Toegegeven, ik ben geen echt groepsmens. Ik vind samenscholingen van meer dan drie al te druk worden. Althans voor langer dan een dagdeel. Begrijp me niet verkeerd, ik hou van mensen. En ik doe vaak samen dingen met ze. Maar samen fotograferen, ik blijf het een lastig ding vinden.
De natuur is van ons allemaal
Nederland is één van de dichtst bewoonde landen van deze wereld. En voor sommigen went dat. Ze groeien er mee op, of ze leggen zich erbij neer. Maar één van de symptomen van een dicht bevolkt land is, de behoefte om daaraan te ontsnappen. De populariteit van onze natuurgebieden is hard groeiende. Het aantal wandelroutes en fietsroutes vormt intussen ook het dichtste netwerk van de wereld. Maar echt helemaal ontsnappen aan de hectiek van de verstedelijking, dat wordt steeds moeilijker. Voor de Nordic Walker, de ATB-er, de ruiter, hondenuitlater, of ander type recratiemens zal het een verademing zijn, al die thematisch aangelegde ontspangebiedjes. Maar de natuurfotograaf is een heel ander soort recreatiemens. Toch?
Samen of alleen?
Ik moest er van de week weer aan denken toen ik de filemeldingen hoorde voor de Keukenhof. Ik weet dat velen genieten van die kleurrijke bloemenpracht, maar ik moet er zelf niet aan denken om tussen die dampende rij auto’s te gaan staan voor een stukje 'aangelegde natuur'. Voor mij – ik excuseer mij oprecht als ik mensen hiermee beledig - zijn het kitcherig aangelegde bloemperkjes. Ik sta dan liever in de Flevopolders, hectares vol met dezelfde blommekes, zonder files of busladingen toeristen. Gewoon in mijn eentje, in alle rust zonder die mensenmeute om mij heen (en in mijn zoeker). Datzelfde gevoel heb ik ook bij de files op de wildbaan. Ik kan de beleving van een burlend hert daar zelf moeilijk zien zonder de aanblik van de lokappels of de honderden mensen om mij heen. Mijn hoop op een uniek beeld vervliegt dan. Oprecht gezellig, maar op het moment van burlen hoor ik synchroon geklik en hebben we allemaal dezelfde plaat. Zowel ik, als de mensen om mij heen noemen zich natuurfotograaf, maar toch voel ik mij op die plek niet thuis. Voor mij is het niets meer dan mijn camera ergens op richten en een foto maken. Ik mis de passie, de beleving, de spanning, het concept. Ik mis de drive om in mijn eentje te worstelen om iets moois te maken. Het plaatje is voor mij niet voldoende, dan kan ik ook in een dierentuin fotograferen of in het Bayerische Wald. Het voelt té eenvoudig voor mij. Al doe ik dat ook op zijn tijd. Om te oefenen voor het echte werk.
Iedereen zijn eigen ding
Voordat ik nou weer iedereeen over me heen krijg die vindt dat iedereen op zijn eigen manier van de natuur moet/mag/kan/zal/gaat/wil genieten, dan toch maar even een waterscheiding aan brengen. Links af gaan we lekker naar buiten, genieten van de natuur op onze vrije dag. We kletsen wat met voorbijgangers of met ons eigen gezelschap, maken zo af en toe een plaatje van iets moois dat we tegen komen, drinken een glas, doen een plas en alles blijft gewoon weer zoals het was. Niks mis mee. Oke wie zijn er nu nog over?
Ik schat de fotografen die rechts af zijn geslagen. De creatieve fotograaf die een goeie natuurfoto wil maken. Een rake plaat wil schieten waar hij of zij blij mee is en vol trots op zijn of haar mediakanalen kan presenteren. Voor hen even een vraagje tussendoor; hoeveel schilders ken jij die samen zitten te kwasten aan hetzelfde schilderij, hoeveel schrijvers ken je die met z’n allen zitten te pennen? Of hoeveel koks ken je die aan hetzelfde gerechtje staan te friemelen. Ja natuurlijk, muzikanten spelen samen. Maar schrijven die hun muziek ook niet in hun eentje?
Wie verstoort nou wie?
Mijn stelling is dat je geen kunst kunt bedrijven in gezelschap. Los dan van dat koortje, of dat dansgroepje. Weer terug naar de fotograaf. Gezellig samen op pad. Bijvoorbeeld in een auto met je maat en je rijstzakje de polder in. Leuke dag gehad. Thuis gekomen niet één scherpe plaat en achteraf steeds net op de verkeerde plaats gestaan. Of je ligt net lekker bij je orchideetje met een fotoideetje, vindt je maat het wel weer lang genoeg geweest. Of te koud, of te nat, of ander ongemak. En daar had jij nou net geen last van. Of je hebt eindelijk je vogel op de juiste plek, begint er een reisgenoot iets te vroeg te ontsluiten. Ook leuk, krakende takken en hoestende collega’s. En dan die fotograaf in je buurt die altijd en eeuwig ruzie heeft met zijn materiaal. Het aller ergste voor een kunstenaar is toch wel dat iemand je steeds zit na te apen. Precies hetzelfde onderwerp in precies hetzelfde licht in exact hetzelfde standje. Nou ja, of net ernaast dan. Natuurlijk is alles al door iedereen gedaan. Maar wil jij niet op dat ene moment in ieder geval het gevoel hebben dat jij iets unieks hebt beleefd en vast gelegd? Of is het samen delen je ultieme genot?
Doe het lekker op je eigen manier. Ben ik voor. Maar realiseer je dat je de verwondering, de verstilling, je inspiratie, je creativiteit, je gelukzaligheid en het succes niet uit een ander haalt, maar alleen uit jezelf. En aan een ander een beeld te danken hebben, is ook al niet echt bevredigend. Voor een echte fotokunstenaar.