftien uur file rijden, maar ik heb me volledig aangepast gevoeld. Hele vriendelijke, geduldige, beleefde mensen, zowel de Oostenrijkers als de Friesen. Ze waren beiden niet te verstaan, dus misschien scholden ze me wel verrot met een glimlach om de mond. Maar ik heb in die twee weken niet één middelvinger gekregen. Ik was nog niet over de grens bij Breda richting Utrecht en ik was al tweemaal gesneden, had een mistlicht te pakken omdat ik wél met de toegestane snelheid links inhaalde, had inderdaad al een middelvinger gehad omdat ik iemand gebaarde dat zijn geapp achter het stuur leidde tot gevaarlijke situaties en werd er weer eens niet tussen gelaten bij een wegversmalling. En dat alles binnen het uur.

Religie in OostenrijkReligie in Oostenrijk    Religie in FrieslandReligie in Friesland
Bij thuiskomst bleek de rekening op 0 te staan. Vakantie voor een zzp-er betekent fors interen op je omzet en dus begin je letterlijk weer op 0. Even hier en daar wat uitstel vragen en wat geld lenen en je kunt weer even vooruit. En dan moeten de magere maanden nog komen. In mijn koopkrachtplaatje zit in ieder geval geen plus en mijn miljoenennota is meer een tientjesnota. Nee, augustus brengt voor mij te veel onzekerheid en au in de portemonnee.

Het eten in OostenrijkHet eten in Oostenrijk     Het eten in FrieslandHet eten in Friesland
Was er dan helemaal niks van pijn verzachting deze maand? Zeker wel. Ik blijf goede vrienden met mijn vriendin, ik heb een leuke part time baan bij een zorginstelling gevonden, ik hoef niet meer te sproeien, want het regent eindelijk eens in Nederland en ik ben dik tevreden over mijn vakantiefoto’s. Bij Jinek zat een psychiater die ons adviseerde om ons verdriet en onze ellende te ontvangen als een geschenk en er van te leren om weer verder te kunnen. Augustus is voor mij dus eigenlijk meer een leermaand vol met levenslessen.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2019/8/de-pijn-van-augustus Wed, 21 Aug 2019 16:04:50 GMT
Manisch maaien https://www.bartfotografie.eu/blog/2019/5/manisch-maaien Als jochie woonde ik in Hilversum in een buurt waar de straten nog naar beroemde oude schilders waren vernoemd. We verhuisden binnen de Vermeerlaan van nummer acht naar nummer zestien en daar heb ik mijn gehele jeugd doorgebracht. Als ik mijn buurtje van toen moet omschrijven, dan is veilig, rustig en sociaal wel het eerste dat in mij opkomt. Het meest gehoorde geluid in de buurt waren de klokken van de Sint Vitus kerk. Vooral als er iemand ging trouwen, of werd begraven. De pastoor had de neiging om elke dag rond twaalf uur de reeds lang geleden begraven doden te herdenken. En zondags moest je om tien uur naar de kerk. Lekker late Roomse tijd. Dat hield ons jonge gezin al snel voor gezien, maar de klokken bleven lokken. Verder hoorde je de voddenboer elke woensdag; ’vodduh, vodduh, vodduh’, klonk het abnormaal hard voor een mensenstem. Als je ziek was hoorde je de tortelduiven koeren en de wasmachine draaien. Verder het frivole uitgaan van de huishoudschool. Een ritueel dat later als ontwakend mannetje ook visueel heel aantrekkelijk bleek.

Bart Fotografie manisch maaien-01Red de rijke weide. Campagnes van natuurbeschermingsorganisaties vragen een lange adem.    Bart Fotografie manisch maaien-04Agrarisch Nederland ziet er monotoon en aangeharkt uit. Daar leeft vrijwel niets meer.

Maar het buurtgeluid dat me het meest is gebleven, voornamelijk op zondag, is dat van de grasmaaiers in de buurt. Zonder motor nog, dus met het handje. Toentertijd vooral van het merk Husqvarna, uit Zweeeeden. De metalen messen die over het snijbord scheerden, waren door de gehele buurt te horen. Je kon ook horen wie zijn maaigereedschap goed onderhield en wie niet; hoe botter de messen hoe indringender het geluid. En hoorde je er een, dan volgenden er meer. Waarschijnlijk staken ze elkaar allemaal aan. Zo van; ’oh die doet het ook op zondag, dan kan ik ook’. Ik woonde in een buurt met kleine tuintjes. Dus de klus was doorgaans snel geklaard. Tegenwoordig zijn de meeste tuintjes bestraat, maar vroeger pronkte je daar nog mee naar de buurt. Er was zelfs een commissie die prijzen uitdeelde voor de mooiste voortuin. De woningbouwvereniging heette niet voor niets: Het Goede Woonhuis. Voor de gegoede burger. Wij dus; vader, moeder en vier kindertjes.
Dus ook wij maaiden naar hartenlust. Nou ja wij, gelukkig had ik een ziekelijk perfectionistische vader. Alleen hij maaide in rechte lijntjes en op de juiste hoogte. Wij hadden vrij. Als puber knulletje deed in veel tuinonderhoud bij kennissen. Voor een paar centen mocht ik alle zaterdagen helemaal los. Ik bleek net zo’n ziekelijke perfectionist te zijn als mijn vader, dus opdrachten genoeg. Tussen mijn veertiende en mijn drieëntwintigste heb ook ik me bekwaamd in het maaien. Kaarsrecht en op de juiste hoogte.

Bart Fotografie manisch maaien-02Gemeentelijke percelen extensief onderhouden, levert spectaculaire kruidengroei op. Lekker laten staan!    Bart Fotografie manisch maaien-07Biologisch boeren kan economisch wel degelijk uit en levert spectaculaire landschappen op.

Tijdens mijn eerste uithuizige jaren, waren tuinen ver weg. Op kamers, bij hospita’s en in appartementen, tuinieren hoorde daar niet meer bij. Mijn eerste eigen woning, ook in Hilversum, had een tegeltuintje achter en een postzegel voor. Dus verder dan patio potten kwam ik niet. Rond de eeuwwisseling kocht ik een boerderij met drieduizend vierkante meter grond eromheen. Toen wij het bouwvalletje kochten, was het erf helemaal verwilderd. Jasmijn, vlier, Japanse kers en heel veel soorten onkruid en grassen domineerden het erf. Omdat we de eerste zeven jaar alleen maar moesten zien te overleven in een volledig gestript monument, was ook nu tuinieren een ver van mijn bed show. Totdat de boerderij af was en ik in mijn manische fase besloot om van die drieduizend vierkante meter, minimaal tweeduizend meter te gaan inzaaien. Met gazon wel te verstaan. Dat heb ik geweten. Ik was wel zo slim om geen Husqvarna handmaaier aan te schaffen, maar een heuse zitmaaier. Met zo’n mini trekker voelde ik me toch nog een beetje boer. Het was een zogenaamde mulchmaaier, dus gras harken of opvangen hoefde gelukkig niet. Dat was maar goed ook, want je moest al verticuteren, bemesten, bekalken, besproeien, bekanten en nog meer van die tijdrovende klusjes. Onkruid verwijderde ik met de hand. Ik zei al, ik zat in mijn manische fase. Ik besloot tweemaal per week te maaien, want dat gaf toch het mooiste resultaat. Op het laatst leek het wel een golfbaan. Het moest destijds allemaal doordeweeks, want ik woonde zo’n beetje in het zenuwcentrum van de Bible Belt. En om ons eigen assimilatie proces niet te verstoren, hield je je op zondag koest. Kerkklokken klonken dan maar liefst driemaal op een zondag.

Bart Fotografie manisch maaien-05Biologisch en ecologische landbouw is op de lange termijn voor elke levend wezen van levensbelang.    Bart Fotografie manisch maaien-08Minder vlees, maar dan wel dit vlees. En natuur op de koop toe. Wie kan daar nou tegen zijn.

Het is weer maaiseizoen. De lente is halverwege en dus moet het gras er weer vanaf. Boeren en gemeentes zitten in hun manische maaifase. De boer omdat hij het vreten voor zijn koeien in de komende winter veilig wil stellen en de gemeente, ja waarom die eigenlijk?
Ik heb pas de laatste jaren door gekregen dat als je iets afmaait, je dan ook een proces verstoort van recycling der gewassen en al het leven dat daarvan afhankelijk is. Nog voordat iets zaad kan vormen, snijdt je het al af. Ah nou heb ik hem; gemeentes maaien om zaadvorming, lees onkruidvorming voor te zijn. En verder natuurlijk voor de verkeersveiligheid, het esthetisch aangezicht en verborgen werkeloosheid. Je moet die jongens toch iets te doen geven. Van de week hoorde ik dat de gemeente Amersfoort partieel gaat maaien. Dat wil zeggen dat ze in fases en in delen maaien om zo gewassen langer hun functie te laten behouden. Namelijk het dienen als voer voor vlinders, insecten en vogels en het beschermen van het grondleven. Met als bijeffect dat het er ook nog eens leuker uitziet dan al die geel gemaaide grasmatjes langs wegen en paden. Gelukkig zijn er ook steeds meer boeren die het beginnen te snappen. Raaigras is goedkoop en makkelijk, maar veel minder bio divers en nog veel minder voedzaam. Dus een tandje minder maaien is beter voor iedereen. Dat had ik eerder moeten ontdekken. Had me wellicht een scheiding gescheeld, maar zeker meer vrije tijd opgeleverd en heel veel geld bespaart. En het wordt er ook een stuk stiller van in de buurt. Want die elektrische en benzine maaiers van tegenwoordig, daar word je pas echt horendol van. En niet alleen op zondag.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2019/5/manisch-maaien Tue, 28 May 2019 16:30:57 GMT
Kwik, Kwek en Kwak gaan in de politiek https://www.bartfotografie.eu/blog/2019/3/kwik-kwek-en-kwak-gaan-in-de-politiek Het zat er al vroeg in. Kwik, Kwek en Kwak speelden op het schoolplein al de baas over de andere eendjes. Juf eend had alle moeite om de baas te blijven in de klas en de pleinwacht eendjes hadden hun handen vol aan de drie bengels. Alle drie droomden ze van een leven zoals dat van oom Dagobert. Die was de baas over Duckstad, want hij had de macht. Hij bezat namelijk al het geld en dan kun je doen en laten wat je wilt. Je kunt zelfs de hele eendenkooi kopen en iedereen naar je eenden poten laten dansen. Maar zover was het nog lang niet en daar moest iets op gevonden worden.
Al gauw ontdekten de drie eendjes dat ze de andere eendjes van alles op de vleugels konden spelden. Eendjes bleken net als alle andere dieren alleen maar geïnteresseerd te zijn in een warm nestje, voldoende te eten en zo af en toe een vlucht naar warmere streken.

Van nature waren ze alle drie al heel erg goed in het overdrijven, het fantaseren en het jokken vooral. De politieke talentjes hadden grote voorbeelden waaraan ze zich optrokken. Zo waren eend Julius, eend Adolf en eend Pim en nog een heleboel andere enge eendjes hen al voor gegaan. De KKK-club leek hen ook wel wat, maar die bestond al. Zij leerden dus al heel jong hoe je het eenden volk eronder kon krijgen. En dat heette populisme. En dat is bijna net zo effectief als botulisme.

Zo had eend Julius bedacht dat als je het eenden volk brood en spelen geeft, je ze dom en mak kan houden. Dat vond Kwik wel een goeie strategie. Hij deed allemaal mooie beloftes die hij niet na zou komen. Hij schetste allemaal mooie krooskrachtplaatjes, maar wist vooraf al dat niemand daar iets van zou merken. En hij maakte alle eendjes wijs dat hij wilde verbinden, dat hij er voor alle eendjes was. Maar alleen zuster eendjes kunnen dat. En Kwik vindt dat als een eend maar hard genoeg zijn best zou doen, hij als vanzelf een zwaan zou worden. Of misschien zelfs Dagobert Duck. Maar dan moest je wel eerst andere eendjes oplichten. Want van hard zwemmen, daar word je niet rijk van.

Kwik, Kwek en KwakKwik, Kwek en Kwak
Kwek daarentegen wist dat als je eenden soorten tegen elkaar opzet, je uiteindelijk de macht kon grijpen. Het was de verdeel en heers strategie van eend Adolf die hem aansprak. Hij creëerde een probleem dat er niet was en liet alle eendjes geloven dat hij dat wel eens zou gaan oplossen. Eendjes die van ver kwamen en met een hoofddoekje om in de vijver zwommen, die waren achterlijk. En eendjes die wat moeite hadden om hetzelfde te kwaken als hij, die moesten zich maar gauw aanpassen. En hoe minder van die eendjes, hoe beter. Ook ontdekte hij dat als je er zelf maar zo wit mogelijk uitziet, dat de andere eendjes vanzelf wel zouden geloven dat wit de mooiste en enige eenden kleur is.

En Kwak was vooral gecharmeerd van het inspelen op onderbuik gevoelens, waarheden creëren die niet bestaan en beloften doen die je niet waar kunt maken. Dat was meer de strategie van misleiding en demagogie. Hij was verreweg de ijdelste van de drie, net als zijn grote voorbeeld eend Pim. Als je maar moeilijk gesnater gebruikt en opschept dat jij toch wel heel erg goed was op de eenden school, dan zouden de andere eendjes geloven dat hij heel slim en wijs was. En als je dan gaat samenwerken met een hele oude eend, dan lijk je zelf heel jong en vitaal. Kwak zou in z’n eendje wel eens alle normen en waarden die eeuwen lang waren opgebouwd, in één keer in de plomp gooien. Want het roer moet drastisch om.


Alle drie hadden ze natuurlijk ook eigenschappen gemeen, anders konden ze nooit op de eenden troon terecht komen. Vooral grootheidswaanzin en narcisme is wat ze delen. En dat is heel nuttig als je politiek leider wilt worden. Vergezichten schetsen en altijd gelijk hebben, dat wordt van dikke ikke eenden verwacht. Dan krijg je zelfs de ganzen en de zwanen achter je. Maar je kunt natuurlijk niet alle zwemmertjes op de kant krijgen. Dus moeten er een paar lelijke eendjes gevonden worden. De meerkoeten, de zwarte zwanen en nog een paar zomergasten die tijdelijk hier kwamen broeden, waren de pineut. Die zorgden voor overbevolking in de eendenvijver. Die moesten maar weg. En als dat niet lukte, dan liet Kwik ze nog wel ergens onderbetaalde baantjes trekken in een of andere sloot achteraf. Ver uit het zicht van de Vinex eendjes. Want wat je niet ziet, dat bestaat niet. Kwek roeptoetert dat er teveel van zijn en dat ze het water moeten verlaten. Kwak doet aan geschiedvervalsing en zegt dat alle eendjes vroeger wit waren, maar dat ze teveel samen met soepeendjes hebben rond gedobberd.

Wat ze ook delen, is een sterk minderwaardigheidscomplex. Al vanaf jongs af aan werden ze nooit helemaal serieus genomen. Kwik vond maar geen mooie vrouwtjes eend, Kwek was niet moeders mooiste en het lelijke eendje van de familie. En Kwak werd door alle slimme eendjes gezien als lokeend en mocht nergens aan meedoen. Dus werden ze boos op de eenden wereld en verzonnen een toneelstukje dat hen naar de macht zou helpen. En die rol spelen ze erg goed, want voor veel volgzame eendjes werkt het prima. Rond de elf eenden zetels levert het hun gemiddeld op en gedrieën verdelen ze de macht. Maar macht deel je niet en voor samen werken waren Kwik, Kwek en Kwak niet in het nest gelegd. Dan moet je concessies doen en compromissen sluiten. En daar zijn machtige eendjes niet zo goed in. Samen voor ons eigen, spetteren we ons er wel doorheen. Dat is wat ze het liefste willen.

Maar waar ze eigenlijk het aller bangst voor zijn, is dat het echt helemaal alleen op hen aankomt. Want dan zakken dikke ikke eenden door het ijs. Dan blijkt dat al dat gekwek helemaal nergens op slaat. Dat ze alleen maar plannetjes maken voor maar een klein groepje eenden en dat de hele eenden populatie dat op een gegeven moment door krijgt. En dan staan ze weer helemaal in hun eendje. En van alle doemscenario’s’ die Kwik, Kwek en Kwak hebben bedacht, is dat geen aandacht krijgen, ongeveer het allerergste is dat hen kan overkomen. Dus zolang de radio en televisie eendjes ze een microfoon onder de snavel drukken, zullen we nog wel even naar hun gesnater moeten luisteren.

Om maar eens met een paar linkse bad eendjes af te sluiten; eendje Henny; ‘er zit een knop op je tv, die helpt je zo uit de puree’. En eend Herman heeft het helemaal goed begrepen; ‘spetter, spetter, spater, lekker in het water. Wacht maar niet op mij, ik kom een druppel later!’

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2019/3/kwik-kwek-en-kwak-gaan-in-de-politiek Thu, 28 Mar 2019 19:22:02 GMT
Slavenhandel op de arbeidsmarkt https://www.bartfotografie.eu/blog/2019/3/slavenhandel-op-de-arbeidsmarkt Goed nieuws van het CBS; steeds meer bijstandtrekkers vinden de weg naar de arbeidsmarkt. Let wel, het gaat dus om mensen die het stadium van de uitkering reeds waren gepasseerd en maar niet aan een baan konden komen. Dan kom je namelijk terecht in ons sociale vangnet, wie je ook bent. Het CBS houdt van segmenteren en dus worden de drop-outs van onze welvaartsstaat ingedeeld in groepen; jongeren, dertigers en ouderen: ook wel 45 plussers genoemd.

Ik was onlangs op de Cooper trimbaan in Harderwijk. Even lekker een rondje rennen. Op het bord zag ik de statistieken van de Atletiek Uni. Ook gesegmenteerd. Vanaf achttien jaar worden de groepen per tien jaar ingedeeld. Het bord geeft aan hoeveel rondjes je moet kunnen rennen op die leeftijd. Na vijftig jaar hield het op. Geen categorieën meer op het bord. Dan ben je waarschijnlijk al bijna overleden en tel je niet meer mee in de schema’s. Want of je op je vijftigste, of op je tachtigste nog een prestatie wilt leveren, dat is om het even. Dat boeit niemand. Vooral die jongeren en die dertigers van dat bord niet. Want die werken bij het CBS en bij de Atletiek Uni en bij de krant en de televisie en bij het uitzendbureau en het UWV. Die bepalen het wereldbeeld. Zij zijn de maat der dingen. De narcistische succes generatie. Alles is een keuze. Dus ook mensen afschrijven waar je niets meer aan kunt verdienen. Ik kwam op de Cooper renbaan trouwens alleen maar 65 plussers tegen. Het regende.

Toen ik op mijn achtenveertigste failliet ging, omdat een stelletje whizzkids ergens in Amerika bij een bank hadden lopen rotzooien met dubieuze derivaten (mooie naam, maar ik weet nog steeds niet wat het inhoudt), leek het tijd geworden om mij na vijfentwintig jaar zelfstandig ondernemerschap nuttig te gaan maken in het onderwijs. Ik heb alle Mbo’s en Hbo’s die aansloten bij mijn vak, dat van MarketingCommunicatie adviseur, aangeschreven. Ik bood mijzelf aan als senior voor een junior salaris. En daar mochten ze van mij ook nog drie maanden mee wachten. Al gauw werd het beeld duidelijk. Als je al antwoord kreeg, was de teneur; geen pedagogische opleiding genoten, geen academische achtergrond, er gold een verbod op zij-instromers en er was een te hoog afbreukrisico. Na nog een paar pogingen gewaagd te hebben in het bedrijfsleven, bleek daar ongeveer dezelfde afpoeierij te gelden. De enige drogreden die daar dan nog bij kwam was, dat ik te hoog gekwalificeerd was. Voor ongeveer elke baan. Je mag nooit tegen iemand zeggen dat hij of zij te oud is. Dat is namelijk bij wet verboden.

Destijds hadden we minister Kamp (een VVD-er) aan het roer van de stuurloze economische stoomboot. Het was crisis. Met zijn loze rechtse praatjes verkondigde hij dat werkelijk iedereen aan de bak moest en alles moest aanpakken. Daarmee zouden we het tij wel keren. Ik solliciteerde dus als aspergesteker, aardbeienplukker, schoonmaker en nog een paar ongeschoolde baantjes. Dat het niet gelukt is, dat ligt natuurlijk volledig aan mij. Succes is een keuze. Ik hoor het VVD electoraat nog steeds roepen dat het individu volledig verantwoordelijk is voor zijn eigen welzijn. Als je maar wilt, dan lukt alles. Want nu is het weer hoogconjunctuur. Succes verzekerd. Datzelfde ‘self made gilde’ zit ook op de plekken die mensen beoordelen op hun kwaliteiten. Als werkgever, als HR manager, als gewone manager, als lid van de Raad van bestuur, als aandeelhouder, als investeerder, als bank, als ‘decision maker’ dus. Zij bepalen. Vaak de vroegere dertigers die nu in hun nadagen mensen als ‘te oud’ beoordelen, terwijl de meeste sollicitanten jonger zijn dan zij zelf.

De sociale partners hebben de arbeidsmarkt gezamenlijk veranderd in een moderne slavenhandel. Volledig gestuurd door kostenfactoren. Zij hebben zelf een systeem in elkaar gezet waarbij pensioenbreuk, loonschalen, dienstjaren, ontslagvergoedingen, enzovoort, hebben geleid tot een angstcultuur in werkgevend Nederland. De werknemer is een belemmering geworden voor het vrije ondernemerschap. Te machtig, te mondig, te lastig, te ambitieus, te opgeleid, maar vooral te duur. Dus hanteren ze graag hele flexibele 0-urencontracten, dan kunnen ze er makkelijk weer vanaf.

Intussen heeft het werkgevers gilde een nieuwe slavenhandel ontdekt. De vluchteling. En inmiddels maakt het ook niet meer uit in welke procedure die zit, of welke status die heeft, of zelfs maar een taal spreekt. Waren ze in de crisis nog mordicus tegen elke vorm van progressief asielbeleid, intussen zitten ze krap in de arbeidskrachten en nu blijkt volgens het CBS dat vooral die categorie bijstandtrekkers versneld aan werk weet te komen. Vooral Syriërs blijken populair. Die zijn meegaand, flexibel, niet veeleisend, flink gesubsidieerd en vooral lekker goedkoop. En dat noem je dan marktwerking. Eén keer raden welke categorie weer niet aan de bak komt; juist ja de fossielen van de arbeidsmarkt, de 45 plusser.

Zelfs in hoogconjunctuur hebben we de boel zo dicht getimmerd dat ‘oud’ vooral risico’s met zich mee brengt. Je komt niet meer van ze af, ze stellen teveel eisen, zijn verwend en zijn vaker arbeidsongeschikt. Daar staat tegenover dat ze fantastisch zijn opgeleid, bakken met ervaring hebben, die opgefokte dertigers sturing moeten geven, een gigantisch netwerk hebben en volgens de statistieken wel degelijk veel minder vaak ziek zijn. Hun werktempo ligt wat lager, maar dat komt omdat ze die burn-out al hebben ervaren en daardoor veel efficiënter werken, minder fouten maken en de welvaartziekmeldingen van die succes generatie op moeten vangen. Ik las ooit in een beoogd werknemersprofiel van PostNL; liefst ADHD-ers gezocht. Maar wel part time dan.
En nu komt
meneer Rob Jetten (D66 en amper 30) op de proppen met het binnen halen van arbeidsmigranten. Komt me bekend voor. Jaren 60: Turken, Marokkanen, Grieken, etc. Hebben we zestig jaar voor nodig gehad om de gevolgen daarvan te repareren. Benieuwd welk scenario er nu weer klaar ligt. Met de kennis van nu.

Oud en versleten. Als je stil zit, word je onder gesneeuwd.Oud en versleten. Als je stil zit, word je onder gesneeuwd.Oud en versleten. Als je stil zit, word je onder gesneeuwd.
Oud en versleten. Als je stil zit, dan word je ondergesneeuwd.

Het is natuurlijk allemaal beeldvorming. En die wordt lekker sappig gevoed door media. Als daar altijd meer gesproken blijft worden van 50 plussers, dan vegen we alles wat tussen Abraham en knikkebollend Nederland in zit op één hoop. We hebben zelfs een blad, een omroep en een politieke partij die daar aan bijdragen. Nederland is daar vrij uniek in. Veel West Europese landen dragen hun senioren op handen. Of kijken helemaal niet naar leeftijd. Zij maken een belangrijk deel uit van de samenleving. Zij zorgen ervoor dat de motor niet vast loopt en dat er achtervang is voor al die gesjeesde tweeverdieners die zichzelf voorbij hollen. Positief gezien, maken zij het mogelijk dat er überhaupt een welvaartstaat kan bestaan.

Sinds tien jaar ben ik dus weer ‘gedwongen’ zzp-er. En daar zijn er nog een paar honderdduizend van. Nou ben ik daar al wel aan gewend, want ik ben al zelfstandig ondernemer vanaf mijn achtentwintigste. Volgende week word ik zestig. Op de squashbaan mep ik de gemiddelde carrière tijger nog makkelijk naar de douche. En ik ben deze week aan een studie pedagogiek begonnen, omdat ik de kinderen waar ik bij mijn KidzKlix les aan geef, beter wil leren begrijpen. De meest gehoorde reactie was, dat dit zonde van tijd en geld zou zijn, omdat je er toch geen baan meer mee kunt vinden. Zal toch niets met leeftijd te maken hebben?!

 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2019/3/slavenhandel-op-de-arbeidsmarkt Thu, 07 Mar 2019 17:00:43 GMT
Een gezonde overheid https://www.bartfotografie.eu/blog/2019/1/een-gezonde-overheid Heerlijk woord eigenlijk; gezond. Vooral als je net in de zon hebt gelegen. Ook dat is heel gezond. Lekker veel vitamientjes in je bloed en goed voor je huid. Zon is van levensbelang. Zonder zon ga je dood. Maar zoals altijd, zijn teveel zonnestralen op je blanke huidje ook heel erg bedreigend voor je gezondheid. Huidkanker ligt op de loer bijvoorbeeld. En dus krijgen we adviezen hoe we ons kunnen beschermen en laven tegelijk. Meestal van een overheid die dan een campagne start. Of die een partij financiert die dat beter kan en er vooral meer verstand van heeft.

Bart Fotografie Mens Actief-050Zonnen is heel gezond. Mits je smeert en er vaker niet in ligt, dan wel.
Zonnen is heel gezond. Mits je goed smeert en er vaker niet in ligt, dan wel.

Taak van de overheid?
De vraag is of dat een taak is van de overheid. Mijn antwoord luidt onomwonden: JAZEKER IS HET DAT! Steeds vaker hoor je mensen klagen over een betuttelende overheid. Ze zouden zich teveel bemoeien met ons privé leven. Alsof we zelf niet kunnen bepalen wat goed voor ons is. Mijn reactie daarop luidt tevens onomwonden; NEE, DAT KUNNEN WIJ NIET! Het vlees is zwak en ons verstand beperkt. En dat heeft weinig met IQ te maken of opleidingsniveau. Dat heeft te maken met ons destructieve brein. Dat brein zendt vooral impulsen naar ons spierstelsel om die dingen te doen die op korte termijn bevrediging opleveren. Heel lang geleden deed ons brein zijn werk veel beter. Toen werden onze spieren aangezet om te overleven en deden we de dingen die goed voor ons waren. Want anders nam moeder natuur het van ons over. Dan gingen we dood van kou en honger. Of van het verkeerde voedsel. Van nature wist ons lichaam waar je sterk van werd, of waar je dood van ging.
We zijn intussen zover door geëvalueerd (of doorgefokt zo je wilt), dat we alleen nog maar op zoek zijn naar korte termijn bevrediging. Knokken voor ons eten hoeven we niet meer en ons moderne brein is lui en tegelijkertijd overspannen geworden. We hebben zoveel prikkels gekregen dat we de basis zijn vergeten; goed voor onszelf zorgen. En dan niet in materiële zin, want daar zijn we juist wel in uit gaan blinken.

Wat gaat er mis?
Zijn we dan helemaal van lotje getikt? We krijgen toch ontzettend veel informatie over wat goed en niet goed voor ons is? Of dat nou van Mijn Overheid komt, of van SIRE, of van het Voedingscentrum, het RIVM, van een tv-programma als De Keuringsdienst van Waarden, van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit, of van een echt onafhankelijke professor, ze hebben allemaal voor ons nagedacht over de voors en tegens van onze leefstijl. En nog doen we het verkeerde met ons lijf en onze wereld. Al die voorlichting heeft zeker iets van invloed en je ziet statistieken ook wel een beetje ombuigen de goede kant op. Maar het is een druppel op een gloeiende plaat. Omzetcijfers van de branches die grondstoffen leveren als tabak, alcohol, suiker, zout, vetten, etc., zijn het enige bewijs of iets werkt of niet. En die laten nog steeds consolidatie, of maar een hele kleine krimp zien.

De Stad Bart Fotografie-281Ondanks de aantrekkelijkheid niet de eerste keus.   De Stad Bart Fotografie-456Waarom vinden we dit 'lekkerder'?
Ondanks de aantrekkelijkheid niet de eerste keus.                     Waarom vinden we dit 'lekkerder'?

Ik onderscheid drie fenomenen die een revolutionaire verandering in de weg staan;
- We zijn in onze kindertijd, zo tussen 0 en 6 jaar geprogrammeerd op de verkeerde dingen. In moedermelk zit al lactose (suiker) en die hebben we nodig voor de ontwikkeling van onze hersenen. Onze potjes babyvoeding daarna zijn vooral geproduceerd en gemodificeerd om ons makkelijk te laten poepen en ons ‘zoet te houden’. Daarna zijn het de Danoontjes en de Roosviceetjes die bol staan van de suikers. En de eerste 10-uurtjes in groep 1 t/m 4 zijn vaak hele zoute Kaasdipjes en mierzoete Ligaatjes. En als we janken, dan worden we getroost met iets troostends. Meestal zoet, zout, of vet.

Dit voor wat betreft onze ‘nurture’. Onze ‘nature’ is altijd maar op zoek naar voedsel, vooral gestuurd vanuit groeihormonen. We weten nog van niets en volgen slechts onze instincten. Op die momenten is het te hopen dat je opgroeit in een ‘verstandige’, maar vooral standvastige omgeving. En vanaf de leeftijd dat je gaat jengelen voor je behoeftebevrediging, zou ‘nee’ vaker een antwoord moeten zijn. Voorlopig zitten we nog opgezadeld met een generatie die liever vriendjes is met zijn kind, dan het te leren om grenzen te accepteren.

Bart Fotografie Feest-033Af en toe is ook slecht. Vaker nee zeggen tegen dit soort uitwassen leert ze grenzen te accepteren en te begrijpen dat dit echt niet kan.
Af en toe is ook slecht. Vaker nee zeggen tegen dit soort uitwassen leert ze grenzen te accepteren en te begrijpen dat dit echt niet kan.

- De voedselmaffia heeft teveel macht. De hele keten van grondstoffenleverancier tot producent en dealer, heeft een te sterke lobby en helaas ook nog steeds de wet aan zijn zijde.
Er wordt hen vrijwel geen strobreed in de weg gelegd om voedsel te maken dat net zo schadelijk is als sigaretten en drank. Over die laatste twee later. Natuurlijk worden producten beoordeeld op de waarde voor de volksgezondheid. Bewezen foute stoffen mogen er helemaal niet in zitten, of slechts in zeer kleine veilige marges. Daar vallen verzadigde vetten, suikers en zouten blijkbaar niet onder. In de kern ga je daar ook niet meteen aan dood. Wel als je een verkeerd voedingspatroon hebt aangeleerd en je willens en wetens met de stapeling van deze stoffen op de lange termijn je leven aan het verkorten bent. Inmiddels hebben we de causale verbanden wel aangetoond dat er ergens iets stuk gaat in je lijf van een overdosis of een combinatie van deze stoffen. Hart- en vaatziekten, suikerziekte en sommige vormen van kanker, staan lineair in verband met voeding. Allergieën en zelfs depressiviteit en ADHD worden daarop onderzocht en ook daar zijn al spectaculaire verbanden gelegd.

- Ten derde blijkt een gezonde overheid als het puntje bij het paaltje komt, meestal een slappe overheid te zijn. Een overheid die zich verschuilt achter internationale regelgeving en reeds afgegeven vergunningen en licenties. Het is niet zo ingewikkeld om een Nationaal Preventieakkoord te ontwerpen vanuit de Haagse ivoren torens. De insteek is altijd weer het geven van voorlichting, het stimuleren van gedrag, de eigen verantwoordelijkheid aanspreken, etc. En wil je meer, dan liggen begrippen als ‘persoonlijke levenssfeer’ en ‘integriteit van het menselijk lichaam’ voorop de punt van de advocaten tong. Resultaat; een slap compromis dat minimaal effect sorteert. Wat je nodig hebt zijn wapens waarmee je de strijd kunt voeren!
Een gezonde overheid is namelijk ook een strenge overheid. Het weghalen van perverse prikkels uit het bedrijfsleven is een taboe. Zeker in een tijd van hoog conjunctuur en een rechtse regering. De argumenten van economie en werkgelegenheid wegen zwaarder dan volksgezondheid en een beter milieu. Waar aan voorbij wordt gegaan, is dat een gezonde bevolking productiever is, minder ziek en dus veel goedkoper voor de staatskas en dus ook voor de afdeling personeelszaken. En uiteindelijk ook beter voor de economie. Wat we nodig hebben is strenge handhaving bij overschrijding van veel strakker gestelde grenzen. Waarom geen verbod op baby- en kindervoeding waar te hoge percentages suiker en zout in zitten? Waarom geen sancties of belasting op hetzelfde bij voedsel voor volwassenen? Waarom geen verbod of een belasting op sterk milieuvervuilende producten? Waarom geen sancties als een alternatieve grondstof of productiemethode niet wordt benut? Waarom niet gewoon sigarettenfabrieken sluiten?! Daar wordt dodelijk gif geproduceerd. Een lekkende chemische fabriek was allang gesloten. Kijk daar hebben wij nou een overheid voor nodig. Plannetje schrijven dat kunnen we zelf ook wel. Wetten maken en handhaven is het patent van de Staat.

Bart Fotografie Mens en Bedrijf-015Patatje met moet kunnen. Tenzij het je hoofdmenu wordt.
Patatje op z'n tijd moet kunnen. Tenzij het je hoofdmenu wordt.

Een hypocriete overheid
Ik heb me van de week weer geërgerd aan die schijnheiligheid van zowel rechts als Christelijk Nederland als het om het gedogen van wiet gaat. Weliswaar met verschillende argumenten, maar zo hypocriet als de pest. Diezelfde heilige boontjes tanken thuis en op hun vele netwerkborrels liters alcohol weg per jaar. Vele malen ongezonder en verslavender dan zo af en toe een jointje. Hoewel je die ook moet roken en je naast je trip ook longkanker of CLPD oploopt. Maar dat was niet waar zij aan dachten. Zij dachten aan achterbannen en achterhaalde normen. Dat we met legale wiet evident alle criminele ellende en de kosten van handhaving weg nemen, iets dat vele miljoenen oplevert voor de staatskas, daar hebben zij het steeds maar niet over. En wat te denken van dat schip met BTW dat binnen vaart bij de verkoop van het legale goedje. Al dat extra geld kunnen we zo nodig weer in preventie stoppen.

Oké gezondheid daar hadden we het over. Dus ja, Cannabis is ook niet heel gezond voor je. Maar waar het mij om gaat is dat de felheid waarmee daar tegen wordt opgetreden niet in verhouding staat met de manier waarmee alcohol, zout, suiker en vet worden bestreden. Er worden wel strenge wetten gemaakt om soft drugs te elimineren, maar met tabak komen we niet verder dan de pakjes sigaretten onaantrekkelijk en onbetaalbaar maken. En met alcohol doen we nog maar even kalm aan, want daar genieten we allemaal van. Verder dan een bewustzijnscampagne (nogal NIXerig) komen we weer niet. We gaan de jeugd beschermen tot hun achttiende en daarna zetten we het met z’n allen weer op een zuipen. Drankenmerken die de sport sponsoren, bizar! Het Holland Heineken Huis, dat zou verboden moeten worden. Degene die daar op een podium wordt gehesen, heeft dat vooral bereikt door niet te drinken. Fans willen alleen maar feesten. En mevrouw Eva Jinek die elke avond op de gesubsidieerde staatstelevisie een paar glazen bier weg tankt (ze zijn alcoholvrij wist de redactie me te vertellen), geeft ook het verkeerde signaal af; drinken tijdens je werk en als je zwanger bent!

Een overheid die het bedrijfsleven de kans geeft om met onze ‘mind te fucken’, beschermt ons niet tegen onszelf, die eet van twee walletjes. Want accijnzen spekken de staatskas en voor onze steeds duurder wordende gezondheidszorg verhogen we gewoon de premies en het eigen risico.
Het is van tweeën een. Pakken we het bedrijfsleven aan, dan moeten we ook de consument aanpakken; ons dus. En ik zeg, kom maar op, want ik heb het nodig. Ik ben twintig jaar geleden ook gestopt met roken, drink al veel minder dan een paar jaar geleden, eet geen zoogdieren meer en aan dat sporten wordt nog gewerkt. Er moeten nog tien kilootjes af volgens de huidplooimeeting.
Bewust of onbewust heeft overheidsbeleid daar een steentje aan bij gedragen. In mijn geval was beïnvloeding al voldoende. Sommige mensen hebben een steviger steuntje in de rug nodig, omdat ze verslaafd zijn, of om verkeerd aangeleerd gedrag te corrigeren. En ik reken voor het gemak vet, suiker en zout ook onder verslavingsmiddelen, net als tabak en alcohol.
Het veel gehoorde argument dat rokers goedkoop zouden zijn voor de samenleving, en waarschijnlijk geldt dat ook voor stevige drinkers, is al vaker doorgerekend. Het blijkt inderdaad dat macro economisch gezien deze verslaafden nog steeds goedkoop zijn, of dat we zelfs aan ze verdienen. Hun hogere kosten worden onder andere gecompenseerd door de te ontvangen accijnzen op hun genuttigde genotsmiddelen. Wat is er dus op tegen om mensen met een eetverslaving ook ‘goedkoper’ te maken door een vet, suiker of zout tax in te voeren. Overigens is het wel zo, dat zodra we steeds meer levens weten te rekken van deze ‘levensgenieters’, ze uiteindelijk over een paar jaar veel duurder worden. Weer een drogreden minder in hun verweer.

De Stad Bart Fotografie-389Roken en overgewicht. Eigen verantwoordelijkheid is niet waar we het mee gaan winnen.
Roken en overgewicht. Eigen verantwoordelijkheid is niet waar we het mee gaan winnen.

Maatregelen die werken
Maak om te beginnen ongezond eten veel duurder en gezond eten bereikbaarder voor iedereen. Je zou vanuit de gezondheidszorg ook een veel strenger optreden mogen (moeten) verwachten. Een patiënt met aantoonbaar en verwijtbaar overgewicht krijgt minder privileges, of moet meer betalen. Dat is op te lossen door bijvoorbeeld een BMI-tax in te voeren (vervanger voor de omstreden en onuitvoerbare vet- of suikertax. Die hoef ik dan ook niet te betalen als ik deze producten wel verantwoord wil consumeren). Vermenigvuldig je BMI met je premie en je kunt met afvallen geld verdienen. Of je krijgt recht op een afvalcoach die je begeleidt. Maar die heb je dan wel zelf betaald. Als huisarts geef je niet langer een slap foldertje mee, maar verwijs je door naar een ‘leefstijlcoach’, of beter afkickcoach. Vanaf januari 2019 in de basisverzekering. En dus kunnen wij collectief weer mee betalen aan ongezond Nederland. De zoveelste sigaar uit eigen doos. Het principe van (zorg)verzekeringen is dat we met z’n allen een beetje geld in een pot stoppen, zodat we mensen kunnen helpen die - buiten hun schuld om - op kosten worden gejaagd. In alle polissen zitten uitsluitingen als je zelf verantwoordelijk bent voor je ellende. Je krijgt bij diefstal ook niet uitgekeerd als je geen slot op je deur hebt. 350.000 personen komen in aanmerking voor deze eerste hulp bij vetzucht. Daar wordt dan een bijklussende ZZP-er op gezet die bij de hardnekkigste en meest urgente gevallen levens ingrijpend moet gaan veranderen. Zie jij het gebeuren? Alle doctoren die er wel verstand van hebben, hebben al lang geconcludeerd dat obesitas een psychische aandoening is. Een onvervalste eetstoornis. En die ga je niet genezen door een slappe peptalk van een iets te blije dertiger.

Goed dan, laten we positief blijven. Alles beter dan niets doen. Maar maak dat coaching traject dan in ieder geval strenger, bijvoorbeeld vergezeld van een opkomstplicht. Kom je niet, dan mag je achteraan sluiten als het fout afloopt. En bereik jij je streefgewicht niet, dan mag je zelf bijlappen. Kosten cursus; een kleine achthonderd euro. En datzelfde geldt voor long- en leverpatiënten die aantoonbaar verder roken en drinken na hun diagnose. Het blijkt nu dat de helft van de huisartsen hier niet aan mee wil werken. Die zeggen dat ze als dealers van de farmaceutische industrie zijn opgeleid en niet als gezondheidsadviseurs. Ik zou zeggen onmiddellijk hun big-registratie intrekken, of op bijscholing sturen. Gezondheid is een holistisch fenomeen dames en heren medici. En daar is leefstijl een onlosmakelijk onderdeel van. Een groot deel van de ziektes is daaraan gerelateerd. Jullie zijn vanouds de deskundige schakel en hebben de autoriteit. De inzichten zijn veranderd. Nu jullie nog.

Bart Fotografie Mens en Bedrijf-077Diagnose stellen EN vragen stellen.   Bart Fotografie Mens en Bedrijf-074Verkeerd aangeleerd gedrag; pillen voorschrijven.
Diagnose stellen EN vragen stellen.                                Verkeerd aangeleerd gedrag; pillen voorschrijven.

Ingrijpen, hoe eerder hoe beter
Als je vroeg begint, heb je nog meer winst. Consultatiebureaus zouden veel strakker moeten coachen in leefstijl en voeding en vooral langer ook. Tot het zesde levensjaar van het kind wat mij betreft. Ouders die hun kinderen meppen worden uit de ouderlijke macht gezet. Ook geestelijke mishandeling pakken we aan. Maar wat doen we met ouders die hun kind vetmesten en voor de rest van hun leven beschadigen? Hup een ‘lifestyle’ gezinscoach erop (zelf bekostigd en dus niet in het basispakket) en minimaal een verplichte kookcursus laten volgen zou ik zeggen.

Bart Fotografie Mens Actief-026Overgewicht bij kinderen; ZIJ kunnen het niet helpen.   De Stad Bart Fotografie-097Wat geven we ze mee? Een visje is heel gezond en lekker. maar niet als hij uit de frituur komt met een kwak saus eroverheen.
Overgewicht bij kinderen; ZIJ kunnen het niet helpen.                 Een visje is heel gezond, maar zo?

Te betuttelend? Helemaal niet. Een strengere aanpak is in het voordeel van ons allemaal, maar vooral voor het ‘slachtoffer’; hogere kwaliteit van leven, tegen lagere kosten. Tenslotte wil iedereen gezond zijn. Tenzij je levensmoe bent, of passief en opgebrand op je bedje ligt. Ook dan verwacht je een sterke arm die je er weer bovenop helpt. Iemand die je bij je lurven pakt en een plan voor je maakt met spelregels, doelen en sancties. Uitvoeringsinstanties zijn er gelukkig in overvloed en die doen goed werk. Zolang ze maar voldoende budget krijgen vanuit de staatskas of van de verzekeraars. Twee euro per dikkertje is echt volstrekt onvoldoende. Een gezonde overheid laat veel over aan de verantwoordelijkheid van het individu en aan de markt, maar schept wel de randvoorwaarden om ons tegen onszelf te beschermen. Voor een lang en gezond leven. Dat is geen betutteling of bemoeizucht, dat is je verantwoordelijkheid nemen en grenzen stellen. Net als onze vadertjes en moedertjes dat deden. Als het goed is.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2019/1/een-gezonde-overheid Wed, 30 Jan 2019 14:06:53 GMT
Het dilemma van de consumens https://www.bartfotografie.eu/blog/2018/12/het-dilemma-van-de-consumens Er zijn gelukkig steeds meer consumenten die er bij stil staan of ze wel de juiste spullen kopen. De prijs is zeker in een tijd van hoogconjunctuur iets minder belangrijk. Dat geeft ruimte voor het nadenken over je eigen ‘footprint’. Welke wereld willen we voor onze nazaten achter laten.
De grote boosdoeners die deze unieke aardkloot naar de knoppen helpen zijn; energieverspilling, voedselverspilling en plastics. Ik realiseerde me dat ik maar al te vaak hoopte op acties van politiek, bedrijfsleven of milieuorganisaties. In mijn beleving moesten die het voortouw maar nemen met innovatie en regelgeving.

In de stille maanden van 2017 kreeg ik de ingeving om eens een maand lang mijn verpakkingsafval op te sparen. Alles behalve gft, papier en glas, want daarvoor is al voldoende ondernomen om dat goed te recyclen. Over alle andere stoffen was ik niet overtuigd van het nut van inzamelen. Ik wilde dus eerst eens weten wat nou eigenlijk mijn eigen aandeel was in het verpesten van het milieu en wat ik daar als individu aan zou kunnen doen. Na een maand (28 dagen), heb ik vier tjokvolle vuilniszakken leeg gestort in de fotostudio van mijn bevriende foto collega Mich Bushman.

Het dilemma van de consumens Bart FotografieHet dilemma van de consumens Bart Fotografie

Ik ben me kapot geschrokken! Dit was dus wat één mens in één maand min of meer noodgedwongen aan verpakkingen verzameld om aan zijn natje en droogje te komen. Dat moest anders!
Natuurlijk is er ook op het gebied van plastics van alles gaande. Alternatieve verpakkingen worden ontwikkeld die veel minder grondstoffen bevatten, of volledig recyclebaar zijn. Maar dat neemt nog niet zo’n vlucht. Verpakkingsindustrieën en de voedselgiganten hebben daar helemaal geen belang bij. Daar zou je dan meer op de wetgever willen vertrouwen die zaken gewoon verplicht, verbiedt en beboet. Maar dat is een hoop die ik al heel lang geleden heb laten varen. Zeker zolang Rechts het hier voor het zeggen heeft. De economie als heilige graal en vooral vrienden blijven met de grootverdieners.

De vermeende oplossing voor plastic; we gaan weer inzamelen. Net als glas, papier, kleding en batterijen. Een zoethoudertje en een misleiding tegelijk. Een druppel op een gloeiende plaat ook. Het verandert namelijk helemaal niets aan ons gedrag. Het wordt gepresenteerd als een oplossing, maar dat is het helemaal niet. Ga maar na; allereerst heb je een plastic zak nodig om die shit in te verzamelen. Recyclebaar of niet, die zak moet wel geproduceerd worden. Vervolgens gaan veel mensen het afval afspoelen, omdat het anders gaat stinken. Warm water en dus gas en water verspild. Daarna gaat die zak aan de weg en komt er een stinkende vrachtwagen de boel ophalen. Het eindstation is een energie verslindende machine die er plastic granulaat van maakt om er in weer een andere energieverslindende fabriek nieuwe producten van te maken. De minimale winst is wellicht wat grondstoffen, maar we maken nog steeds dezelfde troep. Het geweten weer gesust, over tot de orde van de dag.

Wat je zou wensen is, dat wij consumenten ons koopgedrag aan passen en veel meer verpakkingskeuze hebben. En niet zo af en toe en een beetje, maar structureel en veel. In de volle overtuiging dat je daarmee iets goeds doet. Maar hoe krijg je dan die lekkere vette eiersalade bij je thuis? Of het vlees bacterievrij verpakt. Om met dat laatste te beginnen; gewoon eens niet of veel minder van kopen. Beter voor je lijf, beter voor het beest, het milieu, je portemonnee en de afvalberg! Vrijwel alle producten zijn verpakt en dat kan vaak ook niet anders. Ik zag laatst de bio komkommers als enige in krimpfolie verpakt. Verantwoord eten in combinatie met honderd procent milieuschade. Het moet niet gekker worden!

Ik heb er over nagedacht wat ikzelf kan doen zonder een zure milieufreak te worden of een volledige vegetariër. Op het gebied van mijn afval dan. Onderstaand wat tips.

  • Neem een linnen of papieren tas mee naar je Super en stop je groenten en fruit in die tas. Laat ze bij de kassa afwegen. Zo vermijd je al die zakjes van de rol.
  • Ga vaker naar de markt! Gezelliger, goedkoper en veel minder verpakkingen. Neem ook nu weer een duurzame tas of mand mee.
  • Koop grootverpakkingen. Daar doe je langer mee en er zit percentueel minder verpakking omheen.
  • Koop geen plastic tasjes meer in winkels.
  • Stop met watertjes uit die rottige petflessen. Water uit de kraan is goed genoeg (en soms hetzelfde). Geldt helemaal voor die suikerwatertjes waar je veel te dik van wordt. Of bewaar één zo’n rottig flesje om telkens te hervullen.
  • Koop gewoon minder ongezonde troep. Lekker hoor al die salades in bakjes, maar ze barsten van de verzadigde vetten, suikers en zouten. En zo’n verpakking is duurder dan de inhoud!
  • Doe iets nuttigs met je gft. Een groene kliko is trouwens ook van plastic! Maak zelf een compostbak (niet van plastic), of geef het mee aan een schillenboer, of aan een moestuinier. Want hoe minder gft er in een vuilniszak belandt, hoe minder zakken je gebruikt.
  • Weiger blisterverpakkingen. Dit is wel één van de grootste vervuilers. En alleen maar om het product te showen, beschadiging tegen te gaan, diefstal te voorkomen en je tanden op te breken of je vingers aan open te halen. Kun je een alternatief kopen (de kleinere zaken hebben vaak nog losse producten), doe dat dan. Ook beter voor die kleine ondernemer. Ook leuk; knip er eens een paar open bij de kassa van je bouwmarkt en zeg dat ze die zelf mogen houden.
  • Kook dubbele porties en vries in. Dan hoef je niet weer opnieuw naar de winkel, of gas te verbruiken. De magnetron is goedkoper en je vriezer staat toch al aan.
  • Een bos bloemen zonder cellofaan en tierelantijntjes is nog steeds en mooie bos bloemen.
  • Vermijd winkels waar je alleen maar nutteloze rotzooi kunt kopen. Funshoppen is geen fun! Je had ook een mooie wandeling kunnen maken in een stuk schone natuur, of vrijwilligerswerk kunnen doen, of van mij part een taart kunnen bakken. Nutteloze rotzooi kopen is een afwijking. Verveling meestal, of een onverzadigbare kooplust.
  • Koop spullen van hout, karton of metaal. Natuurlijk zijn daar ook grondstoffen voor gebruikt en machines voor aangezet, maar vaak veel minder vervuilend en duurzamer.
  • Bewaar als het dan even niet anders kan je ijsbakje (moeilijk aan te schaffen zonder plastic) voor het invriezen van maaltijden en koop geen Tupperware. Ook je verpakking van de Chinees doet uitstekend dienst. Tenzij je het lef hebt om met een pannetje je afhaalmaaltijd op te halen, zoals het ooit begon.
  • Je zou ook nog kunnen kijken of je minder belastend plastic kunt kiezen als je helemaal geen keuze hebt. Hoe dunner en hoe minder gekleurd, hoe beter. Polyethyleen, Polypropyleen en PVC zijn echt troep! Gemaakt van fossiele grondstoffen (aardolie) en met hele smerige chemische verbindingen tot stand gekomen. Let op het recycle logo, maar wees ook sceptisch. Recyclen is de oplossing niet. Veel van jouw extra betaalde recycletoeslag wordt helemaal niet benut voor recyclen!
  • Scheid plastic afval. We hebben nu nog geen alternatieven, dus dan maar even nog die druppel op de gloeiende plaat. En steun bijvoorbeeld projecten die het milieu schoon maken. En voedt onze kinderen op zonder zwerfafval. Dus neem je rotzooi mee naar huis en gooi het niet van je af in het openbaar.

Op de foto zie je wat de oogst was na het sorteren op materiaalsoort.

Afvalberg Bart FotografieDit is wat een eenpersoonshuishouden aan afval produceert in een maand. Zegt overigens ook iets over je eetgewoontes en dat is ook best confronterend!
En tenslotte nog even dit; Het produceren en recyclen van plastic is meer milieubelastend dan alle vervoersbewegingen bij elkaar. En voordat je nu denkt dat dit een geruststelling is, dan is dat precies wat vergelijkingen doen met de mens. Er is altijd iets veel erger, maar dat maakt het nog niet minder urgent. Ik moet daarbij dan altijd denken aan dat rechtse lobby cadeautje van die 130 kilometer per uur. Hartstikke milieubelastend (los van de medische kosten van het toegenomen aantal verkeersslachtoffers). Ingevoerd speculerend op het elektrische rijden dat we waarschijnlijk pas allemaal over twintig jaar doen. Dat is vanaf de invoering dus vijfentwintig jaar onnodige milieuschade, omdat we ons graag laten verwennen en in slaap sussen. Geef het Volk zijn brood en spelen. Een betere wereld begint bij jezelf, als je tenminste verder kijkt dan je eigen genot.

 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2018/12/het-dilemma-van-de-consumens Fri, 28 Dec 2018 12:27:51 GMT
Mijn overstap van koning Canon naar onderdaan Olympus https://www.bartfotografie.eu/blog/2017/12/mijn-overstap-van-koning-canon-naar-onderdaan-olympus Veranderingen leveren voor de meeste mensen een existentiële angst op voor het onbekende. Eerst wil je er niet aan, maar als je gaande weg de angst onder ogen ziet en overwint en zelfs een beetje nieuwsgierig wordt, dan ga je andere inzichten krijgen en gaat de verandering plotseling vanzelf. En soms zelfs met een brede glimlach om de mond.

Al ruim dertig jaar fotografeerde ik met Canon. Ooit ben ik mijn carrière begonnen als fotograaf voor de NVM. Met twee Canons van de zaak op de toen nog strakke buik, reed ik Nederland rond om per dag zo gemiddeld veertig panden van binnen en van buiten te fotograferen. Ik was 23 en heel ambitieus. Ik wilde de beste foto’s maken en daarvoor had je de beste spullen nodig. Van merken had ik geen verstand. In mijn jeugd was ik verliefd geweest op Minolta, want mijn vader fotografeerde daarmee. Nooit begrepen waarom Sony die naam heeft weggepoetst uit de markt.
Ik wist dat ze bestonden die andere merken, maar de verschillen waren mij vreemd. En zoals het wel vaker gaat in het leven; eenmaal wat goeds gevonden, nooit meer wat anders. En zo ging het ook met mijn Canon spullen. Gewoon goed, degelijk, breed assortiment, goede service en dat was het wel zo’n beetje waarvoor ik voor een merk koos. Uiteindelijk ging het mij al heel gauw meer om het creatieve proces dan om het gereedschap. Tussen het ruitje en het wandje zit alleen maar fantasie nietwaar.

Later toen ik een eigen reclamebureau begon en mij specialiseerde in marketing, ontdekte ik al snel wat merken doen met mensen en hoe je daar invloed op uit kunt oefenen. Ik heb er een leuke boterham aan verdiend. Maar ik kwam er al gauw achter dat er nogal vaak gejokkebrokt werd over merken en dat de nieuwste modellen lang niet altijd significant beter waren dan de vorige. Na dertig jaar betaald net zo gejokt te hebben over merken, producten, namen en imago’s, ben ik met mijn bureautje gestopt en ben als fotograaf verder gegaan. Met Canon dus.

In die tijd van mijn reclamebureau werkten we met de Mac. Vijf werkstations en evenzovele leasecontracten. Mac was en is onbetaalbaar, maar het was ‘het beste voor mijn vak’. Geen idee van wie ik die wijsheid had, maar ik heb me een faillissement geïnvesteerd aan al die updates die elkaar in een moordend tempo opvolgden. ‘Want je kunt niet achter blijven’. 'What’s in a name' (is not in your wallet anymore). Jarenlang hebben Nikon en Canon de markt van fotocamera’s gedomineerd.
Ik zal niet zeggen met alleen maar leugentjes, maar wat mij betreft wel met net iets teveel modellen en te marginale updates. De revolutie in de fotografie was wat mij betreft opgehouden toen analoog werd ingeruild voor digitaal. Daarna werd het vrijwel uitsluitend een race om snelheid en pixels.

Zoals zo vaak krijgen de zogenaamde a-merken op een gegeven moment last van de wet van de remmende voorsprong. Bovendien kun je enige arrogantie niet ontkennen. Als ik kijk hoe wisselend alleen al de user interfaces zijn bij elk ‘nieuw’ type, dan begrijp je waarom gebruikers afhaken. Het succes van Apple is geweest dat er naar de gebruiker is geluisterd. En niet eenmalig, maar elke dag. Sony zag je als eerste camera’s maken die veel organischer te bedienen waren. Logischer ook. En de doorkijkspiegel was even wennen, maar wel vernieuwend. Althans voor de meesten, want hij bestond al veel eerder; bij Canon meen ik me te herinneren. Alleen Sony had er succes mee. Maar hoe kon het dat een muziekuitgever en een muziekapparatenbouwer zomaar een leeuwendeel van de fotokoek kon afsnoepen? Ik denk gewoon dus door te luisteren naar de klant. Iets dat de economie ook weer uit de crisis heeft getild. Vraag je eerst maar eens af voor wie maak ik mijn spullen nou eigenlijk, voordat je een fabriek inricht.

We hebben alles voorbij zien komen op zoek naar nieuwe gebruikers. Compact en hybride, ze doen leuk mee, maar hebben nooit het gewenste niveau gehaald en blijven steken in de consumentenmarkt. Toen was daar ineens de systeem camera. De echte revolutie stond te beginnen. Keken wij eerst nog naar een compact camera waarop je leuke kleine lensjes kon wisselen, kijken we nu naar een volwaardige fotocamera die inmiddels kan wedijveren met de spiegelreflex en op sommige punten zelfs al voorop loopt. En wie hebben die boot gemist? Juist ja, de vermeende a-merken. Te lui, te traag, te log.

Toegegeven dat ik nog helemaal niets wist van de nieuwe spelers in dit segment. Sony, Fujifilm, Panasonic en Olympus waren voor mij outsiders, gehersenspoeld als ik was na dertig jaar. Maar ik zag ook geen reden om te gaan switchen. Ik was lekker bezig met mijn opdrachten en workshops en genoot enig aanzien met die grote baksteen op de inmiddels iets minder strakke buik. Je gaf het goede voorbeeld tenslotte.
Er veranderde een paar dingen in mijn leven waardoor ik in de nieuwsgierige stand kwam te staan. Je wordt een dagje ouder, je gaat wat vaker op reis, je doet alleen maar wat je leuk vindt (dus verdienen doe je ook een stuk minder) en ik kreeg een chronisch ontstoken achillespees vanwege langdurige overbelasting. Dus dan roept die 20 kilogram Canon spullen op je rug steeds meer weerstand op.

Enkele weken geleden werd ik getipt over een waanzinnige actie van Olympus; Test & WOW. Je krijgt zomaar voor 3000 euro spullen te leen en als je het niks vindt, dan breng je dat kosteloos weer terug. ‘No strings attached’. Kijk DAT is nou marketing! Als je zoveel geloof hebt in je nieuwste camera dat je bijna zeker weet dat bijna iedereen daar als een blok voor gaat vallen, dan moet er wel iets revolutionairs aan de hand zijn. Dus heb ik me daarvoor opgegeven en een week in Schotland mijn tijdelijke speelgoedje getest. Ik had voor de zekerheid ook mijn hele Canon uitrusting meegenomen (70 euro extra overgewicht moeten bijbetalen bij de KLM). Want stel dat je Olympus uitstapje tegen gaat vallen. Ik heb in die week slechts eenmaal mijn 5D Mark III met de 70-200 mm f2.8 uit de tas gehaald bij het fotograferen van een schitterende regenboog. Toen ik op het display van beide camera’s het verschil zag bij gelijke instellingen, toen wist ik het al. De Canon is niet meer uit de tas geweest die week. In de nu volgende opsomming van de verschillen in het fotograferen zal duidelijk worden waarom.

Lekker uit het handje ragscherpe landschappen schieten.Lekker uit het handje ragscherpe landschappen schieten.   Of lekkere stadsgezichten, ook uit het handje.Of lekkere stadsgezichten, ook uit het handje.

1 - Met stip op 1 voor de minder draagkrachtigen; je hebt bij gelijke brandpunten minimaal de helft minder aan gewicht in je handen. En dat is ook fijn als je wel fit en sterk bent. Bijvoorbeeld als je bergen op en af wandelt, lange bruidsreportages doet, of moet hollen met je spullen.

2 - Je hebt bij vergelijkbare brandpunten ongeveer de helft aan omvang in je handen en dus ook in je fototas. Dat maakt je ook minder opvallend als je dat niet wilt zijn. Wel zo fijn onder de mensen. En nooit meer gezeur bij de douane of in het handbagage vak.

Het standpunt en de hoek waaronder beide foto's genomen zijn vertekent de formaten. Ik had helaas beide uitzetten niet tegelijkertijd voorhanden, anders had ik ze mooi naast elkaar kunnen zetten.

Canon uitzet; EOS 5D Mark III, 500 mm f 4.0, 70 - 200 mm f 2.8, 16 - 35 mm f 4.0, 100 mm f 2.8, 50 mm f 1.8, EOS 7D.Canon uitzet; EOS 5D Mark III, 500 mm f 4.0, 70 - 200 mm f 2.8, 16 - 35 mm f 4.0, 100 mm f 2.8, 50 mm f 1.8, EOS 7D.    Olympus uitzet; OM-D E-M1 Mark II, 300 mm f 4, 60 mm f 2.8, 40-150 f 2.8, f 7-14 mm f 2.8Olympus uitzet; OM-D E-M1 Mark II, 300 mm f 4, 60 mm f 2.8, 40-150 f 2.8, f 7-14 mm f 2.8.

3 - Je hebt een camera in handen (Olympus dus) die maar liefst 5 stops belichtingscorrectie heeft. ‘Mind you’, uit de hand bij bijna twee seconden scherpe foto’s maken (let wel van stilstaande onderwerpen!). Dus ik sta te fotograferen op een 1/25e waar een andere camera een 1/100e nodig heeft! De camera wordt niet voor niets de doodsteek voor ND filters en statieven genoemd (maar dat is dan weer marketing).

Lange sluitertijden uit het handje!Lange sluitertijden uit het handje!

4 - De camera is snel. Nee, hij is rete snel! 60 beelden per seconden maar liefst. Het is net of je aan het filmen bent. Bovendien maakt hij al foto’s voordat jij op het knopje drukt! Ja echt waar. Als je nu nog te laat bent, dan ligt het echt alleen nog maar aan jou.

5 - De camera is onhoorbaar. Als je wilt. Maar op de normale sluiterstand hoor je ook al bijna niets. Geen verlangen meer naar je oude klapperpistool waarmee je alles en iedereen weg joeg, of in ieder geval mateloos irriteerde. Bij een bruiloft val je niet meer op en een beest blijft nu gewoon staan.

Meer kansen door de stilte.Meer kansen door de stilte.   Grotere kans op spontane portretten.Grotere kans op spontane portretten.

6 - De camera heeft een geweldig breed dynamisch bereik. Ik zei het net al bij de foto van de regenboog; was die al helemaal af op de Olympus, had hij een veel te hoog contrast op de Canon. Weet je hoeveel tijd je dat achter je Lightroom scheelt! Voorbeeld van een vergelijkbare upgrade met een beter bereik van de 5D mark III naar de 5D mark IV; dikke 4000 euro! (De OM-D E-M1 Mark II kost een kleine 2.000 euro).

Regenboog meteen raak.Regenboog meteen raak.    Veel minder werk achter de pc.Veel minder werk achter de pc.

7 -  Samen met die 5-stops stabilizer, zijn super dynamiek en zijn topsnelheid, zijn HDR beelden uit de hand echt kinderspel geworden. Scheelt ook weer tijd achter de pc. Bij binnen fotografie gelden natuurlijk weer andere regels, maar landschappen en steden worden weer leuk zonder filters.

8 - De resolutie van de micro four third (m43) versus de full sensor komt zeer goed uit de testen. Natuurlijk heb ik dat zelf ook getest en in Lightroom in de ingezoomde modus (300%) vergeleken. Niets te zien! Op mijn beeldscherm dan. Mijn eindoordeel ligt uitsluitend bij een A3 fotoafdruk (30 x 42 cm). Heb ik dus ook maar even gedaan. Fantastisch! Al het andere is een hele interessante academische discussie van testopstellingen met uitslagen die wij als eindgebruiker nooit gaan terug zien. Niet op een laag resolutie beeldscherm, niet op ons canvasdoekje, of in ons Albelli fotoalbum en ook niet bij de drukker die niet veel nodig heeft voor een scherpe afdruk met zijn offset raster.

Geen ruis- en detailverschillen. Olympus OM-D E-M1 Mark II versus de buurman.Geen ruis- en detailverschillen. Olympus OM-D E-M1 Mark II versus de buurman.    Canon 5D Mark III.Canon 5D Mark III.

9 - En dan de ruis. Ja oké, dan gaan we ff een beetje dimmen in onze euforie. Boven de ISO 800 bij matige lichtcondities gaan we ze zien; de korrels op onze foto’s. Maar dan heb ik goed nieuws; je hoeft bijna nooit zo hoog, want je hebt die 5-stops stabilizer! En ruis heeft elke camera wel een keer. Die is namelijk onvermijdelijk als je voldoende sluitertijden wilt halen; en liever ruis dan naar huis! Natuurlijk zal je af moeten zien van snelle onderwerpen aan de randen van de dag. Maar dan zit ik al lang thuis voor de pc met een glaasje port erbij. Bovendien vind ik ruis helemaal geen probleem. Anton Corbijn is er beroemd mee geworden. En wel eens een boek van Frans Lanting bekeken? Als je een beetje handig bent met je software, dan is er nog veel te corrigeren; lokaal dan wel integraal.

10 - De focusing is vergelijkbaar met spiegelreflex. Zeker zo snel dus. Die vroegere vertragingsfactor is er helemaal uit. Maar er zitten ook extra mogelijkheden op die heel snel werken, zoals focus tracking en de vele instelmogelijkheden voor je scherpstelpunten en -gebieden. De AF-C werkt in ieder geval al veel accurater dan mijn oude AI-servo.

11 - De scherpte dieptes liggen geheel anders en gunstiger. Je bent bij groothoek veel sneller scherp in de achtergrond, waardoor je met lagere f waardes (meer licht en dus een snellere sluitertijd), voldoende scherptediepte hebt. Het zachte bokeh bij teleobjectieven is vergelijkbaar, maar begint dus al veel lager met voldoende te zijn. Mijn oude f4.0 gebruikte ik vrijwel nooit vanwege te weinig scherpte in het onderwerp, nu dus veelvuldig.

Heerlijke scherpte diepte.Heerlijke scherpte diepte.   Heel fijn bokeh.Heel fijn bokeh.

12 - De vele mogelijkheden die de camera heeft, zijn echt indrukwekkend. Er zitten een aantal revolutionaire specs op, in, aan. Zo kun je de camera upgraden naar een equivalent van 50 miljoen pixels (stilstaande modus), bouwt hij bij lange sluitertijden opnames per lichtdeel het beeld op, schijnt de filmmodus van wereldklasse te zijn (daar koop ik dan toch nog steeds een camcorder voor, heb er nog niets mee), en een fantastische scherpte indicatie bij handmatige scherpstelling. Et cetera!

13 - Een geweldig aanbod van objectieven van zeer hoge kwaliteit, bovendien uitwisselbaar met Panasonic objectieven. Bedenk dat alle brandpunten met 2 vermenigvuldigt moeten worden vanwege de cropfactor. Dus mijn huidige 7-15 mm is ongeveer gelijk aan mijn oude 16-35 mm op full frame! Maar mijn 300 mm f4 is ook gelijk aan die dikke kachelpijp van 600 mm f4. Alleen een fractie van het gewicht en…..

14 - De prijs! Ja wat moet je hier nou nog op zeggen. Een body die de helft kost van mijn 5Deetje, maar meer kan en vaak betere resultaten oplevert. Objectieven die veel goedkoper zijn, zeker als je het vergelijkt in de prime objectieven. Mijn 300 met equivalent 600 kost zelfs maar 1/6 van de prijs! En weegt nog maar een fractie minder. Zet daar dan die 60 beelden per seconden achter met die fabuleuze stabilizer en je kunt je spierballen thuis laten.

Gespot en geschoten met 300 mm.Gespot en geschoten met 300 mm.    En zelfs het vertrek staat er haarscherp op.En zelfs het vertrek staat er haarscherp op.

Zijn er dan helemaal geen nadelen op te sommen (behalve dan die belachelijke type aanduidingen)? Belangrijkste verschil is natuurlijk dat je sneller ruis gaat zien bij slechte lichtomstandigheden. En de body is wat klein, waardoor mensen met lange vingers zoals ik, nog wel eens mis prikken. Maar dat is een kwestie van wennen. De accuutjes gaan snel leeg, reserves dus meenemen. Als workshopleider en docent moet je nog wel even wat uitleggen. Lang niet iedereen weet wat van deze ‘state of the art’ ontwikkelingen. Dus dat is een imago dingetje. Maar dat was mijn oude vak, dus daar red ik me wel uit. Liegen hoeft gelukkig niet meer. Over de duurzaamheid is nog niets te zeggen op zo’n korte termijn. Evenals de stabiliteit van al die elektronica. Heb al wel begrepen dat hij zich goed houdt bij extreme omstandigheden. Er zit wel een heel erg uitgebreid menu in dit toverdoosje. Moet je leuk vinden. En als laatste is het even wennen dat je door de zoeker naar een dia zit te kijken en niet naar de spiegel. Maar de resolutie en de stabiliteit van de zoeker is al zo goed, dat ook dat snel went. Bovendien zie je heel mooi je belichting aangepast worden bij correctie en die komt precies overeen met de display. Nooit meer proefopnames in diverse standen, maar meteen raak! Verder zitten er wat consumenten dingetjes in die je als pro gaan irriteren (zoals de meldtekst; ‘heeft de voorkeur’ als je een lage ISO kiest). En gezichtsherkenning hoef ik ook niet, want die herken ikzelf wel.

Sfeerbeelden in lage isootjes en supersnelle  burstrate.Sfeerbeelden in lage isootjes en supersnelle burstrate.   Lekker snel anticiperen.Lekker snel anticiperen.

Panasonic en Olympus wisselen op het moment stuivertje. Je moet zelf maar kijken welke van de twee jouw voorkeur heeft qua user interface. De kwaliteit en dus ook de objectieven zijn vergelijkbaar. Sony en Fuji zijn ook prima natuurlijk, maar het gewicht en het aanbod van de objectieven stond mij tegen. Marginaal dat wel.
En stel jezelf eens de volgende vragen; Waarom wil jij high end beeld maken? Heb je daar dan een klantenkring voor? Ziet iemand uit jouw publiek het verschil? Is dat het geld waard en kun je het missen? Wat en wie wil je bereiken met je beelden? Wat is jouw maximale output van je foto’s? Is fotograferen hard werken, of voor je plezier? Is die resolutie discussie en die millimeter race nog wel van deze tijd? Wil je perse alles fotograferen, of investeer je in een specialiteit? Ben je dol op nabewerken, of heb je nog meer te doen? Ben je merkentrouw of vooral trouw aan jezelf? Ben je hype- en trendgevoelig en gevoelig voor meningen van anderen? En wie zijn dan die anderen? Men heb ik nog nooit ontmoet. Die vragen stellen ze je meestal niet als je aan een balie staat van een camera discounter ergens in Nederland.

Geweldige detailweergave ook onder mindere condities.Geweldige detailweergave ook onder mindere condities.   Hele fijne verhoudingen tussen detailweergave en scherpte diepte.Hele fijne verhoudingen tussen detailweergave en scherpte diepte.

Tot slot kan ik zeggen dat ik zelf als beroepsfotograaf in een geheel andere modus terecht ben gekomen. Het fotograferen is weer ‘organisch’ geworden. Ik ben weer veel creatiever gaan fotograferen. Het rendement ligt veel hoger. Bijna alles is raak. Daar waar ik met de spiegelreflex vaak genoegen nam met ‘net niet’, heb ik dat nu bijna nooit meer met de Olympus. Bovendien ben ik reportage fotografie veel leuker gaan vinden dan het ieniemienie perfecte plaatje. Maar denk nou niet dat dit van de baan is. De 60 mm macro samen met een twinflash leveren dezelfde hoge rendementen op. Dus als doorgewinterde macrofotograaf is ook daar een nieuw leven begonnen.

De onderdaan heeft de koning naar de kroon gestoken. De koning is dood, leve de koning!

Dit is een gebruikerstest en geen doorgerekende technische test. Interpretaties en ervaringen zijn geheel voor mijn eigen rekening. Het is mijn visie op de ontwikkelingen in de markt van fotocamera’s. Slechte camera’s en slechte merken zijn er niet. Alles is een persoonlijke keuze en ervaring. Ik heb dus uitsluitend mijn persoonlijke ervaring met je willen delen. Mijn advies luidt; ga naar een fotozaak met deskundig en vooral objectief personeel en test, test, test! Succes en veel plezier!

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2017/12/mijn-overstap-van-koning-canon-naar-onderdaan-olympus Thu, 07 Dec 2017 19:29:16 GMT
Bewustwording door beleving https://www.bartfotografie.eu/blog/2017/10/bewustwording-door-beleving Ieder van ons heeft een liefhebberij, een passie of minstens een zwak voor iets in zijn of haar leven. En vaak is het iets dat we al heel vroeg in ons leven zijn tegen gekomen. Voor de een wordt dat een uit de hand gelopen hobby, voor de ander een onbewuste leefstijl. We noemen dat in de natuur ‘inprenting’. Als opvoeders van onze kinderen zouden we ons daar goed bewust van moeten zijn. Deels is het ‘nature’, maar voor een groot deel is het ‘nurture’ wat onze nazaten vormt. Onze eigen invloed dus.

Het idee achter KidzKlix
Met die gedachte startten een aantal gepassioneerde natuurfotografen en vaders zo’n vier jaar geleden Stichting KidzKlix. Hun idee was dat als je kinderen op jonge leeftijd, zo tussen de 6 en 13 jaar regelmatig mee de natuur in neemt, dat ze daar vooral goeie dingen van mee krijgen. De missie was tweeledig; maak ze gezond en maak ze verantwoordelijk. In het eerste geval ontwikkelen ze zich motorisch en cognitief het beste, in het tweede geval zullen ze zuiniger omspringen met hun leefomgeving. En helemaal idealistisch geredeneerd worden het daardoor leukere burgers die ook nog aan een volgende generatie denken.

Nou wisten deze fotograferende vaders ook dat kinderen vooral graag uitslapen en achter hun spelcomputers zitten. Als geen ander wisten zij ook dat als je eenmaal aan het fotograferen bent in de vrije natuur, dat er iets met je mind en je body gebeurt. Je wordt er in ieder geval relaxter van, maar er komt ook een creatief proces op gang dat best uniek is te noemen. Verwondering en beleving maken zich meester van je vermoeide lichaam. Even vergeet je je zorgen en je pijntjes en kom je tot de mooiste plaatjes. Wat je wilt, is dat delen en je gaat opzoeken wat je hebt gefotografeerd. Zo doe je kennis op en wil je iedereen graag vertellen hoe mooi het daar buiten is. Het maakt je, in ieder geval voor even, een gelukkiger mens. En dat gevoel wilden zij over gaan brengen op de aanstormende generatie. Niet perse om ze te drillen tot het nieuwe gilde van natuurfotografen, maar vooraleerst het besef, of zo u wilt het gevoel bij te brengen, dat de natuur iets unieks is waar je heel zuinig op moet zijn.

KidzKlix campagnebeeld-02KidzKlix campagnebeeld-02   

Beleving belangrijker dan techniek
De fotografie dus als voertuig van die twee missies; gezondheid en verantwoordelijkheid. KidzKlix heeft de afgelopen jaren honderden workshops gegeven aan duizenden kinderen. Dat klinkt best stoer vinden wij zelf. Zowel in het onderwijs, de buitenschoolse opvang, de jeugdgezondheidszorg, voor groen organisaties en andere kindervakorganisaties is KidzKlix actief. Het doel is om nog veel breder in Nederland aanwezig te zijn. Het liefst ook betere toegang te krijgen tot kansarme kinderen, die vaak opgesloten zitten in hun Randstedelijke keurslijven.

Een workshop duurt ongeveer 4 uur. We starten met een fotopresentatie en testen hun  natuurkennis. En ik kan alvast verklappen dat die bedroevend laag is. De biologieles is net als de gymles weggesaneerd en de juf heeft andere prioriteiten. ‘Nieuws uit de natuur’, de opa’s en Freek Vonk dragen hun steentje nog wel bij. Maar dan gaat het vaker over wilde beesten ver weg, dan over de konijntjes bij ons in het veld. Het is dus ons eerste leermomentje; kennis bijbrengen van de vaderlandse natuur. Dan leggen we ze de cameraatjes uit. KidzKlix werkt met gesponsorde Nikon Coolpix cameraatjes die speciaal zijn ontwikkeld voor jonge kinderen. Ze mogen vallen en kunnen onder water. Dan volgt zo’n 1,5 à 2 uur een fotowandeling door een natuurgebied in de omgeving van de organisatie. Gedurende dat fotorondje leggen de fotografen uit wat ze zien. Kort en boeiend en dan worden minimale instructies gegeven voor het maken van een scherpe foto.  Verder laten we de kinderen helemaal hun eigen ding doen. Dat willen wij zelf tenslotte ook. En dat levert verassende resultaten op. Kinderen laten zich nog niet remmen door techniek. Kinderen maken spelend fouten en leren daar zelf het meeste van. Bovendien leggen ze de lat nog niet zo hoog dat ze meteen beroemd willen worden. Je ziet ze eigenlijk meer foto trofeeën verzamelen. Het is heel boeiend om te zien aan de hand van hun foto’s hoe hun kijk op de wereld is. De een heeft al een brede scoop op het landschap en de ander kan het niet ieniemienie genoeg zijn. En er is ook een verschil tussen jongens en meisjes. De boys gaan al snel de competitie aan en de meiden werken graag samen.

  

Is techniek dan helemaal niet aan de orde? Jazeker wel. We leggen ze uit dat je bij weinig licht snel onscherpe foto’s krijgt en dat je goed stil moet zitten. En dat je meer dan één foto moet maken van hetzelfde onderwerp, zodat je steeds beter wordt. Een interessant gegeven is ook dat kinderen van nature de gulden snede toepassen. Dat leren ze later overigens weer af als we ze wiskunde les gaan geven. Kinderen experimenteren ook veel meer. Het kikkerperspectief is heel populair, evenals de tegenlicht opname. Niet altijd bewuste keuzes, maar ze laten zich in ieder geval niet remmen om iets onconventioneels te doen. Verder komen begrippen als perspectief, scherpte/diepte, lichtval, contrast versus harmonie en beeldrijm aan bod. Maar pas bij de plenaire fotobespreking. In het veld belasten we ze daar nog niet mee. Het gaat om de beleving tenslotte.

Competitie element om te stimuleren
Nadat de kinderen de cameraatjes weer hebben ingeleverd, sorteren de fotografen de mooiste foto’s uit en die worden meteen gepresenteerd en wederom van commentaar voorzien; herhaling van de gefotografeerde soort en een toelichting op de fotokwaliteiten. En er worden vooral heel veel complimentjes gegeven. Omdat de kinderen vooraf een selfie hebben gemaakt, kunnen we hun foto’s achteraf matchen. Soms is er een prijs voor de mooiste foto van de dag, die door de kinderen zelf wordt gekozen. Vooraf hebben we de kinderen al verteld dat alleen de mooiste foto’s zullen worden getoond. Onze ervaring leert dat ze die stimulans omzetten in nog meer focus. Overigens winnen gemiddeld meisjes vaker de prijs voor de mooiste foto van de dag dan jongens. Daar hebben we nog geen wetenschappelijke verklaring voor.

Kijk maar eens op de website (www.kidzklix.nl) bij de blogjes wat er zoal wordt gefotografeerd. Daar kunnen veel grote mensen fotografen ook nog wat van leren. Al was het alleen maar dat plezier gaat voor prestatie.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2017/10/bewustwording-door-beleving Wed, 18 Oct 2017 08:09:34 GMT
Uilenliefde https://www.bartfotografie.eu/blog/2017/7/uilenliefde Het begon allemaal met een mooie gesponsorde nestkast van Vivara. Via de post kwam hij binnen. Zo’n grote groene met een klep en een heel groot gat van voren. Helemaal ontworpen voor de bosuil. Maar waar hang je nou zo’n groot ding? Van de boswachter mocht het weer eens niet aan de andere kant van het hek. Dus dan maar in mijn eigen tuintje vlak naast de slaapkamer. Aan een grote dikke oude spar. Nou dat heb ik geweten!

De eerste drie jaar leverde de kast geen uilen op. Tweemaal waren de holenduiven hen voor en eenmaal de boommarter. Die gebruikte de kast als lunchroom. Ik vond er aan het einde van het seizoen een eekhoorn, twee holenduiven, een merel en twee vetbollen in terug. Alles afgekloven natuurlijk. Eet smakelijk! Maar dit jaar was het al heel vroeg in januari raak. Hoorden we eerst nog het ge-oe-hoe van meneer uil, later werd het al snel beantwoord met het ge-kie-kie van mevrouw uil. En zoals u weet zijn het nachtdieren en zoals u nog niet weet, ik ben dat vooral niet. Lig je in het begin nog met een bonzend hart te luisteren naar deze prachtige en toch ook spannende natuurgeluiden, na een paar dagen worden de oordoppen uit het medicijnkastje gehaald. Natuur is leuk, maar je moet er wel doorheen kunnen slapen.

Al gauw werd duidelijk dat het uilenpaar de uilenliefde had bedreven en dat daar eitjes van waren gekomen. Kijk daar kun je me dan wel weer voor wakker maken. Onbewust ga je dan toch ook in een soort vaderstand staan en wordt er geobserveerd, beschermd en geanalyseerd. En er wordt overal informatie vandaan gehaald. Dan blijkt overigens ook hoe weinig mensen van bosuilen afweten en dat de echte deskundigen best zuinig zijn met hun specifieke informatie. Voor mij een mooie kans om door pure observatie die kennis zelf dan maar op te doen. Het zijn buitengewoon leerzame weken geweest. Slapen kunnen we altijd nog.

Je zou ze natuurlijk ook gewoon hun ding kunnen laten doen, maar u begrijpt er liggen fotokansen op de loer! Voor een webcam was het te laat en voor nachtfoto’s heb je dure spullen nodig. En ik heb moeite met flitslicht bij vliegende beesten. Ze zullen zich maar te pletter vliegen tegen hun eigen voorgevel. Uiteindelijk hebben we na overleg, ik neem dit soort beslissingen tegenwoordig niet meer alleen, besloten te wachten tot we takkelingen hadden en de uilen gewoon hun ding te laten doen.
 

Zal ik wel, zal ik niet. Nog niet wetende dat er drie broertjes en zusjes zaten te duwen in z'n rug.Zal ik wel, zal ik niet. Nog niet wetende dat er drie broertjes en zusjes zaten te duwen in z'n rug.

15 mei was het dan zover. De bosuilen hadden er flink de tijd voor genomen. Midden op de dag hing er een eerste uilenpuber uit de kast. Niet veel later volgde de tweede. Omdat ze er zo lang voor nodig hadden, hadden de jongen al flinke slagpennen aan de vleugels en dus zaten ze in een mum van tijd veel te hoog takkeling te wezen. Weg fotokans. Althans dat dachten we op dat moment. Een paar dagen later zouden we naar de bijeneters vertrekken en dus besloten we (alweer in goede harmonie) de kast maar even schoon te maken. Toen ik de kast opende, zaten er tot onze grote verassing nog twee veel kleinere jongen in. Er kan, bleek bij navraag, wel zeven dagen tussen zitten. Bij te weinig muizen worden ze zelf geconsumeerd, maar in dit geval kregen ze de kans van hun broertjes of zusjes en hun ouders om zelf ook uil te mogen worden. Sorry beste vogelpuristen, maar die fotokans hebben we dan maar gepakt. We waren tenslotte per ongeluk een soort peetvader en peetmoeder geworden.
 

Oeps, nog twee nakomertjes.Oeps, nog twee nakomertjes.    Sorry uilenkindertjes, natuurfotografen zijn nogal storend.Sorry uilenkindertjes, natuurfotografen zijn nogal storend.

Wat er toen gebeurde is een van mijn mooiste natuurervaringen. Mijn vriendin die normaal op de tafel springt voor een muis, pakte heel kordaat de twee jonge uilen van me over voor een late foto shoot. Ik zag ineens een stralend gezicht dat met veel zelfvertrouwen en handigheid de twee uiltjes liefdevol op hun tijdelijke podium plaatste en kort daarna weer terug in de kast. En dat om mij mijn plaatjes te kunnen laten maken. Zoveel opoffering had ik nog niet eerder meegemaakt. Of was het vooral moederliefde? We hebben er van puur geluk in ieder geval samen een potje bij staan janken. Uilenliefde is besmettelijk!
 

Liefde overwint alle angsten.Liefde overwint alle angsten.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2017/7/uilenliefde Thu, 20 Jul 2017 08:14:46 GMT
Nagellak en ander ongemak https://www.bartfotografie.eu/blog/2017/4/nagellak-en-ander-ongemak Eindelijk is het grauw en de kou van koning winter uit de lucht en genieten we van het blauw en de vrouw in de lente. Want plotseling is kleur weer van belang. We gaan weer plagen en behagen, want er hangt iets in de lucht; hormonen! Het voorjaar is van de voortplanting, als je geluk hebt. En om de kansen te vergroten, heeft de natuur daar van alles op gevonden.

Dieren zijn precies als mensen?
Ik mag graag parallellen trekken tussen het dier en het mensenbeest. Vaak gaan ze mank, maar ook heel vaak zie je verassende overeenkomsten. Of juist schokkende tegenstellingen. Bekend is natuurlijk dat wij mannen nogal saai zijn als het om verleiden gaat. Verder dan een beetje gel in je haar en een duur maatkostuum kom je meestal niet om in de smaak te vallen. Onze vrouwtjes hebben veel effectievere middelen. Geuren en kleuren zetten zij in. Vooral rood schijnt het erg goed te doen. Op nagel en lip wordt deze eyeopener gesmeerd. Appellerend aan iets dat wij mannen graag zouden willen bezitten. Maar heeft de mandril de kleuren precies op de goede plek en nergens anders, worden wij nog even om de tuin geleid voordat we ons doel hebben bereikt.

Op mij heeft het een averechts effect al die misleidende kleuren. Vooral felle kleuren betekenen voor mij oppassen geblazen. Zo vind ik de nasmaak van een lippenstiften-kus nogal een afknapper. En rode nagels laten rode sporen achter. De femme fatale is volgens mij weinig succesvol met haar strategie. Begeerd wordt ze zeker, maar zelden ten huwelijk gevraagd.

Kleuren maken de man
Felle kleuren in de natuur hebben vaak een dubbele betekenis; vruchtbaar of giftig. En als je een beetje pech hebt allebei. Er sneuvelen heel wat heren na de daad. Aangetrokken door iets onweerstaanbaars als balts en feromonen, werd het hun laatste kunstje. Maar meestal zijn zij het zelf die behagen. Uitgedost met de mooiste veren, vechten zij om de voorrang bij de meestal nogal saaie dames. Logisch, want die moeten daarna ongezien op de eieren en de pullen passen. Misschien is dat wel de reden waarom onze dames nadat ze zo opvallend mogelijk in het huwelijk traden, daarna nogal onopvallend achter de schermen verdwijnen. Even uit het zicht, belangrijker zaken te doen.

Er zijn dieren die veel geëmancipeerder zijn dan wij. De fuut is zelfs nogal unisex. Zowel in kleed als in zorgtaken. En voor de kinderen zorgen dat doen de meeste dieren heel gelijkwaardig. Voordeel is wel dat als hun taak erop zit, ze beiden het gezin verlaten om de rest van het jaar een beetje te lanterfanten. Ja, zo kan ik het ook! En dan heb je nog de travo’s onder de dieren; ‘sneaky fuckers’ genoemd. Zij dossen zich uit als het vrouwelijk geslacht (dus saai werkt soms ook) en proberen ongemerkt en zonder ervoor te hoeven knokken, de dames heer en meester te maken. ‘Onze’ grutto schijnt daar ook heel goed in te zijn. Net zo misleidend overigens als zijn uitverkiezing tot nationale vogel.
 

BaltskleedBaltskleed   BroedkleedBroedkleed

Wie leidt hier de dans.Wie leidt hier de dans.   Maak je blauw voor een vrouw.Maak je blauw voor een vrouw.

Als je geen zin hebt om te knokken, moet je je vermommen.Als je geen zin hebt om te knokken, moet je je vermommen.   Bezint eer ge spint.Bezint eer ge spint.

Tijd voor een kleurtje
Het voorjaar trekt ons als natuurfotograaf natuurlijk waanzinnig. De blauwe kikkertjes, de gele, witte en paarse blommetjes, het prachtkleed van onze vogels, het frisse groen van boom en struik en de eindeloze blauwe luchten, maken dat de fotohormonen door het fotografen lijf gieren. Ik vind het een onrustige tijd. Er gebeurt zoveel tegelijk en je wilt niets missen. En laat het nou ook meteen de drukste tijd van het jaar zijn qua carrière. Zin in van alles, maar tijd te kort. Ik zou blij zijn als het weer zomer is. Kunnen we lekker met onze witte lijven de zon in om te proberen ook een lekker kleurtje te krijgen. En niet alleen voor de vitamientjes, want een kleurtje op je huid dat behaagt. Trek een fel rode bermuda of een mooi rood jurkje aan en voor je het weet kom je weer niet aan fotograferen toe.

Gelijkenissen met bekende personen of dieren berust op puur toeval.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2017/4/nagellak-en-ander-ongemak Tue, 18 Apr 2017 14:24:31 GMT
Plaatjesmakers https://www.bartfotografie.eu/blog/2017/2/plaatjesmakers Ik kom er niet onderuit; segmenteren en doelgroep denken. Het zit in de aard van het beestje. Heb er een kwart eeuw mijn geld mee verdiend. Je hebt er eigenlijk niks aan, maar het sorteert zo lekker. En soms begrijp je net even beter waarom een foto is geworden zoals hij is geworden. De maker achter het kunstwerk is vaak nog boeiender dan het kunstwerk zelf.

De ‘ik-ben-een-natuur-fotograaf’ plaatjesmaker
Als je aan een kok vraagt wat hij doet qua professie, dan zegt hij vast nooit dat hij een pannenkoekenbakker is. Hij is kok en hij kookt. Maar als je aan een fotograaf vraagt wat hij fotografeert, dan komt er vaak wat voor te staan. Dan is hij ineens reclamefotograaf, sportfotograaf, oorlogsfotograaf, bruidsfotograaf, of natuurfotograaf. Wordt het gesprek dan anders, of is het een speciaal ambacht? Kun je het een wel zijn en het ander niet? Horen daar andere spullen bij, vraagt dat andere technieken? Ik hoorde laatst een standhouder op een beurs (hij verkocht fotospullen) vragen aan een stand bezoeker (die zocht fotospullen); bent u beroepsfotograaf? Het antwoord luidde; ‘nee ik ben natuurfotograaf’. Ja dat zegt natuurlijk veel.

De ‘als-je-maar-lol-hebt’ plaatjesmaker
Deze plaatjesmaker beleeft aan iedere hobby veel plezier. Lekker bezig zijn, mensen ontmoeten, een babbeltje hier en daar en een rokertje op zijn tijd. Hij heeft het zo naar zijn zin, dat er van fotograferen eigenlijk weinig terecht komt. Gaat met alle excursies mee, heeft een cameraatje cadeau gekregen, of op de kop getikt en weet hoe hij aan en uit moet en waar dat groene knopje voor is. Het gaat hem niet om de kwaliteit, maar om de gezelligheid. Je kunt ze er goed bij hebben voor de relativering en de sfeer. Je komt alleen zelf niet aan fotograferen toe.

De ‘het-mag-best-wat-kosten’ plaatjesmaker
Hij heeft gecasht en besloten dat de fotografie voor een nieuw leven gaat zorgen. De beste spullen worden gekocht en de verste reizen worden gemaakt. Als blijkt dat al die dure speelgoedjes best ingewikkeld zijn, dan worden er masterclasses gevolgd. Daar leren ze van de master dat de spullen niet deugen of incompleet zijn, dus wordt er opnieuw geïnvesteerd. Na een jaar van frustraties (het werkt niet!) en teleurstellingen (ik win nooit wat!) gaat de boel op marktplaats en wordt er een golfuitrusting gekocht. Of een vliegvisuitrusting, of een jachtuitrusting, of een oldtimer. En natuurlijk een ‘eenvoudig’ toestelletje voor in de binnenzak. Want opgeven doen we natuurlijk niet!

 

Lekker crea bea met jezelf.Lekker crea bea voor jezelf. Lekker crea bea met jezelf.Als het er maar opstaat. Verre reizen, dure spullen.Verre reizen, dure spullen. Ik heb niks met macro.Ik heb niks met macro. Start van een nieuwe carrière.Start van een nieuwe carrière. Hoe platter, hoe beter.Hoe platter, hoe beter.


De ‘als-het-er-maar-op-staat’ plaatjesmaker
Je ziet het steeds vaker; fotografen die met een smartphone of tablet zwaaiend in de lucht een landschap staan te platen. Dat zijn de platte plaatjesmaker. Resolutie nog nooit van gehoord en later is nog ver weg. Ik ben nu hier en ik maak een plaatje voor daar. En dat daar is meestal iets van een instant wegwerpforum. Flikker het maar op Flickr, ram het maar op Instagram, maak hem zoek op Facebook en Pinterest of Zoom.nl, dat komt later wel. Mocht dit type plaatjesmaker de oversteek wagen naar iets driedimensionalers, dan blijft het adagium ongewijzigd; als het er maar op staat en vermoei me niet met techniek. Dat doen die apparaten toch voor je?

De ‘rest-kan-me-niet-boeien’ plaatjesmaker
De specialist onder de plaatjesmakers. Eenmaal wat goeds gevonden, nooit meer wat anders. Camera voldoet, net als het onderwerp. Ooit begonnen met tuinplanten te fotograferen in de eigen tuin. Later kwamen daar de tuinplanten van de buren bij en weer later werden reisjes gemaakt naar de mooiste tuinen van Europa. Maar altijd bleef het vooral de bloem die boeide. Ik heb aan de andere kant ook wel eens natuurfotografen horen verklaren dat ze niets met macro hebben. ‘Doe mij maar beesten, de rest boeit me niet’ zeggen ze dan. Feit is dat deze eenzijdige plaatjesmaker vaak een hoog niveau haalt in zijn eigen comfortzone. Wat zou er gebeuren als hij een tijdje iets heel anders heel boeiend zou vinden?

De ‘ik-fotografeer-alles-wat-los-en-vast-zit’ plaatjesmaker
Dit is de swaffelaar onder de plaatjesmakers. Hij richt op ongeveer alles zijn lans, uh lens. Hij vindt alles leuk, maar blinkt nergens in uit. De generalist heeft altijd iets te schieten. Dat is zijn voordeel. Nooit op zoek naar dat ene, altijd tevreden met alles. Het is de fotograaf van het ‘lucky shot’. Er zit altijd wel iets tussen. Hij waait met alle winden mee, maar inspireert anderen en brengt ze op nieuwe ideeën.

De ‘ik-fotografeer-alleen-voor-mezelf’ plaatjesmaker
Dat is de kunstenaar onder de plaatjesmakers. Meestal ook de praatjesmaker onder de plaatjesmakers. Hij bedrijft zijn kunst alleen voor zichzelf en het boeit hem niet wat anderen ervan vinden. Post zichzelf ondertussen suf op forums en stuurt elke dag wel iets in voor een fotowedstrijd. En wint hij wat, dan veinst hij stom verbaasd te zijn en zonder enige emotie.
Ik heb onlangs het volledige negatieven archief van mijn vader plaatjesmaker moeten weg gooien. Geen bestemming voor gevonden. Niemand was geïnteresseerd. De man fotografeerde dus uiteindelijk zijn hele leven alleen voor zichzelf zonder dat te weten. Maar wie droomt er nou niet van om een onsterfelijk fotoarchief na te laten?

De ‘ik-wil-een-nieuwe-start-maken’ plaatjesmaker
Deze zie je steeds vaker. Geboren uit de crisis of uit de schoot van het UWV. Baalt van zijn baan of zijn langdurige werkeloosheid en droomt van een nieuwe carrière als beroepsnatuurfotograaf (sinds kort een nieuw beroep). Schaft met financiële ondersteuning van anderen alle noodzakelijke gereedschappen aan voor zijn nieuwe klus. Begint eerst met familiefeesten en partijen, kijkt de kunst af van toekomstige collega’s, speelt leentjebuur voor soorten en locaties en maakt een website en visitekaart. Doopt al zijn vroegere vakanties om tot fotoreizen en strooit zijn oude fotoalbum uit op social media. Blijft nog wel part time werken, want hij heeft er eigenlijk geen vertrouwen in dat het ooit gaat lukken.

De anonieme plaatjesmakers
Regelmatig kom je op fora echt fantastische foto’s tegen. Gemaakt door hobbyisten die in hun vrije tijd zo af en toe wat fotograferen. Hebben meestal een compact-, hybride- of tegenwoordig ook een heel aardige systeemcamera. Voor een groot deel geholpen door veel automatisering, maken ze de meest geweldige plaatjes. Het is de grote fotomassa. Hebben geen ambities, maar weten wel hoe met het apparaat om te gaan en trekken er lekker op uit. Delen met het grootste gemak al hun bijzondere vondsten met ongeveer iedereen en zijn vaak lid van een fotoclub of groenvereniging. Hun foto’s vinden gemakkelijk de weg naar zuinige uitgevers en gratis fotostock, want geld hoeven ze er niet aan te verdienen. De eer is voor dit type plaatjesmaker al ruim voldoende.

Ach nostalgie. Ik word er soms weemoedig van. Welke plaatjesmaker ben jij eigenlijk?

PS overal waar hij/zijn staat, zou het dus net zo goed zij/haar kunnen zijn. Gelukkig steeds vaker zelfs.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2017/2/plaatjesmakers Sun, 05 Feb 2017 15:58:08 GMT
Aardappeloogst Biddinghuizen oktober 2016 https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/10/aardappeloogst-biddinghuizen-oktober-2016 Meekijken bij de boer, dat vind ik al een feest vanaf mijn vroegste jeugd. Het 'maken' van voedsel vind ik fascinerend. De combinatie van natuur en cultuur in haar opperste gelukzaligheid. Tenminste vanaf de buitenkant. In de loop der jaren heb ik wel geleerd dat boer zijn ook keihard is. Vaak ben je volkomen afhankelijk van externe factoren. Het weer is daar natuurlijk de meeste voor de hand liggende van, maar ook overheid, internationale markten, milieuregels, ziektes, etc., overkomen je gewoon als boer. Anticiperen, aanpassen, met alle winden mee kunnen waaien, dat is een belangrijke eigenschap van een goeie boer. Maar het is niet verwonderlijk dat opvolging steeds moeilijker wordt. Wat zou jij als goed opgeleide jongen (en soms meisje) nog moeten zoeken in deze bedrijfstak met zoveel onzekerheden. Iedere keer als ik weer een oogst mag vast leggen in een fotoreportage, dan zie ik toch veel voordelen. Behalve dat het prachtige producten zijn die je kweekt en dat je er een samenleving mee draaiende houdt, is de buitenlucht, de seizoenen, het fysieke werk, de natuur, de vrijheid en kameraadschap een mooi tegenwicht voor al die onzekerheid. Want waar heb je die zekerheden nou wel in deze maatschappij. Mij zie je niet meer in een kantoor en in een file. Veel van boeren geleerd in mijn leven. Voor mij is de boer nog altijd troef!



 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/10/aardappeloogst-biddinghuizen-oktober-2016 Thu, 13 Oct 2016 14:06:43 GMT
Zoom eens uit! https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/10/zoom-eens-uit Inzoomen is in. Altijd maar focussen, op zoek naar details, de verborgen gebreken, de kleine lettertjes. Hollanders zijn van het kokeren en het cocoonen. Je eigen kleine wereldje maken, zodat de grote boze buitenwereld een ver van je bed show wordt. Samen hebben we het leuk, de anderen zoeken het maar uit. Wat is er over gebleven van die VOC mentaliteit?!

Geen misverstand, ik was geen fan van Balkenende en wordt het ook niet van Wilders. De een geloofde dat iedereen het met iedereen leuk moest hebben, de ander denkt nog steeds dat er een superras bestaat. De wereld is hun maatbeker, maar vol is al gauw te vol. Er met een ouwe schuit op uit trekken en de wereld verkennen met een open blik, dat is er al lang niet meer bij. Alleen thuis is het pluis.

Wat ze beiden gemeen hebben is hun kokervisie. Beiden worden geleid door een heel oud boek dat al een paar honderd jaar nogal achterhaald is. De wereld is veranderd, maar sommigen hebben daar wat meer tijd voor nodig. Wat zou het schelen als je de blik had van een kosmopoliet. Of van een kosmonaut. Die van Wubbo Ockels bijvoorbeeld. Dat je met je helicopterview (of vanuit een raketje) naar de nietigheid van onze aardkloot kon kijken. En dat je je zou realiseren dat al dat geneuzel nogal onbeduidend en contraproductief is op een schaal van aarde tot heelal.

Zoom-eens-uit-01 Zoom-eens-uit-01 Zoom-eens-uit-01 Zoom-eens-uit-01 Zoom-eens-uit-01 Zoom-eens-uit-01

Ik betrapte mezelf erop in het begin van mijn natuur fotocarrière (voor wat het waard is op de schaal van Bart Stornebrink tot Fred Hazelhof), dat het heilige doel was om vooral zo dicht mogelijk op je onderwerp te kruipen. Pas dan kon je laten zien dat je alles onder controle had. Je kon je onderwerp blijkbaar dresseren en je beheerste je fototechniek. En als beloning oogstte je applaus voor je facetoogjes en je headshots. Pas veel later toen ik besefte dat de natuur alleen kan bestaan dankzij biotopen en ecologische hoofdstructuren, zoomde ik uit voor ‘the big picture’. Mijn adagium werd; de context is belangrijker dan het onderwerp. Waar woont het, wat doet het daar en kan het zonder dat wel overleven. Natuur kreeg structuur. Ook niet heel romantisch, maar wel cruciaal. Alles heeft met elkaar een verbinding en juist die verbinding in beeld brengen is de uitdaging. Beestje in het kadertje, daar staan de veldgidsen al vol mee.


Ooit werd ik na een lezing ‘beschuldigd’ van het maken van louter registratieplaten. Nee dan de lensbaby babes het zaaltje daarnaast, die maakten pas kunst. Ik liep weer eens een trend achter. Maar na-apen en meedoen levert wel ervaring op. Weten wat je niet meer wilt, dat weet je pas nadat je het hebt uitgeprobeerd. Dus heb ik me ook een tijdje bekwaamd in hele dromerige, onscherpe foto’s met veel extra lampjes, kartonnetjes en andere decorstukken. Niet bevallen. De Libelle is niet mijn opdrachtgever.

Zoom-eens-uit-09Zoom-eens-uit-09 Zoom-eens-uit-10Zoom-eens-uit-10 Zoom-eens-uit-11Zoom-eens-uit-11 Zoom-eens-uit-12Zoom-eens-uit-12 Zoom-eens-uit-13Zoom-eens-uit-13 Zoom-eens-uit-14Zoom-eens-uit-14

Nou is het tegenovergestelde ook niet heel origineel meer. Met je groothoek naar de wereld kijken. Zelfs de macro groothoek heeft zijn intrede gedaan. Maar ook daar hebben we al Baas boven baas. Mijn pleidooi is eigenlijk om het lekker allemaal gewoon te proberen. Maar begin dan eerst eens van buiten naar binnen waar te nemen. Te genieten, te verwonderen, te onderzoeken. En duik niet meteen met je neus in de boter. Die koetjes in een grazige wei zijn de oorsprong van dat smeersel. En zonder die prachtige wolkenluchten kan het gras niet groeien. Pas in laatste instantie maak je die prijswinnende foto van een mol op molshoop. Of makkelijker, een bij op boterbloem. Met je groothoek, dat dan weer wel. Want anders is het ook maar weer een gewone ‘registroatieploat’.

 

Zoom-eens-uit-21Zoom-eens-uit-21 Zoom-eens-uit-22Zoom-eens-uit-22 Zoom-eens-uit-19Zoom-eens-uit-19 Zoom-eens-uit-20Zoom-eens-uit-20

Zoom-eens-uit-17Zoom-eens-uit-17 Zoom-eens-uit-18Zoom-eens-uit-18

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/10/zoom-eens-uit Mon, 03 Oct 2016 16:31:12 GMT
Wie het kleine niet eert... https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/7/wie-het-kleine-niet-eert Ik val mijn hele leven al op klein. Ik weet ook niet waardoor dat komt. In mijn ouderlijk huis was iedereen gemiddeld, ben zelf 1,84 m en heb ook geen minderwaardigheidscomplex. Maar klein is fijn. Op welk vlak dan ook. Alleen kleinburgerlijk trek ik niet, maar voor de rest kan het me niet ieniemienie genoeg zijn.

Misschien komt het doordat ik van nature een pure mismatcher ben. Wat in is, is voor mij zo ‘out’ als maar mogelijk is. Meedoen met de meute, daar heb ik geen talent voor. Maar big is nu dus bioetifoel. Overal grote, dikke mensen, auto’s die steeds groter worden, de Big Mac wordt elke week bigger (de prijs wel elke week smaller) en onze ego’s hebben reusachtige proporties bereikt.
Tijdens het EK voetbal hadden de verslaggevers het telkens over de kleine landen. Daar werd natuurlijk het aantal inwoners mee bedoeld. Mag ik hopen. Want als daar een oordeel onder schuil gaat, dan gaat dat oordeel schandalig mis. Alle kleine landen hebben bewezen groots te zijn in hun beschaving en hun mentaliteit. De grote landen blonken vooral uit in grootse zelfoverschatting en hun volgelingen hadden vooral last van de grote waanzin.

Paarden....    ....poep.
Nog een big, bigger, huge gevalletje is natuurlijk de jaarlijkse uittocht naar de Afrikaanse savannes (het werd tijd voor een bruggetje). Daar gaan we met z’n allen de Big Five scoren. En ook hartstikke leuk is het om er eentje in de Nederlandse polders te verzinnen. Wie ze kent mag ze opsommen. Of uploaden. Hoe zou de ‘little five’ er eigenlijk uit gaan zien. Kunnen we een grote wedstrijd voor uitschrijven. Er is vast wel weer een groen forum te vinden dat zit te springen om kleinburgerlijk volksvermaak.

Groot edelhert...   ....versus kleine zandloopkever

Kijk, beesten fotograferen is natuurlijk veel makkelijker als ze een beetje in je kadertje passen. Bovendien zie je ze eerder. We gaan naar Alaska voor het eland, naar Oeganda voor de gorilla, naar India voor de tijger, naar Spitsbergen voor de ijsbeer en naar de Oostvaardersplassen voor het konikpaard. Met grote verwachtingen in ons hart en vele millimeters in onze tas. En op al die plekken lopen we blind voorbij aan het kleine schoons dat de natuur ons ook daar beneden te bieden heeft. Of we zien het niet, of we hebben stramme botten. Bukken wordt steeds lastiger en ogen hebben een keer een bril nodig. Meestal kost het ons dus veel meer moeite om daar een fatsoenlijke plaat van te maken. Teveel techniek en teveel fysiek. Met je nieuwe 150-600 mm een olifant platen vanuit een comfortabele Jeep is tenslotte veel makkelijker dan met je 100 mm achter een sprinkhaan aan tijgeren. Dus fort met de geit, kilometers maken om je doelen te bereiken; kaarten vol met dikke dieren. Of schiet ik nou met een Canon op een mug?

Grote grazer....    ....kleine vlinder

Wie het kleine niet eert, die heeft nog weinig geleerd. Puur gezien vanuit ecologisch perspectief (ligt heel dichtbij kikkerperspectief), begint alles tenslotte bij het kleine. Maar ook technisch gezien is het oefenen op kleine onderwerpen dé basis om je techniek goed onder de knie te krijgen. Dan leer je over scherpte en diepte. Dan leer je het scherpstelpunt goed te plaatsen, stabiel te werken, te kaderen, te timen, te stabiliseren en te experimenteren. Pas als je dat beheerst, dan ben je klaar voor het grote werk. Want behalve dat dan je onderwerp veel verder weg staat, ligt, zit, of holt, het blijft toch een technisch ding om het goed in beeld te brengen. Hoeveel fotografen komen niet teleurgesteld terug van hun verre dure reis, omdat het allemaal wat tegen valt qua scherpte en belichting. Lekker thuis oefenen in je achtertuin! Of toch maar een keer de Big Five van Nederland (weet u ze al?), als je dan echt niks hebt met de natuur onder kniehoogte. Kun je tenminste nog een keer terug om het over te doen.

Sluit je ogen niet....    ....voor het kleine strandleven.

Ik was onlangs met een (niet al te grote) cursist op pad om te gaan fotograferen ergens op de Veluwe. Je weet maar nooit wat je tegen komt op de Hollandse savanne; herten, zwijnen, vossen, dassen, allemaal lekker groot en lekker spannend. We kwamen uit op een akkertje dat bekend staat om zijn reeën populatie. Er bloeiden veel distel en koninginnekruid en het miegelde er van de vlinders. We hebben bijna de hele dag doorgebracht op nog geen honderd vierkante meter. Haar reactie was achteraf; ‘ik heb nog nooit zoveel leuke kleine beestje bij elkaar gezien’. Dat was het grote genieten voor twee kleine zielen. Een lange dag was omgevlogen.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/7/wie-het-kleine-niet-eert Tue, 19 Jul 2016 03:43:40 GMT
The Bee-eater blues https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/6/the-bee-eater-blues Van tegenslag daar word je groot van zei mijn vader zaliger altijd. Het kan niet altijd meezitten en het overwinnen van je tegenwind, brengt je ooit de wind in de zeilen. Niets zo opportunistischer dan een vogel. Als er maar genoeg te halen valt, dan kunnen ze veel verdragen. Tot de grens is bereikt. En daar zou je als fotograaf toch niet verantwoordelijk voor willen zijn?!

Ieder jaar gaan we bijeneters fotograferen in Frankrijk. Heerlijk een paar weken genieten van het trage Franse leven. Wijn, kaas en goed gezelschap doen me ieder jaar weer twijfelen of ik daar niet maar moet blijven hangen. Het is er zo vredig en vooral ook zo ‘laissez faire’, leven en laten leven. Niemand die zich met je bemoeit. Het oud Hollands struinen is daar nog toegestaan en elke boer biedt het recht van overpad. Franse Staatsbosbeheren kennen ze daar niet en de gendarmes hebben wel wat beters te doen. Maar wat dat is, dat weet ik eigenlijk ook niet.

De Europese bijeneter is een trekvogel en woont in Midden en Zuid-Afrika. Ieder jaar moet hij een flink eindje vliegen om onze gematigde klimaten te bereiken. Meer kans voor het nageslacht. Als ze het halen. Onderweg moet het tere beest woeste winden, kleverige stokken, jachtige jagers, staande netten en gevederde rovers van de eigen soort omzeilen om ook daadwerkelijk aan te komen op hun geboortegrond, ergens langs een traag stromende rivier op het serene Franse platteland. Een hele tour. En dan maar hopen dat het een beetje lekker weer is als hij aankomt.


Voor dag en dauw undercover. Verstoring nihil.

Wij natuurfotografen - met name van de vogeltjes soort - zetten graag een tentje op daar waar ook de vogels zijn. Een schuiltentje wel te verstaan, want slapen dat doen we in een luxe Gite. Hoewel je na een paar uur turen door een gaasje, ook leert slapen op een klapstoeltje van vijftien euro. De wekker vroeg en voor dag en dauw de ritsen dicht, zodat de vogels geen last van jou hebben als ze zelf aan de dag beginnen. Wat is er nou mooier dan om de zon op te zien komen en de natuur tot leven. Alles doet zijn ding, onkundig van jouw aanwezigheid. Het mooiste ochtendlicht beschijnt je eerste vogels als ze wakker worden. Ze hebben de nacht doorgebracht in de bomen. Je onderdrukt je jachtkoorts nog enkele minuten, totdat de vogels helemaal op hun gemak zijn en maakt dan voorzichtig je eerste plaatjes. Niets zo bevredigend als je merkt dat je opgaat in hun omgeving en het gewone vogelleven zijn gangetje gaat. Dat hebben we zo geleerd in Nederland. En als we nog niet weten hoe het moet, dan worden we daar wel fijntjes op gewezen door onze fijne fotocollega’s op hun fijne fotofora. En zo verkennen we met z’n allen de grenzen van het betamelijke.

Aan de rand van de broedwand intensief overleg waar we nou eens elkaar in de weg zullen gaan zitten. De bijeneter biotoop zoals je hem graag ziet. Helemaal voor hem alleen. Dieren volledig op hun gemak. Je bent onzichtbaar tenslotte. Op de uitkijk tot de kust weer veilig is. Hoe lang zou het deze keer duren.

Nee dan de Franse fotograaf. Die heeft zo’n fijn leven, dat hij na een nachtje doorzakken met vrienden geen wekker zet, maar op stap gaat als het hem (vrijwel alleen maar hemmen gezien de laatste tien jaar) zo uitkomt. En ook op de fotoplek nemen ze uitgebreid de tijd. Eerst even wat rondwandelen om te zien waar nog plek is en of je een struik in de buurt ziet waar je wat fotogeniek kachelhout in kan prikken. Velen van hen trekken daarna slechts een camootje over zich heen, anderen hebben weliswaar wat fatsoenlijkers om op te zetten, maar hebben geen idee waar je zo’n ding nou het beste neerzet. Het maakt ze eigenlijk ook niets uit. Ze zijn namelijk een dagje uit. Wat ze niet snappen is, dat ze een kolonie vogels minuten lang onnodig in de lucht houden en op plekken gaan zitten waar zij ze nogal in de weg zitten. Heeft dat arme beest al zoveel tegenwinden doorstaan, kan hij ook hier nog eens maanden lang natuurfotografen gaan zitten ontwijken.

Om 12.00 uur is het licht te hard en hebben wij er al vijf uur opzitten. We gaan lunchen en laten de natuur met ‘rust’. Precies op dat moment arriveert de volgende lichting. Een dagje uit van de lokale vogelwerkgroep. En geen veer beter. 100 vogels zien uren lang van boven het gedraal van 15 vogelrecreanten. Het is een wonder dat er ieder jaar weer zulke aantallen vogels deze hindernisbaan overleven. Ergens zie ik iets over het verwarde hoofd. Misschien moet ik toch eens iets anders leuk gaan vinden.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/6/the-bee-eater-blues Sun, 12 Jun 2016 14:21:12 GMT
Het groene geluk en het witte goud https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/5/het-groene-geluk-en-het-witte-goud Als je met natuurfotografie een beetje je centen wilt verdienen, dan heb je twee randvoorwaarden nodig; een goeie tipgever en een tolerante vriendin. In 2013 was één van mijn workshopdeelnemers zo aardig om mij de gouden tip te geven waar ik dat seizoen op wachtte. Mijn vriendin deed de rest; heel geduldig wezen.

Op een zonnig terras in wildpark het Aardhuis zaten we met enkele cursisten nog wat na te praten toen één van hen mij tussen neus en lippen meldde een groene specht in de tuin te hebben zitten. Nou hoor ik dat tientallen keren per jaar; ’bij ons in de tuin’, maar meestal levert dat een nogal lege tuin op met zo af en toe een dwaalgast. Cees, zo heette mijn tipgever, liet mij een vluchtig genomen bewijsplaatje zien van een verre boom met een groene vlek. Genomen vanachter zijn keukenraam. Zijn mededeling dat ‘hij’ daar nu behalve elke dag ook de hele dag zat, deed mij subiet een afspraak met hem maken. Op een halve vrije dag spoedde ik mij richting Arcen, Limburg. Wat je ver haalt is lekker zullen we maar zeggen. Na vorstelijk ontvangen te zijn door zijn bijzonder gastvrije vrouw, liepen we de tuin in. Niet heel groot, klein moestuintje links, een oude schuur rechts en een kippenren in het midden. Aan het eind stond een oude kersenboom, met een spechtengat op slechts anderhalve meter boven het maaiveld. Te mooi om waar te zijn. Postend vanuit de schuur was het wachten op bewijs. Eén van de toekomstige ouders inspecteerde al binnen een paar minuten het nest in aanbouw. Raak dus!

Met de gastheer maakte ik een deal. Ik zou een schuiltent strategisch in de boomgaard plaatsen waar hij dan regelmatig zelf ook in kon fotograferen. Ik zou enkele dagen samen met hem gaan zitten om hem wat fototechniek bij te brengen en naderhand zou ik hem een cursus Lightroom geven. Eén nadeel; wilde ik deze kans ten volle benutten, dan zaten er flink wat kilometers aan te komen, om nog maar te zwijgen van de vele uren van huis. Nou wordt dat huis vooral door mij alleen bewoond, dus wie maakt je wat, zou je denken. Maar veel van mijn vrije tijd steek ik ook in mijn lieve vriendin en die stond nu flink onder druk; de vrije tijd. Dus een nieuw leven als vrijgezel hing in de lucht.


Klaar voor de nieuwe wereld. Even opletten meneer de fotograaf. Onze werkplek gedurende een maand. Onopvallend en op gepaste afstand. Met een 500 mm vanuit een schuiltentje op ruime afstand gaat alles gewoon zijn gangetje. Pa komt nog even controleren of de kust veilig is.

De eerste afspraak maakte ik met Cees, nadat hij had gezien dat de spechten flink aan het hakken waren en elkaar daar vaak bij aflosten. Een mooie warming up voor het echte werk. Een hele mooie middag in onze vip loge was zo voorbij. Snel weer op weg naar de Veluwe. Een eetafspraak met de vriendin. Op weg naar huis ontdekte ik midden in het aspergeseizoen te zitten. Een briljant idee was geboren. Ik kook ze graag en mijn vriendin eet ze graag. Dus een bosje bloemen werd al gauw een bosje asperges bij thuiskomst. Ik had tijd gekocht. Het witte goud had zijn werk gedaan. Voor even.

Ik ga ieder jaar een paar weken naar de Bijeneters in Frankrijk voor een workshop. De groene specht kostte geld, de bonte bijeneter levert geld op. Met pijn in het hart moest ik het groene gezin achter laten. En mijn vriendin ook. Voor maar liefst drie weken. Nou wist ik dat zij er nog wel zou zijn als ik terug kwam, maar van de spechten was ik niet zo zeker.
De koude en natte lente in Frankrijk was rampzalig, maar die in Nederland had voor een vertraging gezorgd bij de opvoeding van het groene spechten gezin. Exact één dag na mijn terugkomst uit Frankrijk meldde Cees mij nog leven te zien rond de oude kers. En dus spurtte ik wederom zuidwaarts. Precies die middag gebeurde het. Op gepaste afstand was ik getuige van het uitvliegen van vier gezonde jongen. Ik heb zitten janken als een klein kind. Zoveel mazzel, zoveel schoonheid, het werd me even teveel. Al die tijd dat ik in een andere tent naast een Franse rivier had gezeten, waren zij groot gebracht door die twee grote groene kanjers.

Nadat ik Cees en zijn vrouw innig bedankte voor alle gastvrijheid, snelde ik naar huis met een extra grote bos asperges. Mijn vriendin was er inmiddels al wel aan gewend en dus was het alweer gewoon geworden. Toen ze mijn foto’s terug zag, begreep ze ineens waarom ik daar (bijna) alles voor over heb. Ze voegde daar nog aan toe; ‘lieverd, ik ben al lang blij dat ik een vent heb die liever in een schuiltent zit dan in een biertent. Ik spoedde mij naar de keuken waar ik de reeds uitgevlogen asperges in kokend water vleide. Groen voor de noodzakelijke verandering. We hebben er een mooie witte fles bij open getrokken.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/5/het-groene-geluk-en-het-witte-goud Tue, 17 May 2016 11:39:14 GMT
Lenteleed https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/5/lenteleed Gelukkig, het is weer lente. We kunnen weer naar buiten waar het nieuwe leven zich meldt. De natuur is weer net een rijk geïllustreerd poëziealbum. Het leven lacht ons toe, we krijgen er de kriebels van. Het is de hoogste tijd om weer fotografisch te vlammen. De wereld laten delen in al dat prille levensgeluk. Met een frisse blik naar de wereld kijken. We gaan er wat van maken!

Hormonen of framing?

We kunnen er niets aan doen. Het is onze hormoonhuishouding. Vrouwen hebben dat elke maand, mannen eenmaal per jaar. Je kunt het niet helpen, het is sterker dan jezelf. Je hele wezen wordt gestuurd door een onbekende kracht. Je handelen is ontoerekeningsvatbaar geworden. Gelukkig maar dat je hormonen lief voor je zijn, want welk leed zou je anders aan kunnen richten.

Ik vroeg me dezer dagen af of een moslimterrorist ook de lentekriebels heeft. Als je naar zijn frisse blik op de wereld kijkt, dan is zijn lente ook een nieuw begin. Een nieuwe wereldorde waar alleen maar gelijkgestemden in vrede met elkaar samenleven. Op zijn manier dan weliswaar. Maar hoe reageert hij op de frisse geur van lentebloesem, op het gezang van een lijster, of het zogen van een lammetje. Zijn zijn positieve hormonen inmiddels gesneuveld? Heeft hij überhaupt nog hor-monen, of alleen nog maar de-monen in zijn rancuneuze lijf.

De Praagse lente en de Arabische lente hebben net zoveel doden opgeleverd als een gemiddelde burgeroorlog. What’s in a name (frame)? Wij laten ons dus vooral leiden door ‘framing’. Een moslim is een terrorist en de lente is lief. We kunnen natuurlijk vanaf een roze wolk met een roze bril naar de wereld kijken. En ook dat is een nogal opgelegde vorm van beeldvorming. Het moet leuk zijn, er is geen leed en de baby’tjes komen met de ooievaar.


De meeste jonge dieren redden het niet voor hun eerste levensjaar. Voer voor anderen is hun lot. Meerkoeten moeders zijn helemaal niet zo lief. Ook zij doen wat gedaan moet worden om te overleven. Ook steenuilen hebben kindjes. Het is niet te hopen dat deze muis ook net moeder was. Survival by the numbers. Snoeken- en reigermoeders liggen op de loer.

Dood en verderf op Gods erf

Wist u dat er tijdens de lente de meeste slachtoffers vallen in je open lucht fotostudio? Van alle dieren die geboren worden is vijfenzeventig procent voedsel voor andere dieren. En dan is er nog een percentage dat het gewoon niet redt door kou en honger. Slechts tien procent van al dat liefs haalt het eerste levensjaar. ‘Servival of the numbers’. Hoe meer eitjes de pimpelmees legt, hoe groter de kans dat ze nog iets overhoudt aan het eind van de rit. Maar moeders laat wel haar elf nakomelingen zonder blikken of blozen van de honger sterven, omdat ze eerst zelf de laatste rupsen opeet. Want alleen daardoor kan zij weer een nieuw nest maken als er wel genoeg voedsel is. En roofvogels die bewust een extra jong opvoeden dat als voer mag dienen voor het sterkste jong, mocht het qua prooien een jaartje tegen vallen, dat is ook niet heel erg ‘schattig’. En niemand begrijpt waarom een meerkoeten moeder een deel van haar gezin moedwillig de nek omdraait. Zouden daar ook hormonen aan de basis liggen? Het zijn in ieder geval overlevingsstrategieën. Alleen heet dat in de natuur instinkt en hebben wij mensen vooral last van ons ego. Want als wij niet voor vol worden aangezien, dan slaan we van ons af. Dat is ons overlevingsmechanisme.

Maar laten we vooral genieten van onze hormonen tot ze weer zijn uitgewerkt. Laten we knuffelen wat we willen knuffelen, maak plaatjes van schattige beestjes, maar heb ook oog voor de predator. Snap zijn motieven en gun hem een plek op deze aarde. Want laat je alles in zijn waarde, dan zal het ook van waarde zijn.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/5/lenteleed Tue, 17 May 2016 11:30:00 GMT
De tragiek van tradities https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/3/de-tragiek-van-tradities Bent u iemand van de tradities? Vind u het ook belangrijk dat alles blijft zoals het vroeger was, toen alles nog beter was? Tradities of rituelen zijn belangrijk voor de cohesie in een samenleving. Ze houden de boel een beetje bij elkaar en helpen soms om trauma’s te verwerken. Maar ze zijn ook onderhevig aan evolutie. Helaas vaak niet van de mens zelf, maar van het geplaagde onderwerp.

Deze maand was het weer zover. Jaarlijks bakkeleien we over het rapen van de eerste kievitseitjes. Ondanks dat een ruime meerderheid inmiddels tegen deze ‘traditie’ is, blijft het maar door zeuren. Maar wat is nou het kenmerk van een traditie. Dit is wat Wikipedia erover meldt;
Een traditie (Latijns; trádere, overleveren) is een gebruik of gewoonte die van de ene generatie op de andere wordt doorgegeven. De functie hiervan is het in stand houden van de maatschappelijke stabiliteit. Tradities kunnen als waardevol worden beschouwd en boven alle kritiek verheven, maar ook als conservatisme dat remmend werkt op de vooruitgang. Hoewel tradities statisch kunnen lijken, veranderen en vernieuwen deze voortdurend.

Ik heb deze uitleg een keer of tien gelezen en pik er steeds die laatste zin uit. Maar dat komt misschien omdat ik u graag naar mijn punt wil leiden. Laat ik voorop stellen dat ik over geen van de tradities ook maar één oordeel wil uitspreken. Het gaat mij er vooral om hoe we omgaan met onze eigen tradities waar we zo aan vastklampen. Wat een andere cultuur doet, dat moeten ze zelf weten. Onthoud voor we verder gaan even deze zes basis emoties die tradities in stand houden; vreugde, verdriet, woede, angst, verbazing en walging.

Wat is de oorsprong van ons volksvermaak

Met betrekking tot de natuur leven er veel tradities. Heel lang geleden kwamen die voort uit religieuze hoek, of waren gerelateerd aan leefgewoontes en de noodzaak om te overleven. Veel tradities komen voort uit puur volksvermaak. ‘Geef het volk brood en spelen en ze houden zich koest’. Kwelspelen werden ze genoemd. Het ‘ganzen trekken’ is een volksvermaak dat voortkomt uit het ‘ganzen meppen’. Noodzakelijk om de ganzenpopulatie te beheersen. Maar het losrukken van de kop van een levende gans, daar zitten veel ongewenste moties onder. En ook het ‘zwientie tikken’ is heel vermakelijk vooral voor dronken heren met een ego probleem, maar de stress die dat het dier oplevert is het niet waard. En van het ‘palingtrekken’ zijn we gelukkig al heel lang verlost. Komt misschien ook, omdat het beest te duur is geworden om aan te gaan hangen. De opstand tegen deze afschaffing, de palingoproer, kostte 26 burgers het leven. Pure woede.

Een levende gans de kop afrukken is niet leuk en van generlei waarde. Ook niet van een dode trouwens.      Het breken met tradities, zoals tijdens het paling oproer, kost soms zelfs mensenlevens.

Boter op ons hoofd

We winden ons allemaal op over het traditioneel afslachten van dolfijnen op de Faeröer eilanden en het traditioneel afsnijden van de strot van een schaap. Maar ik vind het lastig om daar een mening over te geven als je niet uit dezelfde cultuur komt. Want tradities veroordelen van andere culturen is niet aan ons gegeven. Wij stoppen kreeften ook levend in een pan met kokend water tenslotte. De grens wordt voor mij bereikt als we een ander levend wezen geweld aan doen. Het laten lijden voor ons plezier of genot. De economische basis is er meestal al lang geleden uit verdwenen, evenals de religieuze onderbouwing. De emoties die over blijven bij het ter discussie stellen van deze tradities zijn de ‘woede’ om je niet door anderen hun wil op te willen laten leggen, en de ‘angst’ om te moeten veranderen. Want angst is van alle emoties de krachtigste drijfveer om van je af te slaan. Niet open staan voor de redelijke tegenargumenten dat het echt klaar is met je traditionele martelpraktijken. Eieren rapen van een beschermde diersoort is geen discussie meer, dat is ‘remmend op de vooruitgang’. In dit geval die van de kievit, de vogel van 2016. Dus de hotemetoten die nog op zo’n eitje zitten te wachten, ooit bedoeld om hen te melden dat het voorjaar was begonnen en dus dat het zaai-seizoen was ingegaan, die mogen nou eens het goede voorbeeld geven. We hebben daar tegenwoordig het KNMI voor. Tragisch voor Friese stijfkoppen, maar magisch voor het trieste beest. En voor het algemeen belang voor zover dat nog bestaat.

De blauwborst is vanaf maart in het land, dus staan we weer met z'n allen rietkragen plat te trappen waar zij en vele andere rietvogels willen broeden. Heidekikkers fotograferen in maart is een oude fototraditie. Maar er sneuvelen daarbij heel veel larven en ander bodemleven. Niet de moeite waard dus. Klokjesgentiaan heeft een hele belangrijke functie. Hij zorgt samen met de mieren voor het voortbestaan van het zeldzame gentiaanblauwtje. Heel houden dus. In maart weer allemaal de polder in om je eerste paalgrutto te scoren. Maar is dat wel zo milieu- en diervriendelijk met die ronkende auto in een kwetsbare polder. Traditioneel broedgebieden plat trappen is niet meer van deze tijd. Wat is zijn toekomst als wij niet willen veranderen. Hij kan dat niet.

Hoe staat het met uw fototradities

Traditioneel fotograferen we elke jaar weer dezelfde onderwerpen op hetzelfde moment. En niet zelden vernielen we het natuurlijk evenwicht van de omgeving van ons onderwerp, doordat we er met z’n allen tegelijk op af stormen. Heidekikkers in maart zijn heel leuk om te doen, maar in sommige poelen wordt er meer dril vertrapt dan goed is voor de soort. En het broodnodige bodemleven rond het zeldzame pimpernelblauwtje wordt vaak flink verstoord door net even teveel foto enthousiasten. Bedenk dus ook of jouw fototraditie nog wel van deze tijd is. En, welke emotie overheerst er nu bij u?

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/3/de-tragiek-van-tradities Wed, 16 Mar 2016 07:48:35 GMT
Portret- en straatfotografie tijdens Carnaval https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/2/portret--en-straatfotografie-tijdens-carnaval Een van mijn meest favoriete vormen van fotografie, is de snapshot fotografie. Je begeeft je onder de mensen en probeert hen zo naturel mogelijk 'te pakken'. Dat vergt enige tact, maar ook brutaliteit. Een carnavalsoptocht leent zich natuurlijk uitstekend voor de combinatie van portret en straatleven. Met een goede telelens kun je dan op gepaste afstand koppen schieten. Ik ben zelf niet zo'n carnavalsganger, maar als je je zo onderdompelt in het feestgedruis, noodzakelijk om de juiste sfeer te pakken, dan steekt het je toch aan. Voor je het weet sta je mee te brallen. In mijn geval nuchter, want anders worden de foto's niet scherp. Kom ook eens naar een workshop om deze uitdagende vorm van fotografie in de praktijk te leren.


 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/2/portret--en-straatfotografie-tijdens-carnaval Wed, 10 Feb 2016 16:44:29 GMT
Puur natuur is niet duur https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/2/puur-natuur-is-niet-duur Als je het volste vertrouwen hebt in de natuur, dan lust je er wel pap van. Al eeuwen oogsten we haar gewassen en worden daar niet slechter van. We moeten alleen eerst even weten of we er niet dood aan gaan, maar daarna mogen we er lustig mee op los experimenteren. Lekker is dan subjectief en gezond niet altijd bewezen. Maar wat er tegenwoordig uit een eetfabriek komt, dat deugt steeds minder.

Ik las van de week op Nu.nl dat de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit een webshop heeft gesommeerd om groene Stevia (honingplant) van de site te verwijderen. Niet omdat het gevaarlijk zou zijn voor de volksgezondheid, maar omdat het etiket ‘novel food’ hen de das om deed. Novel foods zijn voedingsmiddelen en ingrediënten die niet eerder binnen de Europese Unie als voedingsmiddel werden verkocht. Nieuwe voedingsmiddelen of ingrediënten, moeten voor introductie worden getoetst aan de Europese Verordening inzake nieuwe voedingsmiddelen. De uitgangspunten voor deze verordening zijn dat het nieuwe voedingsmiddel:
- geen gevaar mag opleveren voor de consument
- de consument niet mag misleiden
- niet minder voedingsstoffen mag leveren dan het originele product

De Cranberry is zeer rijk aan vitamine C en goed voor de blaas. Puur natuur op Terschelling.    De wilde aardbei is eetbaar, maar ziet er mooier uit dan hij smaakt. Toch maar de gekweekte versie dan.

Als ik dat lees, dan gaan de radertjes van mijn dwarse geest onmiddellijk overuren draaien. Voorop gesteld dat het prima is dat er instanties zijn die waken over onze gezondheid. Zo proberen ze ons te beschermen tegen voedseloplichters. Maar wat mij in deze zaak opviel was, dat de weerstand tegen een natuurlijke zoetmaker als Stevia wel buiten proportioneel heftig en nogal vasthoudend is. Ik kan dan een samenzweringstheorietje niet onderdrukken. Als ik kijk naar de voorwaarden waaraan het plantje moet voldoen, dan zie ik geen belemmeringen. Stevia wordt inmiddels al in veel producten verwerkt, of is als poeder verkrijgbaar. Maar als los plantje mag u het dus niet aan de mens brengen.

Gratis voedsel

De natuur heeft ons veel goeds gebracht. Vele kruiden uit eigen bos en tuin doen ons goed, of geven smaak aan ons eten. We kokkerellen met brandnetel, paardenbloem, daslook en zuring. En voor allerlei kwaaltjes hebben we valeriaan, smeerwortel en duizendblad ontdekt. Of het allemaal werkt, daar heb me niet in verdiept. Ze zijn in ieder geval niet verboden en u mag er mee doen wat u wilt. Dus daar zit dan ook mijn achterdocht tegenover de voedselpolitie.

De natuur levert ons gratis goederen. Voor iedereen toegankelijk (en fotogeniek bovendien). Maar zodra een Unilever, een Van de Berg & Jurgens, een Sarah Lee of een Coca Cola company een grondstof claimt, het manipuleert en het exclusief toevoegt aan haar producten, dan spelen ineens andere belangen. Drugs als suiker, zout en vet, worden geproduceerd door hele machtige producenten die leveren aan hele grote voedseldealers. En die hebben hele grote belangen. Bovendien betalen zij die voedselpolitie. Maar hoe kan het dan, dat als we wetenschappelijk aantonen dat hun producten zo ongeveer de gehele wereldbevolking verslaafd maken, dat er dan ineens geen voedselpolitie is die hen verbiedt om die rommel op de markt te brengen. Want hun suikers zijn behalve verslavend ook inmiddels bewezen dodelijk. Net als hun nicotine, hun alcohol, hun natrium en hun verzadigde vetten. Maar dan is het ineens onze eigen verantwoordelijkheid en volstaat voorlichting en zelfregulering.


Daslook smaakt zachter dan knoflook en je kunt er heerlijke pesto's van maken. Ook lekker in sausen en soepen.    Klaverzuring bevat veel vitamine C en is heerlijk door een frisse zomersla.

Zet het gemiddelde supermarktproduct nou eens af tegen die drie voorwaarden waaraan nieuwe grondstoffen moeten voldoen en driekwart kan zo de destructieoven in. Wij voedseljunkies zouden juist beschermd moeten worden tegen deze bonafide voedselterroristen, in plaats van tegen een onschuldig plantje. Vertrouw dus vooral op producten uit de natuur, want die zijn bijna altijd puur.

Bitterzoet ziet er smakelijk uit, maar je gaat er dood aan als je een zwak gestel hebt. Weet wat je eet!   Smeerwortel als zalfje geneest wonden wonderwel. Niet giftig, maar ook niet bedoeld om op te eten.

Naschrift
Veel van de eetbare of geneeskrachtige planten zijn erg de moeite van het fotograferen waard. Vaak bloeien ze heel uitbundig, of hebben mooie groeiwijzen. Fotografeer ze niet alleen in detail, maar ook in hun uitbundigheid in hun omgeving. Of combineer in de foto ook de insecten met deze planten. Vele daarvan zijn nuttige waardplanten of geven bescherming of voeding aan hun bezoekers. Ze zijn dus niet alleen goed voor de mens, maar waren dat al eeuwen ook voor de natuur zelf.

Het landkaartje gebruikt de brandnetel als waardplant. De brandnetel is in thee verwerkt goed voor heel veel dingen. Als plant dus ook goed voor de natuur zelf.

 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/2/puur-natuur-is-niet-duur Wed, 10 Feb 2016 16:04:06 GMT
Hoe maak ik scherpe(re) foto's https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/2/hoe-maak-ik-scherpe-re-fotos Van veel deelnemers aan de workshops hoor je dat het maken van een scherpe foto toch wel het belangrijkste leerpuntje is. Het lijkt zo voor de hand liggend met onze auto-focus en onze stabilizers. Het zijn echter slechts hulpmiddelen die ons net zo vaak in de steek laten. Scherpte vinden is één van de lastigste dingen van de fotografie. Vooral omdat scherpte zich later niet meer laat corrigeren. Andere zaken lukken nog wel in de nabewerking, maar verscherpen heeft alleen nog zin als de foto al min of meer scherp is. Veel factoren zijn daarop van invloed. Hieronder vind je de belangrijkste.

Meebewegen heet 'panning'. Zorg voor een sluitertijd die iets van de foto scherp houdt. De bewegingsstrepen geven snelheid aan de foto. Bewuste onscherpte dus.Meebewegen heet 'panning'. Zorg voor een sluitertijd die iets van de foto scherp houdt. De bewegingsstrepen geven snelheid aan de foto. Bewuste onscherpte dus.

Algemeen
- Hoe houd je de camera vast. Dat is een bekende en een hele belangrijke. Hand onder de lens, rustend op je vingertoppen en niet van bovenaf pakken. Dit levert minimaal hetzelfde stabiliserende effect op als je ingebouwde stabilizer. Maar is gratis.
- Hoe adem je. Afdrukken dus bij het eind van het uitademen, net voor je weer gaat inademen. Hou nooit je adem in en praat niet. Stembanden, ademhaling en hartslag hebben ook invloed.
- Heb je überhaupt een vaste hand. Jagers, darters en handboogschutters weten je dat wel te vertellen. Dus 'in de roos schieten' is gewoon een trainbare vaardigheid.
- Sta stabiel. Benen diagonaal spreiden onder je lichaam, iets door de knieën en armen iets gebogen. Ga je hurken, zorg dan eerst voor een goede, stabiele en ontspannen houding. En doe je rugtas af!


Niet zo....     Maar zo!

- Waait het hard waardoor je onmogelijk goed stil staat? Schrap zetten of uit de wind gaan staan.
- Is er trilling op het vlak waarop jij je bevindt (brug, auto, houten vloer, boot, etc.). Motoren uit!
- Scherpte/diepte wordt uiteraard beïnvloedt door de keuze van je diafragma. Dus als je eenmaal gekozen hebt voor dat ene scherpstelpunt, dan kun je meer in de scherpte laten vallen door kleinere openingen (grotere getallen) te kiezen. Je sluitertijd wordt dan wel lager.
- Resolutie en onderscheidend vermogen van objectief en sensor en de verhouding tussen die twee.
Oftewel hoe goed zien je objectief en je sensor details (en elkaar). Dit is misschien geen scherpte waar we zelf invloed op hebben, maar dat wordt wel als zodanig ervaren door ons oog. Ook hier geldt vaak; hoe duurder, hoe beter.
- Kalibratie van objectief t.o.v. de sensor. Front- en backfocus kunnen een rol spelen. Dus je bent net niet scherp op je focuspunt, terwijl de camera dit wel aangeeft. Heeft eigenlijk alleen effect bij telelenzen.


Goed voor de buikspieren maar slecht voor de foto.     Hoeveel handicaps wil je hebben?!

- Heb je en gebruik je de IS (image stabilizer) of VR (vibration reduction) en gebruik je stand 1 of 2 (de richting en/of mate van stabiliseren). Maar ook daar zitten grenzen aan. Maximaal 10 tot 20% uitslag kan hij opvangen.
- Uit de hand fotograferen vergt dus handigheid. Ben je nog niet zover, houd dan een ondergrens aan in je sluitertijd van een 1/125. Je ISO instelling heb je dan nodig om daarboven te blijven.
- Kom je in het kritische gebied, dan stap je over op (een stabiel) statief, of rijstzak, of legt de camera ergens op (pas op trilling van de ondergrond!). Gebruik dan de timer, een draadontspanner of afstandsbediening.
- Om er zeker van te zijn dat het lukt om scherpe foto’s te maken, kun je natuurlijk gewoon altijd op statief werken. Zeker bij landschappen is dat aan te bevelen. Bedenk wel dat je onderwerp de sluitertijd bepaalt! Dus waait het in je landschap, dan toch ook hogere sluitertijden hanteren.
- Hanteer voor het gemak een sluitertijd gelijk aan je gebruikte brandpuntafstand (1/100e bij 100 mm, 1/200 bij 200 mm, etc.). Maar dit is slechts een ezelsbruggetje en meer niet.
- Bedenk wel dat ook bewegende onderwerpen een minimale sluitertijd vragen. Afhankelijk uiteraard van hun bewegingssnelheid (houd minimaal een 1/250 aan bij licht bewegende onderwerpen).
- Schiet uit de hand altijd meerdere beelden achter elkaar (de burst stand), dan valt er vaker iets goed in de scherpte.
- Fotografeer wat ruimer dan je uiteindelijk zou willen snijden. Met lagere f-getallen ben je op grotere afstand sneller scherp rondom je onderwerp en behoud je hogere sluitertijden. Hoe dichterbij je fotografeert, hoe hoger je f-getal moet zijn voor meer scherpte/diepte. Je sluitertijd gaat dan wel onderuit.
- Gebruik je ISO waarde veel vaker om te lage sluitertijden bij te schakelen. Wees niet bang voor ruis, want ‘zonder ruis kun je naar huis’. En onscherpe foto’s kun je in ieder geval weg gooien.
- Het opklappen van de spiegel heeft invloed op je scherpte door trilling van het camerahuis. Gebruik op statief de opklapstand voor je afdrukt. Je kunt dan wel maar één beeld tegelijk maken.
- Als je op statief fotografeert, dan moet de stabilizer uit, want die heeft last van de resonantie van de statiefkop. Soms geldt dat ook voor op rijstzak en zeker als je de camera op een harde ondergrond zet bij het maken van een foto.


Hoe kleiner het getal, hoe groter de opening, hoe minder scherpte in de diepte. Laag is vaag dus.

Met de Autofocus
- Je onderwerp beweegt en/of jij beweegt. Met AI-servo (AF-C) kun je dat deels oplossen. Die blijft het onderwerp volgen ook al heb je net gefocused.
- AI Focus is ook nog een optie als je jezelf wel vertrouwt, maar je onderwerp niet.
- Keuze van je scherpstel gebied. Dat kan een enkelvoudig scherpstelpunt zijn, maar ook meerdere daar omheen. Een enkelvoudige kan soms niet goed contrast waarnemen op het scherpstelvlak en dan gaat hij al af, ondanks dat hij nog niet volledig heeft gefocused. Of de camera blijft ‘hunten’. Ook irritant, want dan gaat hij helemaal niet af. Bij meerdere scherpstelpunten daarentegen loop je het risico dat een gemiddelde scherpte nou net niet daar scherp is waar je hem het liefste wilde hebben.
- Blijf buiten je minimale scherpstelafstand (of ga over op manual focus). Kom je daarbinnen, dan blijft het beeld onscherp en kun je niet afdrukken. Telelenzen hebben grotere scherpstelafstanden dan groothoek of macro objectieven. Gebruik ook eens een zogenaamde tussenring om die (brandpunt)afstand te verkorten.


Slecht voor je rug en slecht voor de foto.     Bovengreep van de lens en een slingerende rugtas maakt het leveren van een scherpe plaat vrijwel onmogelijk.

Handmatig scherpstellen
- Met de hand scherpstellen heeft de voorkeur bij macro en landschap (ook vanaf statief). Je bent dan volledig in regie op welk punt je mikt. Je moet dan wel vaak meerdere beelden schieten terwijl je focused. Niet alles is raak.
- Je oculair is niet goed afgesteld op je oogsterkte. Dan zit je er zo wie zo naast. Met life view scherpstellen is een mooi hulpmiddel (mits je dan wel weer goede ogen of een goede bril hebt).
- Je IS werkt niet bij sommige objectieven, dus dat is een extra handicap.
- Omdat je aan je objectief draait, zal je meer beweging hebben en moet je dus goed opletten wanneer je afdrukt.

Dat zijn wel zo'n beetje de belangrijkste items waardoor je scherpere foto's gaat maken. Oefening baart kunst. Natuurlijk kan onscherpte in je foto een extra esthetisch effect geven, maar dat hebben we hier buiten beschouwing gelaten. En ter geruststelling, van alle collega fotografen is ook minimaal de helft van hun beelden onvoldoende van scherpte, of heeft de scherpte op de verkeerde plaats. Dus wanhoop niet!

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/2/hoe-maak-ik-scherpe-re-fotos Wed, 10 Feb 2016 15:27:02 GMT
Meer, meer, meer…. https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/1/meer-meer-meer De laatste maand van het jaar staat stijf van de statistieken. Van van alles willen wij weten hoe we het hebben gedaan in het afgelopen jaar. In januari kunnen we ons daarmee in slaap laten sussen. De feiten wijzen immers uit dat ‘alle seinen op groen staan’. ‘Go with the flow’, want ‘mainstream’ is de mode. De moeder aller cijfers is het consumentenvertrouwen. Dat blijkt in twintig jaar niet zo hoog te zijn geweest. En dat kan ik me voorstellen met al die mooie statistiekjes. Maar van wie komen die eigenlijk?

Gelukkig wordt er weer meer uitgegeven door de consument. Er wordt weer meer gewoond, gereisd, gegeten en gerecreëerd. Meer is de maat. Maar is meer ook altijd beter? Is het wel een positief signaal, of is het meer een gevolg van iets dat we steeds minder hebben; bescheidenheid en zelfreflectie. Economieën draaien nou eenmaal op schaarste. Als er van iets te weinig is, dan moet er meer van komen. Behoefte creëert de vraag en dus gaan we aan het produceren. Zo zou het moeten zijn en in de natuur werkt dat ook zo. Maar wij mensen hebben bedacht dat als je een beetje jokt en de boel een beetje manipuleert, dat je dan ook behoefte kunt creëren. En dat mensen dan dingen gaan doen die tegennatuurlijk zijn.

De natuur heeft daar geen last van. Er heeft nog nooit een beest met blonde manen lopen brullen dat er minder, minder, minder van een bepaalde soortgenoot moesten komen. Want een dier weet dat je daar geen invloed op hebt. Sterker nog, de natuur ‘weet’ dat als je soorten beperkingen oplegt, dat ze zich dan in grote getalen gaan uitbreiden. Dus zag het beest met de blonde manen dat er juist meer, meer, meer van kwamen. Maar wat doet overvloed met de mens in relatie tot de natuur. De eerste wordt er dik en lui van, de tweede wordt er arm en moe van. In rap tempo oogsten we van haar steeds maar meer om onze statistiekjes op orde te kunnen houden. Juist in deze tijd laten we ons in slaap sussen met weer meer sinterklaascadeaus, meer kerstinkopen, meer vuurwerk, meer wintersportvakanties en meer auto’s. We hebben de boel weer op de rit!

Dit jaar zag en voelde ik ineens de correlatie tussen onze ‘meermanie’ en het lijden van moeder aarde. Terwijl we ons aan het volproppen waren met ons bio-excuus, was de kerst nog nooit zo warm geweest. En het jaar nog nooit zo nat. Werd de kloof tussen arm en rijk steeds wijder, de milieuvervuiling steeds erger, de afvalbergen steeds groter. De aarde schudde en scheurde als gevolg van meer aardgas en de wegen slipten weer verder dicht met meer auto’s. Er zijn meer mensen op de vlucht dan ooit, meer overstromingen dan ooit en we hebben meer ruzie over ons gelijk dan ooit.




Als nijlganzen hierheen komen, omdat de leefomstandigheden hier gunstig zijn, dan maken ze baby’s en leven in vrede. Als wij ze proberen uit te dunnen, dan gaan ze meer eieren leggen om te kunnen overleven. Ze gaan de concurrentie aan met de gevestigde orde, de grauwe gans, hun autochtone soortgenoot. Als we ze met rust laten, dan vinden ze vanzelf hun evenwicht, hoe moeilijk dat soms ook is. Dat regelt de natuur onderling wel. Want na elke plaag volgt vanzelf een nieuwe schaarste. ‘The circle of life’. Het willen streven naar steeds maar meer, is dus levensgevaarlijk. Niet als je tijdig op de gevolgen anticipeert, maar als je de gevolgen bagatelliseert of erger nog, ontkent. Dan zijn we net lemmingen in tijden van overvloed; hysterisch rennen we achter elkaar aan de afgrond in.

Ik wens u in 2016 veel minder van het meer en veel meer van het minder. In perfecte harmonie en in goede gezondheid.


 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2016/1/meer-meer-meer Sun, 17 Jan 2016 17:03:07 GMT
Fototrip naar de Vogezen kerst 2015 https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/12/fototrip-naar-de-vogezen-kerst-2015 Samen met fotovriend Jeroen Stel drie dagen naar de Vogezen geweest om de gemsen te fotograferen. Helaas was de enige hele fotodag volledig verregend. Maar zoals Jeroen altijd predikt; elk weer is fotoweer. En zo is het. Jammer dat net als je door hebt hoe de gemsen lopen, dat het dan al weer voorbij is. Ondanks de regen en windstoten van meer dan 100 km per uur, was het een heel relaxt uitstapje zo voor Kerst. Jeroen bedankt voor al je goede voorwerk en je gezelligheid!



 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/12/fototrip-naar-de-vogezen-kerst-2015 Sun, 27 Dec 2015 15:12:24 GMT
Hoe kom ik de winter door? https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/12/hoe-kom-ik-de-winter-door Drie maanden per jaar is de natuur in diepe rust. December, januari en februari gelden als de kale wintermaanden. Drie keer op rij hebben we onlangs ervaren hoe een echte winter voelt, maar vaak is het jaren achtereen kwakkelen geblazen. Soms een natte sneeuwbui of een paar dagen dichte slootjes, maar net niet genoeg voor een spectaculaire plaat. De winter is eigenlijk alleen fotogeniek als het veel sneeuwt of hard vriest. Voor het overige is het grauw, kaal en nat.

Maar hoe bevredig je dan toch je natuurfotopassie in die kale tussentijd? Hier geef ik je een paar tips om de tijd te doden tot de lente weer begint.

Fotoarchief
Korte donkere dagen met iets meer vrije tijd dan je lief is, lenen zich uitstekend voor het edele archiefwerk. De vele foto’s die je gedurende de fotogenieke maanden hebt genomen kun je nu mooi opschonen of nabewerken. Het grote voordeel om nog eens opnieuw naar je foto’s te kijken, is dat je na een tijdje makkelijker afscheid kunt nemen van die net niet gelukte foto’s. Bewaar alleen je beste beelden. Bewerk de beelden die je nog onaangeroerd op de harde schijf had staan. Verrijk je beelden met metadata, zodat je later makkelijker terug kunt zoeken. Locatie, datum en soort is wat je minimaal toevoegt.

Landschappen in zwart wit geven een extra dimensie in de winter.

Zwart/wit
Juist nu de natuur kleur ontbeert, is dat een uitgelezen kans om ook eens grafisch werk te maken. Zwart/wit fotografie geeft soms verrassend spannende effecten. Ogenschijnlijk gewone elementen waar je normaal aan voorbij zou lopen, zoals boomstronken en stammen, spiegelingen, struwelen, solitaire bomen, of architectonische elementen in het landschap, worden opeens interessante stijlobjecten. Gebruik hoog contrast als je wilt overdrijven, of laag contrast als je meer aan een potloodtekening wilt refereren. Ook zwijnen, edelherten, hooglanders, moeflons, konikpaarden, etc., doen het in een winters landschap ook heel goed in zwart/wit.

Zoek naar kenmerkende contouren en 'overdrijf' de spannende winterluchten.

Landschappen
Veel landschappen lijken niet heel fraai in de winter. Maar zoek plekken op die door hun kaalheid iets stylistisch krijgen. Zandverstuivingen, de kust, zoetwaterpartijen en rietvelden, zijn vaak prachtig door hun leegte en hun weidsheid. Ook hier kun je zwart/wit uitproberen. Gebruik zo nodig een grijs verloopfilter om de lucht meer doortekening te geven. Gebruik centrum gewogen gemiddelde als belichtings metering voor een egale lichtmeting over het hele vlak, werk met hogere diafragma’s voor veel scherpte diepte en op statief voor trillingsvrij werken. Klap je spiegel op en werk met een draadontspanner of timer met hetzelfde doel. En elk licht is geschikt licht, dus laat je niet teveel leiden door die ene zonnige winterdag, maar ga altijd.

Door een hek fotograferen gaat prima in een Wildpark.

Parken
Je zou natuurlijk ook gewoon dieren in gevangenschap kunnen fotograferen. Naast dierentuinen heb je ook veel wildparken waar je beesten in gevangenschap kunt fotograferen. Net over de grens in Duitsland vind je diverse parken waar inheemse Europese diersoorten nog in redelijk natuurlijke settings te fotograferen zijn. Probeer dat dan ook zo natuurlijk mogelijk te doen zonder storende elementen en niet van een te hoog standpunt, want dan valt het op. Wist je overigens dat je gaas heel goed weg kunt diafragmeren en weg belichten? Door lage f-getallen te gebruiken en iets over te belichten. Om daarna in je software wat aan contrast te doen en je ziet er niets meer van. Probeer wel in het centrum een gat voor je autofocus te houden tijdens de opname, of anders handmatig scherp te stellen.

Op een mooie stronk kun je diverse wintervogels lokken. Mooi met een laagje sneeuw als die toch nog valt.

Tuinvogels
In de winter zijn de wintergasten en standvogels erg dankbaar als je ze voert. Zowel de eenvoudige tuinvogels als de schuwere bosvogels kun je gemakkelijk lokken met zaad, meelwormen, vetbol en pindakaas. Maak een mooie opstelling met een rustige achtergrond en voer elke dag.

Maak een dusdanige opstelling dat als het toevallig wel een keer sneeuwt, dat dan je takken en stronken mooi genoeg zijn voor een laagje sneeuw of rijp. Wees er dan wel snel bij, anders is het mooie er al weer vanaf. Maak als het even kan twee voer- en fotoplekken. Sommige soorten hebben een hekel aan teveel drukte en kiezen dan een rustiger plekje.
En behalve tuinvogels kun je natuurlijk ook nog rondtoeren met je dampende schuilhut langs kust en polder. Vogels zijn iets minder vliegvlug door kou en honger. Ben ik alleen vanuit milieu oogpunt niet zo’n voorstander van.

Het is even zoeken, maar een pijpestrootje met bevroren druppels levert een prachtige wintermacro op.

Wintermacro
Als je goed zoekt en kijkt , dan zijn er in de winter ook nog genoeg onderwerpen die zich lenen voor macrofotografie. Diverse mossen, korstmossen en schimmels zijn er de hele winter door. Maar ook kevers en de winterjuffer zijn te vinden en sommige paddenstoelen doen het ook gewoon nog goed in zachte winters. Ook slapende boomknoppen zijn prachtig van dichtbij en er is altijd wel een plant die in de war is. Maar ook hortussen, kwekerijen en vlindertuinen zijn geschikt om je macrohonger te stillen.

Verder kun je natuurlijk je website of andere fotosites online bijwerken. Of je hele voorraad gelukte foto’s op Facebook en fotofora plaatsen. Maar misschien is de winter ook een periode om even de vermoeide fotokop te resetten en nieuwe ideeën op te doen door naar andere (betere) fotografen te kijken. Of door fotoboeken te lezen en natuurfilms te kijken. Zodat je straks in de lente weer helemaal fris aan een nieuw seizoen begint.

Je kunt natuurlijk ook gewoon eens helemaal iets anders gaan doen. Dat werkt ook. Spelletjes bij de open haard bijvoorbeeld. Goed voor de sociale contacten. Want die lijden de rest van het jaar al genoeg onder onze passie.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/12/hoe-kom-ik-de-winter-door Mon, 07 Dec 2015 14:13:54 GMT
Nature Photo Portal https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/11/nature-photo-portal Nature Photo Portal: The Resource & Community for nature photographers. Check my Showcase, Wiki & Info. Nature Photo Portal is a global resource and community for nature photographers of all levels and specialties. It’s about nature photography and wants to give you information and inspiration. Below some of my pictures in my portfolio.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/11/nature-photo-portal Sun, 29 Nov 2015 16:23:40 GMT
Bietenoogst Biddinghuizen https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/11/bietenoogst-biddinghuizen Natuur of cultuur, het maakt mij niet uit. Ze hebben beiden veel raakvlakken. De agrarische industrie leeft er zelfs van. Zonder natuur geen oogst. Ondanks dat er veel machinaal soms ook nog chemisch wordt gewerkt, is de echte boer steeds meer natuurbeheerder. Hij gaat zo verantwoord mogelijk om met zijn grond en zijn omgeving, om op die manier kwalitatief hoogwaardig voedsel of grondstoffen te produceren. Als fotograaf vind ik het een hele boeiende wereld die zeer fotogeniek is. Voor het experiment heb ik deze keer zowel zwart wit als kleur afgewerkt. Ik heb een kleine presentatie in elkaar gedraaid met steeds wisselend de zwart/witte en de kleuren foto. Leuk om te zien wat wel en wat niet werkt.



 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/11/bietenoogst-biddinghuizen Sun, 29 Nov 2015 15:54:13 GMT
Serieus of mysterieus https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/10/serieus-of-mysterieus Wilt u ook altijd zo graag weten hoe het zit? Zoekt u ook alles op? Wilt u alles begrijpen, verklaren en duiden? Dan is de kans groot dat u behoort tot het type moderne mens. Opgegroeid met het adagium van kennis is macht. Meten is weten. Getest van de wieg tot aan het graf, want met de mond vol tanden staan is niet heel populair. Op school kregen dagdromers een onvoldoende. Die hoorden er niet bij, want die waren ergens anders. Die waren niet van de feiten, die waren van de ervaring. Maar in de kern wordt iedereen gedreven door hetzelfde; het mysterie.

De nieuwe helden
Nog nooit waren wetenschappers zulke helden als nu. Vroeger grijs en muizig, tegenwoordig hip en vlot. Exact is in. En steeds meer studenten kiezen bijna als vanzelfsprekend voor natuurgerelateerde studies en worden mycologisch, ornithologisch, entomologisch, fytologisch, ecologisch en vooral heel biologisch. We hangen masaal aan hun lippen met maar één prangende vraag; ‘slimme mens, vertel ons hoe het zit!’. Maar wat ons nog immer bindt, dat is het mysterie. De een als duider daarvan, de ander als ….. Ja als wat eigenlijk?

De oude mens had niet zoveel vragen. In mijn katholieke jeugd leerde is zelfs dat de dommen vooral zalig zijn. Van teveel nadenken kreeg je hoofdpijn en het kostte spaarzame tijd. De nog oudere mens leefde op zijn bioritme. Zon betekende werken, nacht betekende rust en honger betekende jagen. En kreeg je jeuk dan kwam er een gezin. Het NU was belangrijker dan het later. De oude mens was één met zijn omgeving en bewoog mee met de aarde en de sterren. De natuur was zijn Google, de dieren zijn gids en de planten zijn voedsel. En soms ook de dokter.

Het mysterie ontrafeld
Het grootste mysterie van het leven dat we willen snappen is de schepping. We doen er al meer dan twintig eeuwen over om het te verklaren en te begrijpen. We slachten elkaar er zelfs voor af. Ooit hopen we te begrijpen hoe het zit. En dan?! Wat hebben we dan begrepen. Is er dan eindelijk die grote geloof, hoop en liefde show waar we allemaal van dromen, of is er de deceptie. Dat het toch allemaal evolutie blijkt te zijn en dat mannen met baarden gewoon moderne apen zijn.
Ik heb ooit het boek; ‘Vogels, de hemelse boodschappers’ gelezen. Cadeautje van twee overigens orthodox atheïstische vriendinnen. Het was in de tijd dat ik wat minder serieus begon te worden en op zoek was naar meer spiritualiteit in mijn leven. Ik heb het boek in één adem uitgelezen. Er stonden zoveel ‘geloof-waardige’ voorbeelden in van vermenselijkt vogelgedrag dat het wel waar moest zijn. De boomklever die elke morgen verscheen voor mijn keukenraam, dat was vast iets gereïncarneerds. Toen ik later toch weer wat serieuzer werd, moest ik helaas ontdekken dat het aangeleerd pidakaasgedrag was. Weg mysterie.

Een zonsopkomst wordt ervaren als iets mysterieus. Hemelse boodschapper of gewoon een beetje duizelig? Geen religieuse eigenschappen. Gewoon oppervlaktespanning. Kennis is macht en techniek een noodzakelijk kwaad.
Terug naar het kind
Regelmatig geef ik fotografie workshops aan kinderen. En ik betrap me er zelf op dat ik alle via de IVN’s, KNNV’s en Vogelwachten vergaarde kennis, naadloos naar binnen prak bij die blije kabouters. Die lopen eigenlijk alleen maar te stralen en te glunderen van al dat moois dat ze vinden en zien. Daar spat de verwondering vanaf. Hoeveel mysterie kun je hebben in een dagdeel. Het zijn net sponsen. Alles is nieuw en spannend voor ze. En wat doet die grijze, wijze, ouwe FotoBart? Die gaat heel gemotiveerd alles lopen uitleggen; zo heet het, zo leeft het en zo gaat het dood. Einde mysterie.

Ik pieker me al jaren suf hoe je zelf weer terug kunt gaan naar die ongeneerde beleving. Hoe tem ik mijn honger naar kennis als het er even niet toe doet. Waarom kan ik niet meer gewoon ademloos naar een hert staan kijken zonder me te bedenken hoe, waar en wanneer ik hem op de gevoelige plaat kan krijgen. Ik ben tegenwoordig al onderwerpen aan het plannen voor als het er de tijd voor is. Hoe, wat, waar en wanneer ‘doen’ we het zonnedauw, de boomkikker, de orchidee en de kruisbek. Want een goeie foto maak je toch alleen met kennis van je onderwerp?

Slenteren en beleven
Ik wil hier toch een lans breken voor de dagdromers onder ons. Eén van mijn coaches leerde mij ooit, en ik was toen al een grote jongen; dat leren spelend fouten maken is. Wat in die wijsheid zit opgesloten is, dat je vooral veel moet doen, proberen en ontdekken. En dat je de drang om het te kunnen en te weten los laat en gierend van het lachen op je plaat gaat of te laat bent. Totdat je het plotseling blijkt te kunnen en te weten. De weg is belangrijker dan het doel. Ga er weer eens blanco op uit en laat ‘het’ op je pad komen. En dat je er dan weer heel serieus bovenop duikt met al je kennis van je fototoestel, dat is de mens eigen. Daar is niets mysterieus aan.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/10/serieus-of-mysterieus Wed, 28 Oct 2015 15:53:43 GMT
Hoezo herfstdepressie? https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/10/hoezo-herfstdepressie Altijd leuk die bespiegelingen van fotografen over welk seizoen hun favoriete seizoen is. Waarschijnlijk is de conclusie meestal dat elk seizoen zo zijn charme heeft. En dat is zeker waar. Maar niets menselijks is ook de natuurfotograaf vreemd en dus is de vraag; bestaat er voor hem of haar ook zoiets als een najaarsdepressie?

Staat de zomer tot de winter in verhouding als bloei staat tot kaal, staat de lente in verhouding tot de herfst als begin staat tot einde, of geboorte staat tot overlijden, of welkom staat tot afscheid. Niet een heel positief imago voor de herfst dus. De winter is kaal en koud en in het voorjaar mogen we weer aan de bak, trappelend van ongeduld. En in de zomer weet je niet waar je kijken moet met al dat bruisende leven in weiland en sloot. In de herfst gaat vooral veel dood of het vertrekt.

In 2008 ging er veel mis in mijn leven. In een paar maanden was ik alles kwijt waar ik vijfentwintig jaar aan had gebouwd. Voor een deel eigen schuld dikke bult. Voor een ander deel de paniek van anderen. Het was tenslotte crisis geworden. Het grijze en grauwe van de herfst in die eerste jaren heb ik meer dan normaal in mijn botten en in mijn aderen gevoeld.

Destijds fotografeerde ik pas net natuur. Voor mijn bureau waren het tot dan vooral bedrijven met mensen die in beeld waren. Omdat ik in mijn nieuwe leven van zzp-er (zelfstandige zonder projecten) ineens zeeën van tijd over had, en genoeg te piekeren, ben ik er veel op uit getrokken met de fototas. Noem het een vlucht, noem het therapie, maar noem het vooral mijn redding.
Weken heb ik door natte en donkere, naar rotting riekende bossen lopen zwerven. En in de herfst kon je zo lekker lang je roes uitslapen zonder dat dit nadelige invloed had op je fotolicht. Want dat is in dit jaargetijde in het bos de hele dag gunstig. Of je maakt het gunstig met flitser en reflectiescherm. Bij het speuren naar de mooiste paddenstoelen voelde ik me weer net een kind bij de Jamin op je verjaardag. Snoepen zoveel als je wilt. Het gebeurde me niet zelden dat het in een of ander onbekend bosperceel wel erg begon te schemeren. Honger en dorst hadden geen vat op mij gehad, evenals kou en tijd. Gemiddeld zeven foto-uren vlogen voorbij alsof het niets was. Later ontdekte ik dat dit de ‘flow’ moest zijn in plaats van een kater.

Licht in de duisternisLicht in de duisternis Bosje herfstbloemenBosje herfstbloemen Linksom of rechtsom, er is altijd een nieuwe weg. Soms zie je door de bomen het bos niet meer.
Ik ben in een herfstbos nog steeds als een kind. Lekker buiten spelen tot je moeder je roept als het eten klaar staat. Ik heb de herfst leren kennen als de periode waar alles tot stilstand komt, maar waarin ook waar een start wordt gemaakt voor een nieuw begin. Schimmels worden actief voor het recyclingproces van het leven en geven als geschenk voor al hun harde werken iets terug in de vorm van de meest schitterende paddenstoelen. De bloemen van de herfst. Nieuwe knoppen vormen zich aan boom en struik en stoppen net op tijd, om voorzien van antivries na vier maanden weer nieuw leven te geven. De natuur houdt even zijn adem in. In afwachting van een strenge of een zachte winter. In de jaren daarna heb ook ik in mijn leven een paar strenge winters gehad. Maar die heb ik overwonnen dankzij die heerlijke weken in het herfstbos.

Uitslapen doe ik al lang niet meer, katers heb ik alleen nog na een feestje en fotografie is weer werk geworden. Ik heb van de natuur geleerd dat tegenslag ook kansen biedt. De herfst en ik zijn dikke vrienden geworden. Uit welke hoek de wind ook waait.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/10/hoezo-herfstdepressie Wed, 14 Oct 2015 12:28:00 GMT
Natuur is (g)een product https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/9/natuur-is-g-een-product Als je er vanuit gaat dat de natuur er gewoon is, ontstaan zonder toedoen van de mens, dan is natuur dus van ons allemaal. Of juist van niemand. ‘De natuur’ mogen we een generatie lang lenen van moeder aarde en daarna geven we hem of haar ongeschonden door aan de volgende generatie.

De vraag die daarbij rijst is; hoe houd je haar ongeschonden als er zoveel druk op wordt uitgeoefend en er zoveel goeds te halen valt. Redt de natuur het zonder ons en is er een einde aan natuur? Er zijn steeds meer signalen dat naast grondstoffen, ook biodiversiteit een schaars goed begint te worden. Iets waar we alleen maar van kunnen blijven genieten als we er in investeren. Geld en tijd, kennis en …macht. Want wie gaat daar over, wie bezit het en wie is er van afhankelijk. Een oude natuurwet luidt; daar waar schaarste is, daar is leven. Die wet kun je ook economisch vertalen; daar waar schaartse is, daar is handel.

Natuur als product. Met een waarde en verhandelbaar. Voor wie het kopen wil. Er is een mooi inititiatief gaande waarbij een aantal partijen in het internationale recht van het kind wil laten opnemen ‘dat natuur een recht is’. We hebben er recht op. Kind en volwassene, alle lagen van de bevolking, iedereen dus. En zodra we ergens recht op hebben, kunnen we er ook een zaak tegen aanspannen. Maar tegen wie? Wie verschaft ons dat recht en wie kan hem zich toe-eigenen?

Van wie is natuur eigenlijk?

Het probleem met natuur is, dat het zich meestal bevindt op een plek die van iemand is. In het gunstigste geval van een overheid, meestal van een landeigenaar. Soms van Stichtingen die zich inzetten voor beheer of onderzoek. Ingewikkelder wordt het als fondsenwervers of uitbaters zich er mee gaan bemoeien. En de overtreffende trap dat zijn de idealisten die claimen dat zij alles weten en iedereen de maat kunnen nemen. Het is HUN natuur geworden. In sommige natuurgebieden kom je er wel een heleboel van tegen; de opziener, de opzichter, de beheerder, de eigenaar, de handhaver, de opspoorder en de onderzoeker.



En natuurlijk doet iedereen dat weer met de beste intenties. Want wat mooi is, dat moet mooi blijven. Ooit een slogan voor een wasmiddel. Natuur in dichtbevolkte gebieden is wel degelijk een product geworden, want het heeft een paar centen gekost om het in bezit te krijgen. Of om er iets moois of iets anders van te maken. Om het te behouden, of het te veranderen. Droog werd nat, of andersom, laag werd hoog of andersom, kaal werd overwoekerd of andersom, natuur werd milieu. Of was dat nou andersom? De entreegelden voor de Amsterdamse Waterleidingduinen zijn geen uitzondering, het is een voorbode. Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer overwegen al jaren om dat overal te gaan doen. Inclusief betaald parkeren. Want als je je eigen broek moet ophouden, dan moet je geld verdienen. En als je het bezit, dan mag je het verkopen. Ineens of in kleine stukjes. Adopteer een meer, haal je geld van zolder voor de polder, redt de rijke weide door de rijken, financieel de klos voor een stukkie bos. ‘Wat wil je voor je verjaardag moeder?’. ‘Doe mij maar een abonnement op de natuur lieverd’.

Asfalteren om te reguleren

Ik hoorde van de week dat Staatsbosbeheer een deel van de Oostvaardersplassen gaat asfalteren. Onder het mom dat iedereen toch moet kunnen genieten van al dat moois. Wat gebeurt er met u bij deze mededeling? Krijgt u er kooplust van? Ik had al eens eerder voorgesteld om dat asfalt maar meteen helemaal door te trekken en er een soort Beekse Bergen van te maken. Dat verdient hartstikke leuk; ‘inheemse wilde dieren safaries’. Waarom niet? De tijd vraagt erom, de markt is er klaar voor en de schaarste hebben we al gecreeërd. Nu nog in de verkoop.

Gas, olie, water en natuur waren er ooit gewoon, maar er moet nu voor worden betaald, omdat het schaars is (geworden), of omdat het wat kost om het te kunnen ‘leveren’. Alleen zon, zee en zuurstof zijn nog gratis. De vraag is hoe lang nog.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/9/natuur-is-g-een-product Fri, 04 Sep 2015 20:19:59 GMT
Dieren zijn precies als mensen... https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/7/dieren-zijn-precies-als-mensen Dieren zijn precies als mensen…

met dezelfde mensen wensen en dezelfde mensen streken. Dat zouden wij als mens oh zo graag willen. Dieren begrijpen en ermee communiceren. Mooi streven dat zeker, maar hoed u voor het verkeerde sentiment en de misplaatste interpretatie. Het dierenrijk is geen fabeltje. Dieren hebben hun eigen taal. En wij de onze. Verbaal en non verbaal. Elkaar begrijpen doen we nog niet echt.

Huisdieren doen niet mee

Laat ik beginnen te stellen dat ik voor het gemak het huisdier buiten beschouwing laat. Je bent tenslotte te gast bij natuurfotografie.nl. Huisdieren reken ik niet tot natuur. Huisdieren zijn van een heel andere orde. Niet dat hun gedrag minder dierlijk is. Maar we praten ertegen alsof het een familielid is. Dichten het bijzondere (menselijke) gaven toe en hebben er vooral veel fysiek contact mee. Huisdieren hebben geleerd om ons te ‘pleasen’. En daar trappen we met z’n allen heel graag in. We verwennen onze behaarde huisgenoot tot aan de dood. Voor het overige hebben we een deal met elkaar gesloten. Jij doet lief tegen mij, dan doe ik lief tegen jou. Ook tot aan de dood. Tot zover geen onderscheid met een normale menselijke relatie. Maar het is niet mijn ding.

Maar wat is dan wel natuurlijk gedrag? Gedragen dieren zich wel natuurlijk? Wat is hun echte natuur? Zijn de tamme vossen in de AWD en de Koniks in de OVP nog wel wilde dieren? Gedragen die zich nog wel zoals je dat van hen zou mogen verwachten. Schuw bijvoorbeeld, migrerend, territoriaal, onberekenbaar. Of hebben we er zo langzamerhand ook huisdieren van gemaakt. Je kunt gerust stellen dat wij mensen zó gek op dieren zijn, dat we ze zo snel mogelijk naar onze hand willen zetten. Om er zoveel mogelijk contact mee te kunnen hebben. Ervan genieten zoals je wilt. Maar waar gaat het ‘knijpen’. Waar gaan wij een grens over die voor het beest niet goed is en te lange leste ook niet voor ons mensen.

Wie het weet mag het zeggen

Wat natuurlijk scheelt is dat wij op de ‘juiste’ wijze voorgelicht worden door de autoriteiten van de natuur. Mensen die ons meenemen in de wondere wereld van onbekende dieren. Sir David Attenborough en Jaques Cousteau waren pionier op dit gebied. Zij lieten zich in één frame vereeuwigen met een diersoort. Waardoor wij de gedachte kregen dat dieren daar ook op zaten te wachten. Steve Irwin deed er later nog een schepje bovenop. Hij gingen zelfs gooien en smijten met beesten. Want dat was ‘educatief verantwoord’. Totdat hij heel even een miscommunicatie had met een pijlstaartrog. Natuur is een product geworden. En daar kunnen wij niet genoeg van consumeren. Dus heb je vraag en aanbod. En als ouwe marketeer weet ik maar al te goed dat je je product in hapklare brokken moet aanbieden aan je doelgroep. Want laat je het beest in zijn waarde, dan is het niet veel waard. Nee, dat vraagt om toegevoegde waarde, anders verkoopt het niet.

Kennis is macht in deze. De natuurfotograaf en natuurfilmer weet maar al te goed hoe je een beest voor het glas weet te krijgen. Daar is vaak jarenlang kennis en onderzoek voor nodig. Op het moment dat het je lukt, dan voelt dat als een overwinning. Er is spanning en euforie. Het grote genieten. Maar ook als je je telefoontje richt op een bijzondere waarneming, dan ervaar je dat net zo. Het maakt niet uit wie je bent, wat telt is het moment.

Papegaaien gedrag

Maar dan gebeurt het. We gaan viral. Het filmpje moet aan de wereld worden getoond, want je wilt delen, delen en nog eens delen. In die tijd leven we nou eenmaal. Jouw geluk is ons geluk. Wat dan volgt is de wijsheid van het volk. Het oordeel, de interpretatie, de mening over wat wordt getoond.

Toen ik laatst een filmpje zag van een reekalf dat zich liggend op de vluchtstrook van een snelweg bevond en werd ‘gered’ door een voorbijganger, toen zag je aan de reacties dat we als echte mensen kijken naar deze ‘reddingsactie’ en niet vanuit de kennis van de natuur. Niemand wist te vermelden dat het beest zich simpelweg ‘drukte’, omdat moeder ree net iets te vroeg of net iets te laat had geblaft. Want dat doen reeën moeders. En reeën kindjes doen wat hun moeders zeggen. Binnen een seconde. Dat zie ik mensenkindjes trouwens maar hoogst zelden doen.
Of dan het filmpje van een ‘huilende’ zwaluw die naast de roadkill zit van zijn partner (de mensen wisten ook al te duiden dat het een hij was, want dode vrouwtjes doen het beter). Dat het beest geluiden maakt om te kijken of er nog leven in zit en vervolgens direct op zoek gaat naar een partner die het nog wel doet, dat lees je nergens. Maar dat kun je ons mensen niet kwalijk nemen. Daar heb je deskundige input voor nodig. Voorlichting, het tegengeluid. Mensen zoals Desmond Morris voor de wetenschappelijke duiding en Midas Dekkers voor de relativering. In De Nieuwe Wildernis zit een scene die mij echt even deed huiveren. ‘Een roodborst neemt afscheid van een oude vriend’ vertelt de geëmotioneerde ingehuurde voiceover acteur. Terwijl het vogeltje in de strenge winter slechts op zoek is naar de parasieten in het kadaver van een gestorven Konik veulen. Aan die informatie hebben wij meer en de natuur ook. Voor het betere begrip en de juiste emotie.

Wat maakt het nou uit

Is het nou allemaal wel zo erg dat wij de beesten vermenselijken? Ik hoor sommigen alweer zeggen ’als mensen nou van dieren genieten, laat ze dan’. Ondanks de dooddoener, is het ook waar. Maar diersoorten sterven uit, omdat wij hun wereld niet kennen. Soms onbewust, vaker nog bij het volle bewustzijn. En natuurlijk is het omzagen van de woonwereld van de OerangOetang veel zichtbaarder, dan dat we geen vlinder meer over houden, omdat we onze kruidenweides hebben opgeofferd aan de agrarische monocultuur. Het lijkt soms wel dat hoe groter het beest, hoe kleiner de geest. Terwijl alle dieren tellen. Ze staan tenslotte met elkaar in verbinding voor het imponerende geheel.

Waar het mij om gaat is om een stapje terug te doen in onze handelzucht en interpretatiedrang als het om natuur gaat. Beheren is soms nodig om iets in leven te houden, natuurlijk, ben ik voor. Maar een maakbare natuur is eigenlijk nooit heel succesvol. En het begint met te accepteren dat dieren anders zijn dan wij, dat ze in bijna niets lijken op ons. Dat hun non verbale communicatie niet aan ons adres is gericht, maar aan dat van hun soortgenoten. Of hun vijanden. Dat een beest vastpakken en aaien vooral onze behoefte is en niet van het beest. Een jong dier is niet ’schattig’, een spin is niet ‘iew’, een aap ‘lacht’ niet en een vogel ‘zingt’ niet. Alles heeft een functie en die is niet voor ons bedoeld. Neem vooral waar en geniet en voorlopig meer niet.

Dus vanaf nu oogjes open en snaveltjes toe. Totdat we het grote mysterie hebben doorgrond. Dan kunnen we verklaren en duiden. Tot die tijd is het vooral met respect op afstand blijven en handjes thuis. Behalve bij je huisdier natuurlijk.
 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/7/dieren-zijn-precies-als-mensen Mon, 13 Jul 2015 08:50:18 GMT
Natuurfotografie, samen of alleen? https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/7/natuurfotografie-samen-of-alleen Toegegeven, ik ben geen echt groepsmens. Ik vind samenscholingen van meer dan drie al te druk worden. Althans voor langer dan een dagdeel. Begrijp me niet verkeerd, ik hou van mensen. En ik doe vaak samen dingen met ze. Maar samen fotograferen, ik blijf het een lastig ding vinden.

De natuur is van ons allemaal
Nederland is één van de dichtst bewoonde landen van deze wereld. En voor sommigen went dat. Ze groeien er mee op, of ze leggen zich erbij neer. Maar één van de symptomen van een dicht bevolkt land is, de behoefte om daaraan te ontsnappen. De populariteit van onze natuurgebieden is hard groeiende. Het aantal wandelroutes en fietsroutes vormt intussen ook het dichtste netwerk van de wereld. Maar echt helemaal ontsnappen aan de hectiek van de verstedelijking, dat wordt steeds moeilijker. Voor de Nordic Walker, de ATB-er, de ruiter, hondenuitlater, of ander type recratiemens zal het een verademing zijn, al die thematisch aangelegde ontspangebiedjes. Maar de natuurfotograaf is een heel ander soort recreatiemens. Toch?

Samen of alleen?
Ik moest er van de week weer aan denken toen ik de filemeldingen hoorde voor de Keukenhof. Ik weet dat velen genieten van die kleurrijke bloemenpracht, maar ik moet er zelf niet aan denken om tussen die dampende rij auto’s te gaan staan voor een stukje 'aangelegde natuur'. Voor mij – ik excuseer mij oprecht als ik mensen hiermee beledig - zijn het kitcherig aangelegde bloemperkjes. Ik sta dan liever in de Flevopolders, hectares vol met dezelfde blommekes, zonder files of busladingen toeristen. Gewoon in mijn eentje, in alle rust zonder die mensenmeute om mij heen (en in mijn zoeker). Datzelfde gevoel heb ik ook bij de files op de wildbaan. Ik kan de beleving van een burlend hert daar zelf moeilijk zien zonder de aanblik van de lokappels of de honderden mensen om mij heen. Mijn hoop op een uniek beeld vervliegt dan. Oprecht gezellig, maar op het moment van burlen hoor ik synchroon geklik en hebben we allemaal dezelfde plaat. Zowel ik, als de mensen om mij heen noemen zich natuurfotograaf, maar toch voel ik mij op die plek niet thuis. Voor mij is het niets meer dan mijn camera ergens op richten en een foto maken. Ik mis de passie, de beleving, de spanning, het concept. Ik mis de drive om in mijn eentje te worstelen om iets moois te maken. Het plaatje is voor mij niet voldoende, dan kan ik ook in een dierentuin fotograferen of in het Bayerische Wald. Het voelt té eenvoudig voor mij. Al doe ik dat ook op zijn tijd. Om te oefenen voor het echte werk.

Iedereen zijn eigen ding
Voordat ik nou weer iedereeen over me heen krijg die vindt dat iedereen op zijn eigen manier van de natuur moet/mag/kan/zal/gaat/wil genieten, dan toch maar even een waterscheiding aan brengen. Links af gaan we lekker naar buiten, genieten van de natuur op onze vrije dag. We kletsen wat met voorbijgangers of met ons eigen gezelschap, maken zo af en toe een plaatje van iets moois dat we tegen komen, drinken een glas, doen een plas en alles blijft gewoon weer zoals het was. Niks mis mee. Oke wie zijn er nu nog over?

Ik schat de fotografen die rechts af zijn geslagen. De creatieve fotograaf die een goeie natuurfoto wil maken. Een rake plaat wil schieten waar hij of zij blij mee is en vol trots op zijn of haar mediakanalen kan presenteren. Voor hen even een vraagje tussendoor; hoeveel schilders ken jij die samen zitten te kwasten aan hetzelfde schilderij, hoeveel schrijvers ken je die met z’n allen zitten te pennen? Of hoeveel koks ken je die aan hetzelfde gerechtje staan te friemelen. Ja natuurlijk, muzikanten spelen samen. Maar schrijven die hun muziek ook niet in hun eentje?

Wie verstoort nou wie?
Mijn stelling is dat je geen kunst kunt bedrijven in gezelschap. Los dan van dat koortje, of dat dansgroepje. Weer terug naar de fotograaf. Gezellig samen op pad. Bijvoorbeeld in een auto met je maat en je rijstzakje de polder in. Leuke dag gehad. Thuis gekomen niet één scherpe plaat en achteraf steeds net op de verkeerde plaats gestaan. Of je ligt net lekker bij je orchideetje met een fotoideetje, vindt je maat het wel weer lang genoeg geweest. Of te koud, of te nat, of ander ongemak. En daar had jij nou net geen last van. Of je hebt eindelijk je vogel op de juiste plek, begint er een reisgenoot iets te vroeg te ontsluiten. Ook leuk, krakende takken en hoestende collega’s. En dan die fotograaf in je buurt die altijd en eeuwig ruzie heeft met zijn materiaal. Het aller ergste voor een kunstenaar is toch wel dat iemand je steeds zit na te apen. Precies hetzelfde onderwerp in precies hetzelfde licht in exact hetzelfde standje. Nou ja, of net ernaast dan. Natuurlijk is alles al door iedereen gedaan. Maar wil jij niet op dat ene moment in ieder geval het gevoel hebben dat jij iets unieks hebt beleefd en vast gelegd? Of is het samen delen je ultieme genot?

Doe het lekker op je eigen manier. Ben ik voor. Maar realiseer je dat je de verwondering, de verstilling, je inspiratie, je creativiteit, je gelukzaligheid en het succes niet uit een ander haalt, maar alleen uit jezelf. En aan een ander een beeld te danken hebben, is ook al niet echt bevredigend. Voor een echte fotokunstenaar.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/7/natuurfotografie-samen-of-alleen Mon, 13 Jul 2015 08:38:39 GMT
Vivara sponsort Bart Fotografie https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/3/vivara-sponsort-bhart-fotografie

Eindelijk erkenning voor één van de mooiste fotohutten van Nederland. Vivara heeft zich voor een jaar verbonden aan deze unieke fotolocatie. Naast nestkasten is er allerlei heerlijks voor de bosvogels voorradig. Jurgen Sloots je bent een kanjer! We zullen de vogelstand op de Noord Veluwe mede dankzij jullie hulp verder ondersteunen. http://bartfotografie.eu/verhuur



 

 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/3/vivara-sponsort-bhart-fotografie Wed, 25 Mar 2015 14:28:04 GMT
Een ‘gewone soort’, hoezo gewoon? https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/3/een-gewone-soort-hoezo-gewoon In de natuur heeft alles zijn balans. Elke kracht heeft een tegenkracht. Bepaald door de seizoenen, de sterren, de maan, het klimaat, de mens. Als je de natuur zijn gang laat gaan, dan komt het meestal wel goed. De laatste, de mens, zorgt nogal eens voor de chaos. Maar die wordt dan meestal weer gerepareerd door de natuur. En zo houden we elkaar in evenwicht. Of we dat nou willen of niet.

Maar wat is het tegenwicht van ‘gewoon’. Dat moet dan wel ‘ongewoon’ zijn. Dan staat dus tegenover alledaags en bekend, uitzonderlijk en uniek. Althans volgens de taalkundigen. Maar is dit niet allemaal nogal subjectief en afhankelijk van de beoordelaar? Wat voor de een heel normaal is, is voor de ander heel bijzonder.

Op de een of andere manier kan ik subjectiviteit als het om de natuur gaat niet plaatsen. Het houdt namelijk een oordeel in. Vind IK iets de moeite waard of niet. Word ik ergens opgewonden van of niet. Nog erger wordt het wanneer ik een ander ervan probeer te overtuigen dat iets uniek of alledaags is. Een waardeoordeel koppelen aan iets dat er gewoon is zoals het is, zonder onze invloed en meestal al veel langer dan dat wij er zijn, gaat altijd mank. Bij de natuur past nederigheid, verwondering en gepaste afstand.

Voor aanvang van mijn bosvogelworkshops hoor ik regelmatig de vraag; ‘wat zit er bij jou behalve de gewone soorten?’ De wedervraag is dan standaard ; ‘wat versta jij onder ‘gewoon’?. Voorspelbaar is dan natuurlijk dat de Appelvink en de Kruisbek in het algemeen worden beoordeeld als uniek en de Roodborst en de Merel als gewone soort. Ik heb wel eens getwijfeld om mijn cursisten in te delen in ‘gewoon’ en ‘bijzonder’. Zouden ze vast niet waarderen. Bovendien is het mijn classificatie en die klopt alleen voor mij. En ook dan zit ik er meestal naast als je iemand wat beter leert kennen. Beide kanten op trouwens.

Als je doel is om ergens een foto van te maken en dan het liefste een goede foto, dan is het onderwerp eigenlijk niet relevant. Elke soort is een ‘oefenobject’ om betere foto’s te leren maken. En juist de soorten die je vaker ziet, bieden je die kans om te oefenen. Tegen de tijd dat je iets ‘unieks’ (lees niet vaak voorkomend) tegen komt, dan kun je tenminste een beetje fotograferen en verpruts je die kans niet.

Ikzelf fotografeer nu zo’n veertig jaar, waarvan bijna tien jaar de natuur. De foto’s die ik nu maak zijn vaak beter dan die ik in het begin maakte. Of zelfs soms beter dan die van vorige week. Je leert altijd bij en een goede natuurfoto hangt van zoveel factoren af, dat ik nog steeds betere foto’s maak van de Koolmees en de Tijgerspin. En na acht jaar Bijeneters blijven ze me nog steeds boeien en worden de foto’s nog steeds beter. Voor mij een ‘gewone’ soort, voor mijn cursisten een hele bijzondere.

Ik geniet van alle dieren. Van hun kleuren, hun gedrag, hun vitaliteit en hun geluid. En net als bij mensen, is ieder individu uniek. Kijk er maar eens wat langer naar in plaats van door te jagen naar de volgende buitenkans. Want die komt toch wel een keer vanzelf. Een gewoon leven onderscheid zich van een bijzonder leven, door ‘het’ maar gewoon te laten gebeuren en er dan schaamteloos van te genieten. Wie, wat, waar dan ook.

 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/3/een-gewone-soort-hoezo-gewoon Sat, 14 Mar 2015 17:31:39 GMT
Lekker laag is lekker spannend https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/3/lekker-laag-is-lekker-spannend Laag standpunt foto's blijven altijd spannender. Wel een slijmbeurs ontsteking aan over gehouden. De lente staat voor de deur. Keep in de sneeuw had ik nog niet. Appelvink weer niet gelukt. Volgend jaar dan maar weer.

   

 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2015/3/lekker-laag-is-lekker-spannend Sat, 14 Mar 2015 17:12:10 GMT
Praktijktest 150-600 mm van Tamron op de 5D Mark III van Canon https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/12/praktijktest-150-600-mm-van-tamron-op-de-5d-mark-iii-van-canon Ik ben nooit zo van ‘ze’ zeggen. Ben dan altijd benieuwd wie ‘ze’ zijn. Of men. Zien is geloven en testen ook. Vaak wordt mij gevraagd; ‘welke lens zou jij mij aanbevelen’. Ik heb dan standaard twee wedervragen; wat wil je er mee fotograferen en hoeveel budget heb je? Laten we voor het gemak even van de vogelfotograaf uitgaan met een smalle beurs. Hoewel, wat is smal. Voor vogels gelden de volgende stelregels; zo dichtbij mogelijk zien te komen (liever croppen op een goede 400 mm dan full frame op een softe 600 mm), zo min mogelijk millimeters gebruiken (kennis, camouflage en geduld), iso-waarden niet te hoog (ruis minimaliseren) en diafragma’s niet te laag (scherpte/diepte en detail). En wat voor beelden wil je maken. Actie of pose.

Ik was er vandaag niet op uit om vergelijkende tests te doen tussen meerdere objectieven of snellere bodies. Ik wilde mijn eigen 500 mm f4.0 van Canon wel eens vergelijken met de 150-600 mm, f5,0-6,3 van Tamron. Je zou kunnen zeggen een Audi afzetten tegen een Skoda. Nou weten we allemaal dat Skoda (Tamron) een enorme inhaalslag heeft gemaakt en dat je voor weinig geld een heel aardige auto (lens) krijgt. We weten ook dat je bij een Audi vooral teveel betaalt voor die vier ringen. En dat heet marketing. Maar waar koop je een auto vooral voor? Juist ja, om je van A naar B te brengen. En dat doen ze allebei. De beleving is hooguit anders en als je een beetje normaal rijdt, dan kunnen we de veiligheid overslaan. In ieder geval zit je portemonnee bij een Skoda een stuk voller als je bij B aankomt. En je tank trouwens ook. Maar genoeg metaforen.

Een redelijk scherpe foto van een vogel, dat is ons doel van vandaag. Ik heb voor de uitdaging alleen tussen de 500 en 600 mm gezoomd, omdat daar de meeste geruchten over rond gaan. Te soft zo wordt beweerd. Ook alleen op f6.3 en op 800 iso gefotografeerd. Het was een sombere dag, althans in die twee uurtjes dat ik bij mijn testvijver heb gezeten. De resultaten kun je zelf beoordelen hieronder. Ik heb de gebruikelijke workflow op de beelden losgelaten die ik normaal ook hanteer. Toch nog even de metafoor doortrekken; als je niet kunt rijden, dan is geen enkele auto geschikt. Want van een dure lens ga je echt niet beter fotograferen. En als je niet kunt bewerken in Lightroom en/of Photoshop, dan wordt het tijd dat je eerst je rijbewijs haalt, voordat je gaat fotograferen. Want daar is veel eer te behalen. 
Natuurlijk is het plaatje gemaakt met een 500 mm vast objectief, onbewerkt al ‘beter’ dan dat uit welk zoomertje ook. Maar een goede bewerking maakt veel goed. Natuurlijk heeft de Canon ontegenzeggelijk kwaliteiten zoals lichtsterkte en detailweergave. Maar eerst een paar kwaliteiten die in het voordeel spreken van de Tamron; licht in gewicht (transport, tilgemak bij fotografie uit de hand. Dus zeer geschikt voor vrouwenhanden), je kunt in het veld je eigen uitsnede bepalen (van Goudhaan tot Houtduif), een compact formaat (handig voor op reis en in je fototas), zeer betaalbaar (scheelt een dikke 7000 euro), veel minder opvallend (vinden de vogels ook leuker), vraagt niet om een schreeuwend duur statief en hij is goed te verkopen aan je partner (in gemeenschap van goederen).
En het vergelijk qua duurzaamheid; je kunt makkelijk zes van deze objectieven kopen tegen één enkele 500 mm van Canon. Laat die Tamron nou tien jaar mee gaan, dan moet die Canon dus dik zestig jaar goed blijven. Gaan we niet meemaken schat ik.

De nullen en de eentjes zitten dus gewoon in je RAW beeld, door welk glas je ook fotografeert. Laten we van A naar B nou eens vergelijken met van RAW naar afdruk. En laten we er vanuit gaan dat de meeste fotografen niet verder willen gaan dan een fotoafdruk op 30 x 42 cm, een A3 op echt fotopapier. Dan zal echt niemand (op kijkafstand) het verschil zien tussen de ene fotoafdruk en de andere. Wat moeten we met al die laboratorium verslagen uitgevoerd door techneuten die (vaak) betaald worden door de producenten? Helemaal niets. Leuk om te weten, zal allemaal wel kloppen, maar wij zien het verschil toch niet. En zeker niet op een gemiddeld beeldscherm met een te lage resolutie. Tenminste als we eerlijk zijn.

Dus het beste advies dat ik kan geven is; volg een goede workshop fotonabewerking en maak vooral scherpe plaatjes, want daar doe je achteraf niet veel meer aan. Lukt je dat, dan kun je een hoop geld in je zak houden. Conclusie; de Tamron is zijn geld meer dan waard, voor wie geen dikke portemonnee heeft en niet met alle winden mee wil waaien. En het rijbewijs heeft natuurlijk.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/12/praktijktest-150-600-mm-van-tamron-op-de-5d-mark-iii-van-canon Tue, 30 Dec 2014 22:40:03 GMT
Winterpaddenstoelen tijdens de Kerst https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/12/winterpaddenstoelen-tijdens-de-kerst Van half september tot half oktober stroomt mijn bloed altijd net ff sneller. Paddenstoelen tijd! Soms loopt het seizoen totaal anders. Zoals dit jaar van half augustus tot ver in november. Maar dat ik rond de Kerst zowaar met sneeuw nog steeds paddenstoelen kon fotograferen, dat was voor mij ook een primeur. Vooral de goed eetbare en zeer smakelijke Gewone Oesterzwammen zijn echte laatbloeiers. En als je dan eindelijke weer eens een substantieel laagje sneeuw kado krijgt, dan meteen erop uit naar je favoriete paddenstoelen plekjes.


 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/12/winterpaddenstoelen-tijdens-de-kerst Tue, 30 Dec 2014 22:22:56 GMT
Kerstworkshop voor Stad & Natuur https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/12/kerstworkshop-voor-stad-natuur Alle vrijwilligers en medewerkers van Stichting Stad & Natuur kwamen bijeen in De Oostvaarders voor een eindejaars activiteit. Voor KidzKlix geef ik op die locatie tientallen workshops aan schoolkinderen en met de formule van KidzKlix organiseerden wij een soortgelijke workshop voor volwassenen. Met een ouderwets gezellige sfeer en een hilarisch resultaat. Opdracht was deze keer een atribuut in de omgeving te fotograferen in context met het gebouw of de omgeving daarvan. De houten kerstklok werd door de deelnemers uitgeroepen tot dagwinnaar. Workshops voor bedrijven zijn zeer succesvol. Iedereen komt even uit zijn comfort zone en de competitie gaat eens ergens anders over. Allen met hetzelfde fototoestelletje en gelijke kansen. En uiteraard in de frisse buitenlucht.


 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/12/kerstworkshop-voor-stad-natuur Tue, 30 Dec 2014 22:01:45 GMT
Fingers crossed voor de Kruisbek https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/12/fingers-crossed-voor-de-kruisbek Al jaren hoor ik ze over vliegen, maar nooit kwamen ze drinken. Nu was elders al het water bevroren en hielp een keteltje warm water om ze naar mijn vijvertje te dresseren. Dorstig als ze zijn. Dit type snavel is handig om de zaden uit dennenappels te peuteren. Linksom of rechtsom gekruist is exemplarisch. Ooit kwam er een buurvrouw vragen of ik de snavel recht kon zetten. Er was er eentje tegen haar raam gevlogen en lag versuft in haar hand. Het was haar na een aantal pogingen niet gelukt om het kruis eruit te buigen. Het is te hopen dat ze nog even blijven hangen bij mijn vijver. En dat ze geen goedwillende buurvrouwen meer tegen komen.

Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill Fingers crossed for the CrossbillFingers crossed for the Crossbill
 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/12/fingers-crossed-voor-de-kruisbek Wed, 10 Dec 2014 12:45:39 GMT
Stinkvisinktzwam https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/10/stinkvisinktzwam Een lang gekoesterde wens was om de Intkvisstinkzwam te kunnen fotograferen. Als Paddenstoelen junkie was het echt kicken om een veldje van zo'n tien exemplaren te treffen op een oud landgoed. Deze zeer zeldzame Rodelijst soort 'bloeit' niet al te vaak zo uitbundig. Slaat ook wel jaren over. Dankjewel Ati voor de geurige tip.



 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/10/stinkvisinktzwam Sun, 12 Oct 2014 21:19:51 GMT
Workshop Stadsfotografie Barneveld https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/9/workshop-stadsfotografie-barneveld Vandaag voor Barnevue, de Volksuniversiteit van Barneveld een cursus stadsfotografie gegeven. Prachtige fotodag met hele gezellige mensen. De geheimen van de stad leggen mijn cursisten vast en ik de cursisten. Prachtig om te zien hoe snel mensen leren in de praktijk. Boekjes en schooltjes ten spijt. Dit is ook veel leuker. Nabespreking in de bieb.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/9/workshop-stadsfotografie-barneveld Sun, 28 Sep 2014 09:17:45 GMT
Samen zwanger https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/9/samen-zwanger Cynthia en Niek waren ooit de bruid en bruidegom voor mijn lens. Nu ze zwanger zijn, wilden ze weer voor mijn lens. Gelukkig bloeide de paarse heide nog volop net als hun liefde voor elkaar. Echte natuurmensen als ze zijn wilden ze op de Ermelose heide geportretteerd worden. En dat is wel gelukt denken we. Het geboorte kaartje zat er ook al tussen.







 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/9/samen-zwanger Wed, 24 Sep 2014 16:34:49 GMT
Schaken op een Dambordje https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/9/schaken-op-een-dambordje Deze zomer ben ik met een leuke groep cursisten in Viroinval in België geweest. Voor BirdingBreaks en Natuurfotoworkshop heb ik een macroreis begeleid. In een prachtig heuvellandschap van kalksteen tref je unieke planten en vlinders. De opdracht was om het schier onmogelijke toch mogelijk te maken. Wandelend zoeken naar fotoonderwerpen en daar onder de gegeven omstandigheden een goede foto van maken. De opdracht was om je onderwerp nou eens van meerdere kanten te fotograferen dan alleen de 'voorkant'. En dan ook nog zo dat je onderwerp er niets van merkt. Strategisch oprukken zullen we maar zeggen. De zaak van meerdere kanten bekijken levert zo wie zo nieuwe inzichten op. Deze Dambordjes stonden schaakmat en dus op de foto.




 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/9/schaken-op-een-dambordje Tue, 16 Sep 2014 07:30:08 GMT
De kracht van kleur https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/9/de-kracht-van-kleur Als je aan Hongarije denkt dan denk je aan....? Dat zal voor iedereen anders zijn. Associaties hebben met ervaring te maken. Wat weet je van iets en wat verwacht je van iets. Tijdens mijn reis door Hongarije bezocht ik diverse fotohutten. Meestal was de hut gekoppeld aan een soort. En dan verwacht je iets. En van het beloofde verenpak weet je ook al iets. Maar heb je wel eens drie volwassen mannen zien reageren als ze onverwachts een Wielewaal op het stokkie zien landen? Alsof ze de lotterij gewonnen hadden. De 'hugs and hig fives' waren niet van de lucht. En dat voor een soort gele kraai. Je verwacht het niet en je kent het niet. Heel bijzonder om mee te maken.

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/9/de-kracht-van-kleur Tue, 16 Sep 2014 07:24:49 GMT
Hoe later de avond, hoe schoner het volk https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/9/hoe-later-de-avond-hoe-schoner-het-volk Je vraagt je af waarom je je zo mooi zou opdoffen als er toch bijna geen licht meer schijnt op je mooie kleedje. Maar blijkbaar kunnen nachtvlinders ook in het donker kleuren onderscheiden. Meestal zijn ze saai, met bruine, grijze en witte tinten. Maar soms tref je een beauty tussen de nachtbrakers. Hoewel deze Tauvlinder ook overdag vliegt. Met name de mannetjes. April/mei is hun seizoen. Op zoek naar de dames, pronken ze zich suf. Vaak aan het oog onttrokken, maar vandaag dus even niet. Deze zeldzame Veluwe bewoner gaf ons even een knipoog en verdween weer naar duistere oorden.





 

]]>
[email protected] (Bart Fotografie) https://www.bartfotografie.eu/blog/2014/9/hoe-later-de-avond-hoe-schoner-het-volk Tue, 16 Sep 2014 07:24:04 GMT